De bedding voor morgen

De bedding voor morgen

Vijfhonderd jaar Zaanse nijverheid en handel toegespitst op de jaren 1950 tot 2000

Jan Pieter Woudt

Verantwoording

De opdracht van het Zaanse departement van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel voor dit boek luidde met enige nadruk dat vooral de laatste vijftig jaar van de Zaanse ontwikkelingen moesten worden beschreven. Aan die opdracht werd maar net, krap-aan, voldaan: het slotgedeelte van dit boek, dat over de gewenste periode handelt, is iets langer dan de twee delen voorgeschiedenis tezamen. In absolute zin kreeg dit laatste deel wel het beoogde paginabeslag. In samenspraak met de redactiecommissie was inmiddels echter besloten de opzet van het boek uit te breiden met een beschrijving van de Zaanstreek in twee eerdere periodes: van 1480 tot 1815 en van 1815 tot 1950. De kortst mogelijke verantwoording voor deze uitbreiding van de aanvankelijk beoogde inhoud ligt besloten in de gekozen titel, 'De bedding voor morgen'. De werkelijk enorme veranderingen van de laatste vijftig jaren kunnen niet bevredigend worden geduid zonder een beschrijving van het verleden als bedding van het toenmalige heden. Deze bedding heeft zich inmiddels ook weer verlegd om nieuwe ontwikkelingen in de toekomst mogelijk te maken.

De inhoud van dit boek spitst zich beslist niet toe op het wel en wee der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, al wordt dat mogelijk van deze jubileumuitgave verwacht. De beschikbare archieven van het departement zijn weliswaar doorgenomen, maar van gevonden gegevens is alleen dan gebruik gemaakt als ze het ruimere verhaal van de geschiedenis der Zaanse nijverheid en handel konden schragen, verhelderen of verluchtigen.

In samenspraak met de redactiecommissie is veel aandacht besteed aan de structuur van dit geschrift. Daarbij werd de keuze gemaakt om de ontwikkeling van de bedrijvigheid in een ruim kader te plaatsen. Het industriële karakter van de Zaanstreek had immers gevolgen voor de ruimtelijke structuur van de streek, het karakter van het woningenbestand, arbeids- en maatschappelijke verhoudingen enzovoort.

Zo ontstond een boek dat uit drie delen bestaat. Elk deel telt zeven hoofdstukken, steeds met dezelfde titels. De op de volgende bladzijden geplaatste inhoudsopgave geeft verder inzicht in deze opbouw. De scheiding van deelonderwerpen doet wellicht soms het zicht op het grotere verband verliezen; vaak lijkt alles met elkaar te maken te hebben. In enkele gevallen wordt daarom een kort overzicht gegeven van de relaties tussen verschillende deelonderwerpen, met een verwijzing naar de desbetreffende hoofdstukken. Maar met het oog op de leesbaarheid is het aantal verwijzingen zo beperkt mogelijk gehouden. Om diezelfde reden werd het gebruik van voetnoten beperkt tot bronvermelding van citaten. Een overzicht van de per hoofdstuk geraadpleegde literatuur is opgenomen aan het einde van dit boek. Ter wille van de overzichtelijkheid is in de delen 2 (1815-1950) en 3 (1950-2000) ter inleiding van een hoofdstuk steeds een resumé opgenomen van de behandelde stof in de voorgaande periode(s).

De eerste twee delen, die over de voorgeschiedenis, werden kritisch doorgelezen door W. Jonker en A. van Braam; hun opmerkingen werden in de tekst verwerkt, evenals die van de redactiecommissie die het volledige manuscript twee keer doornam. A. van Braam wees er overigens op dat het gebruik van moderne begrippen zoals 'kapitalisme', 'socialisme' en 'communisme' bij een beschrijving van het verleden tot verwarring en onjuiste interpretaties kan leiden. Waar deze begrippen werden aangetroffen bij eerdere auteurs, zijn ze echter niet weggepoetst.

Zoals in de Zaanstreek over het algemeen gebruikelijk wordt het dorp Koog aan de Zaan in dit boek kortweg aangeduid als Koog.
Op enkele plaatsen in dit boek (in het bijzonder in de hoofdstukken 3.2. en 3.3.) zijn overzichten opgenomen van de ontwikkelingen van ondernemingen in economisch en bedrijfsorganisatorisch opzicht. Ofschoon deze overzichten uitgebreid zijn, is bij het samenstellen ervan geen compleetheid nagestreefd; de doelstelling was niet om ieder bedrijf van enige omvang te noemen, laat staan te beschrijven. De beschreven bedrijven werden gekozen vanwege hun overheersende belang, of omdat hun ontwikkeling opmerkelijk of exemplarisch is.

De in dit boek geplaatste illustraties werden, na bemiddeling door het Kunstcentrum Zaanstad, gemaakt door vier Zaanse kunstenaars. Op bladzijde 263 is een overzicht geplaatst van deze werken en de (aan de inhoud van dit boek ontleende) titels/onderwerpen ervan.

Zaandijk, 11 april 2000
Jan Pieter Woudt

Voorwoord

Op 11 mei 1900 werd het Departement Zaanstreek van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel opgericht. De drijvende kracht daarbij was J.A. Laan. Deze actieve Wormerveerse industrieel trachtte steeds door middel van tal van initiatieven de welvaart in de Zaanstreek te versterken. De oprichting paste volledig binnen de doelstelling van de sinds 1777 bestaande Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel: het bevorderen van het economisch leven, zowel nationaal als regionaal.

Gedurende honderd jaar bleef deze doelstelling van het Departement Zaanstreek onveranderd. Tal van bekende en minder bekende Zaankanters hebben daaraan in het verband van de Nederlandsche Maatschappij hun bijdrage geleverd. Soms met activiteiten omgeven door veel publiciteit; soms ook werkend in stilte, door het geven van adviezen aan overheid en bedrijfsleven of door het nemen van nuttige initiatieven en het uitvoeren van maatschappelijk zinvolle projecten. Nog steeds is het Departement Zaanstreek springlevend!

Het jubileum van het Departement Zaanstreek in het jaar 2000 is voldoende reden om ter viering daarvan in een publicatie terug te blikken. In het thans voor u liggende boek wordt een aantal aspecten van de economische en sociale geschiedenis van de Zaanstreek behandeld met een accent op de laatste vijftig jaar. Het is een periode waarin vele structurele veranderingen in de Zaanse economie optraden. Deze veranderingen zijn echter slechts te verklaren uit het verleden. Vandaar de titel: 'De bedding voor morgen'. Van harte hoop ik dat dit boek een bijdrage zal leveren aan het begrijpen van de economische ontwikkeling van de streek: nu en in de toekomst!

De schrijver, Jan Pieter Woudt, zijn wij veel dank verschuldigd. Hij leverde met veel inzet en studie een product dat het waard is door velen te worden gelezen. De schrijver werd gesteund door een redactiecommissie bestaande uit de heren drs. P. Oudega, Klaas Woudt, mr. F.J. Wytema en ondergetekende. Ik ben mijn collegae dankbaar voor hun inbreng. Ook voor de kritische opmerkingen van de heren prof. dr. A. van Braam en W. Jonker (die de delen over de voorgeschiedenis beoordeelden) ben ik erkentelijk. De bijdrage van de medewerkers van de Stichting Uitgeverij Noord-Holland en van degenen die deze uitgave financieel mogelijk maakten, wordt tevens in dank gememoreerd. Het boek verkrijgt een bijzonder cachet door de erin opgenomen illustraties, vervaardigd door vier belangrijke Zaanse kunstenaars.

Tot slot: de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft een eerbiedwaardige leeftijd. Nog steeds streeft de Maatschappij naar het leveren van een positieve bijdrage aan de economische ontwikkeling van land en regio. Zij is per traditie vernieuwend! Van harte spreek ik de wens uit dat deze combinatie van traditie en vernieuwing, die ook in dit boek tot uitdrukking komt, de komende honderd jaar in ons departement zal voortduren.

Koog aan de Zaan, 11 april 2000
Prof. dr. L.A. Ankum, voorzitter Departement Zaanstreek

UITVOERING BOEK:

Uitvoering/Formaat:Hardcover, 17,5 x 24,5 cm
Aantal pagina's:272
Tekst:Jan Pieter Woudt, Zaandijk
Redactiecommissie:L.A. Ankum, P. Oudega, K. Woudt, F.J. Wytema
Vormgeving:Rolf Kliffen, Studio Mercurius
Druk,lithografie en zetwerk:bv Kunstdrukkerij Mercurius, Wormerveer
ISBN:90-71123-52-9
Uitgave:De bedding voor morgen werd uitgegeven door Stichting Uitgeverij Noord-Holland in opdracht van het Departement Zaanstreek van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel bij gelegenheid van zijn honderdjarig bestaan op 11 mei 2000