ONZE BEDRIJFSBRANDWEER IN OORLOGSTIJD

Deel II

Reikhalzend kijken we uit naar het tydstip dat de nieuwe spuit afgeleverd zal worden, doch ondanks de schone beloften van den fabrikant laat dit nog steeds op zich wachten. De strijd in Europa neemt steeds in hevigheid toe en goed materiaal voor zelfbescherming is een eerste vereiste.
Gelukkig staat op een goede middag in eind Januari een auto van de firma de Boer, met daarachter de nieuwe spuit gekoppeld, voor de fabriek. Een vluchtige controle, even proefspuiten, en de nieuwe motorspuit is overgedragen. Echter ook op dit gebied gaat de oorlog niet ongemerkt voorbij. Het zal nl. nog maanden duren voordat wij de spuit zo hebben veranderd en ingericht dat wij kunnen zeggen, ‘nu beschikken we over een goed ingerichte, moderne fabrieksspuit’. Verschillende onderdelen zijn nl. door de nood der tijden van echte oorlogssamenstelling. Koppelingen zijn van een minderwaardige lichtmetaallegering, het persstuk is van zink, lasch- en timmerwerk is niet door vakmenschen verricht. Hoofdzaak, motor en pomp zijn echter nog prima. Na verloop van tyd echter is dit alles veranderd en verbeterd, bakken voor het meevoeren van de slangen en standaardjes voor de straalpijpen, kistjes voor stofbrillen, lekbandjes, slangenhouders en zelfs een provisiekastje worden aangebracht. De zuigbuis wordt permanent aangekoppeld, evenals een 60 meter zigzag slang.
Alhoewel de meningen van deskundigen erover verschillen hebben wij zowel 3" als 2" slangen besteld. Gezien de grote uitgestrektheid waarover onze fabrieken zich bevinden zullen wij bijna altijd met een vry groot aantal lengten slang moeten werken. Wij beginnen dan met het uitleggen van lengten 3" en verlopen dan op twee of meer 2" slangen door middel van een ‘broek of spruitstuk’. Dit geeft over een grote afstand minder druk verlies. Het bezwaar dat ‘in d'r lui zenuwachtigheid’ verwarring kan ontstaan en men bijv. aankomt dragen met een 2" slang als een 3" slang aangekoppeld moet worden, wordt absoluut ondervangen door een goede bepakking van de spuit, waarbij al het materiaal dus een vaste plaats heeft en door een goede training van de bemanning die van deze plaatsen goed de hoogte is.

19 Januari geeft een zeer ongewone brand te zien. In een van de cellen is door het vonken slaan van een scheppery vuur ontstaan in stof op de bodem van de cel. Ondercommandant Langewis laat zich gewapend met de tetrablusser en gasmasker in de cel afzakken doch kan het vuur niet uitkrijgen. Pas in de namiddag krijgen we dit ongevaarlijke brandje onder de knie.

Acht dagen later wordt de ploegenbrandweer s'morgens vroeg gealarmeerd voor een klein brandje op het dak van de gortfabriek, dat ontstaan is door het warm lopen van een ventilator op de oude vliering. Met snelblussers wordt dit brandje geblust. De ploegenbrandweer heeft op vlotte wijze de slangen naar boven gebracht, doch behoeft nu geen dienst te doen. Met oefenen wordt stevig doorgegaan en eind Februari wordt ook geoefend met het gasmasker op. Tevens wordt zo af en toe een gestencilde aanwijzing voor het gebruik van het brandweermateriaal of een verklaring van de wijze van alarmering en taak van de fabrieksbrandweer in het loonzakje gedaan.

Hoezeer met de mogelijkheid van een daadwerkelijk optreden rekening moet worden gehouden blijkt op 8 April als s'avonds om ongeveer 10 voor elf door een in moeilijkheden verkerend vliegtuig brandbommen worden uitgeworpen boven Wormer. Fel wordt de omgeving verlicht en het ziet er op het eerste gezicht angstwekkend uit. Een tweetal huizen zijn getroffen en staan in brand doch, het snelle ingrijpen van de Vrijwillige Brandweer van Wormer voorkomt een algeheel afbranden der huizen. Wel zijn de bewoners vrijwel alles kwijt en onder de getroffen bevindt zich ook het huis van Jb. den Brave. Persoonlijke ongelukken komen gelukkig niet voor en het feit dat de meeste brandbommen, op straat en in het weiland terecht komen voorkomt veel onheil. Alhoewel door de fabriek geen alarm wordt gemaakt spoeden, verschillende brandweerlieden van de bedrijfsbrandweer zich naar de fabriek om eventueel hulp te verlenen. Dit is echter niet nodig. Het gebeurde laat duidelijk zien wat zich ieder moment kan afspelen en hoe goed we de zaken voor elkaar moeten hebben.

Eind April wordt een uitgebreide oefening voor het gehele personeel gehouden, waarbij de fabriek wordt ontruimd, machines afgezet branddeuren gesloten en verder alle voorzorgsmaatregelen worden genomen. Begin Juni wordt door den Mof een nieuwe aanslag op het mannelijke deel van onze bevolking gedaan door het afkondigen van de terugvoering in krijgsgevangenschap van diegenen die op 15 Mei 1940 onder de wapenen waren. Voor ons heeft dit ten gevolge dat zich moeten melden, P.B.J. Ferf, H. Buyten, Jb. Meyns, S.J. Bloem, W. Leungen en M.H. v.d. Water.
Brandweerlieden die op hun persoonsbewijs een brandweerzegel hebben kunnen in 's-Gravenhage een vrijstelling krijgen en hiervan wordt door ons gebruik gemaakt. Daarnaast ontvangen wij ook een vrijstelling omdat wij op een levensmiddelenbedrijf werken. Helaas moeten wij begin Augustus Chr. de Saeger missen. Ondanks veel bezoeken en veel brieven naar de Hauptabteilung Soziale Verwaltung aan de P.H.-kade te Amsterdam kunnen wij ze niet overtuigen dat een brandweerzegel ook voor de arbeidsinzet vrijstelling dient te geven.

Tydens een oefening van de bedrijfsbrandweer van Erve de Jong spuit deze onze regenwaterbank vol met Zaanwater en vanaf dit ogenblik wordt een contact tot stand gebracht dat zijn bezegeling vindt in een buitengewoon gezellige bijeenkomst van beide brandweren op 19 November. Ook 1943 ging voor onze bedrijfsbrandweer dus vrij rustig voorbij, 1944 zou heel wat onrustiger zijn, maar dit artikel zou te lang worden als ik U hierover nu zou vertellen. Daarover dus de volgende keer.

P.B.J. Ferf - Juli 1945

  Brandweerploeg  
  Opmerking webmaster: helaas ontbreken bij deze foto bij het artikel de namen van de brandweerlieden en een eventuele datum waarop de foto gemaakt is.