Czaar Peter bekijkt de Zaanse scheepsbouw

Een ernstig geval van bedrijfsspionage?

Rondom de Hogendam
De titel van deze gewassen pentekening is “Gezicht op een scheepswerf”. Op de werf is een koopvaardijschip in aanbouw. Hoogst waarschijnlijk is dit de scheepswerf van Lijnst Rogge aan de Hoogedijk te Zaandam.
De maker van deze tekening is onbekend.
De datering van de voorstelling is begin 18e eeuw.
Collectie: Gemeente Archief Zaanstad
Rondom de Hogendam
Een keizerlijke timmerman.
Oude prenten van de Zaanstreek, betrekking hebbende op czaar Peter.
Vervaardiger: Mercurius Wormerveer
Uitgave: Calender Historiael
Collectie: Gemeente Archief Zaanstad
Volgens historicus Cees F.L. Paul leerde czaar Peter de Grote geen schepen bouwen in Zaandam. Daarvoor duurde zijn bezoek van een week in augustus 1697 te kort.
Schepen bouwen leerde Peter de Grote in Amsterdam op de grote werf van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De VOC was in de zeventiende en achttiende eeuw de grootste handels- en scheepvaartonderneming in de wereld.
Scheepstimmerbazen uit de Zaanstreek hadden op de werven in Amsterdam de leiding: op de Admiraliteitswerf op Kattenburg Hendrick Jacobsz. Cardinael en op de VOC-werf op Oostenburg Jan Cornelisz. Rogge. Beide stamde uit geslachten van scheepsbouwers met werven in Zaandam.

Czaar Peter kon zich gedurende een paar maanden vrijelijk bewegen op het uitgestrekte scheepsbouwareaal van de Amsterdamse Oostelijke Eilanden. Hij verdiepte zich intensief in de Hollandse scheepsbouwpraktijk en bouwde actief mee aan een VOC-fregat dat uiteindelijk naar hem werd gedoopt: de “Pieter en Paul”.
Czaar Peter ontving zelfs een certificaat van vakbekwaamheid als scheepstimmerman.

Aansluitend aan zijn stage op de Amsterdamse scheepswerven vertrok czaar Peter naar Deptford aan de Theems in Engeland. Daar was het Engelse marinearsenaal gevestigd en liet ook de Engelse Oost-Indische Compagnie haar schepen bouwen en onderhouden.

Op grond van zijn waarnemingen tijdens deze werkbezoeken besloot hij om onmiddellijk alle Hollandse scheepsbouwmeesters uit hun leidende posities op de Russische werven te verwijderen en hen te vervangen door Engelse of Deense. Hij stond niet alleen in zijn mening over de mindere kwaliteit van de Hollandse scheepsbouwers: ook Nicolaes Witsen, burgemeester van Amsterdam, bewindhebber van de VOC en lid van de Admiraliteit van Amsterdam vond reeds in 1671 “dat de Hollandse scheepsbouw als een sloep achter het Engelse fregat aan kwam.

De kritiek van zowel czaar Peter als Nicolaes Witsen was gebaseerd op bouwpraktijken van voornamelijk oorlogsschepen. Deze typen waren echter niet representatief voor het doorsnee handelsvaartuig dat in zo grote aantallen en met zoveel succes door juist de Zaanse scheepsbouwers voor de Europese vrachtmarkt waren geproduceerd.
In tegenstelling tot de grote VOC- en Admiraliteits werven in Amsterdam rustte de Zaanse scheepsbouw op particulier initiatief. De werven telden hier hooguit 40 scheepstimmerlieden tegenover 1200 tot 1500 mensen op de werven in Amsterdam.
Het was duidelijk dat de Zaanse scheepsbouw czaar Peter niet de technische en organisatorische kennis kon bieden die hij nodig had om Rusland te voorzien van een machtsinstrument ter zee.

C.F.L. Paul, studeerde geschiedenis aan de V.U. in Amsterdam en de R.U. in Leiden met als specialisatie “maritieme geschiedenis.”. Paul doet deze uitspraken in het artikel Czaar Peter en de Zaanse scheepsbouw.

Het verhaal van czaar Peter de Grote in Zaandam is vele malen in alle toonaarden beschreven, doorverteld en opgesmukt. Dat verhaal is aanschouwelijk gemaakt in een oud-Zaans huisje in het maritieme kwartier van de Zaanstreek: de Russische Buurt.

Rondom de Hogendam Rondom de Hogendam
Een aantal romantische beelden van het bezoek van czaar Peter aan Zaandam. Uit de opgetekende verhalen uit die tijd blijkt echter een heel andere werkelijkheid. De opdringerige houding van de Zaankanters zouden hem het werk onmogelijk hebben gemaakt.
De tekening links positioneert czaar Peter op een scheepswerf. De tekening rechts toont czaar Peter de Grote in zijn huisje aan het Krimp in Zaandam. Bij hem ligt scheepsbouw gereedschap en op de tafel zien we een scheepsmodel en een tekening van een schip.
Collectie: Gemeente Archief Zaanstad
Rondom de Hogendam

Een deurkalf met het opschrift 1632, aanwezig boven de deur van de noordgevel en waarschijnlijk afkomstig van boven een deur van het voorhuis, toont aan dat het huisje in dat jaar gebouwd zal zijn.

Rondom de Hogendam

In de “woonkamer” bevinden zich de o.a. portretten van czaar Peter de Grote en z'n echtgenoot Catharina.

Het huisje van czaar Peter

Rondom de Hogendam
Rondom de Hogendam
Rondom de Hogendam
Rondom de Hogendam
Rondom de Hogendam
Rondom de Hogendam
Voor wiens rekening het huisje is gebouwd is tot nu toe niet bekend. Maar vast staat wel dan een van de eerste eigenaren Pieter van Beecksteyn is geweest, schout van de bannen Westzaan en Krommenie van 1639 tot 1675. Hoewel hij aanvankelijk in Westzaan woonde had hij meerdere huizen in West-Zaandam in zijn bezit.

Hij verkoopt het huisje op 19 april 1659 voor f 800,- aan Cornelis Claesz. van 't Oogh, het wordt dan genoemd: “een huys ende erff, staende ende leggende tot West-Zaandam op Krimpenburgh.
Het huisje wisselt nog diverse malen van eigenaar. Op 18 maart 1688 koopt Jan Jansz. Kleijn, schoenmaker aan de Hogendijk het huisje voor de prijs van f 450,-. Gerrit Kist, die het huisje bewoonde in 1697 zal dus het huisje gehuurd hebben van schoenmaker Kleijn.

In Rusland was in die tijd Peter Aleksejewitsj, later bekend als czaar Peter de Grote, aan de regering gekomen. Hij voerde in Rusland allerlei hervormingen in en via handelsrelaties die Rusland toen reeds met de West-Europese landen onderhield, liet hij buitenlandse ambachtslieden naar Rusland komen om daar allerlei opdrachten uit te voeren en tevens om deze ambachten aan zijn landgenoten te onderwijzen. Hierbij waren ook een aantal Zaandammers, die vooral als scheepstimmerman, smid of molenmaker werkzaam waren.

Gedreven door zijn ideaal om in zijn land de nodige verbeteringen aan te brengen en daarmede het aanzien van zijn land te vergroten, besloot hij om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de beschaving, de handel en de industrie van West-Europa. Aan het einde van het jaar 1696 vertrok een groot gezelschap uit Rusland. czaar Peter reisde incognito, als gewoon lid van het gezelschap mee.

Alles wat tot nu toe bekend is over het verblijf van de czaar weten we uit dagboeken van tijdgenoten of bijvoorbeeld het communicantenboek uit het archief van de Lutherse gemeente van Zaandam.

In het artikel De czaar woonde hier maar acht dagen geeft Aris van Braam o.a. een overzicht van de archieven waarin verwijzingen zijn te vinden naar de omstandigheden waaronder czaar Peter de Grote zijn tijd doorbracht in Zaandam.
Prof. A. van Braam is oud-hoogleraar van de universiteiten van Rotterdam en Leiden. Hij is auteur van een groot aantal boeken en artikelen over de geschiedenis van de Zaanstreek.

De Lutherse predikant in Zaandam schrijft in zijn communicatenboek “Den voorledene 18 augusti dom 11 post Trin. 's morgens ten 8 uure is de czaar of grootvorst van Muscovien Pieter Alexewits in een ceuls schuitje met 6 moscowiters alhier op Sardam incognito aangekomen en heeft 8 dagen gelogeert op Krimbenborg bij een smidsknecht van Boij Tijsen.

Meer details geeft het journaal van 1697 van Jan Cornelisz. Noomen, lakenkoopman en lid van de vroedschap te West-Zaandam. Dit handgeschreven journaal bevindt zich in de bibliotheek van het Historisch Genootschap te Utrecht.
Noomen schrijft dat de czaar en enige leden van zijn gevolg op zondagochtend 18 augustus om zes uur in een kleine aak te Zaandam aankwamen en dat de eerste persoon die zij ontmoetten de eerder genoemde Gerrit Kist was, die in een schuitje in de Voorzaan zat te vissen.
Gerrit Kist had enige tijd in Petersburg als smid gewerkt en werd onmiddellijk door de czaar herkend. De czaar kwam met Kist overeen dat hij in zijn huis zou komen logeren.

Tijdens zijn verblijf in Zaandam heeft de czaar verschillende molens bezocht, timmermansgereedschap gekocht en familieleden van arbeiders die in Rusland werkten bezocht. Daar men echter spoedig vermoedde wie er achter het incognito van deze Russische vreemdeling schuil ging, trokken vele nieuwsgierigen naar Zaandam om toch maar een glimp van deze hoge gast op te vangen. Het werken op de scheepswerven werd hem daardoor onmogelijk gemaakt. Op zondag 25 augustus vertrok het gezelschap naar Amsterdam waar de czaar zich op de VOC-werf ging bekwamen in de scheepsbouw.

In zijn artikel probeert A. van Braam een antwoord te vinden op de vraag waarom de czaar slechts 8 dagen in Zaandam verbleef. Hij kwam tenslotte voor een “kennisneming en overneming van de industriële en maritieme technieken en vaardigheden waarin de Zaanstreek toentertijd excelleerde”. Scheepsbouw en scheepvaart, houtzagerijen en papiermakerijen vormden voor de czaar een cruciale doelstelling in zijn reisprogramma die een verblijf van langere duur dan acht dagen vereiste.

Van Braam constateert dat “het soms uitdagende gedrag van de vorst al spoedig de nieuwsgierigheid wekte en leidde tot een stroom van geruchten die tot ver in de omtrek reikte. Op 20 augustus waren al te veel mensen op de hoogte van de ware identiteit van de gasten.” Na een aantal incidenten vraagt de czaar de lokale autoriteiten om bescherming. Door middel van een “memorite voor den dorpsroeper” verzoekt de burgenmeester Alewijn Willemsz Joor de czaar verder met rust te laten. Bovendien werden er twee wachtposten bij het “loigement van dito grooten heer” geposteerd. Diverse pogingen van de autoriteiten om met de czaar in contact komen werden door de czaar afgeslagen.

De czaar heeft zich definitief onmogelijk gemaakt in de ogen van de plaatselijke autoriteiten toen hij niet verscheen op een speciaal voor hem georganiseerde overhaal van een pas gebouwd schip vanuit de Binnenzaan over de Overtoom naar het Timmerrak. Ondanks de door de bestuurders aangebrachte hekwerken en extra aangestelde oppassers voelde de czaar zich teveel bedreigd door het opdringerige volk. Ook na een herhaald verzoek bleef de czaar weigeren. Zonder zich ooit met de plaatselijke bestuurders te hebben ingelaten is de vorst weer uit Zaandam vertrokken. De burgemeesters en vroedschappen konden dit gedrag terecht als beledigend beschouwen.

De czaar komt nog enkele malen terug in Zaandam. O.a. op 3 september 1697 en op 21 mei 1698 om afscheid te nemen van vrienden en bekenden voor zijn vertrek naar Rusland. Op 9 maart 1717 brengt de czaar nogmaals een bezoek aan Zaandam, nu echter met zijn vrouw Catharina. Met haar bezoekt hij dan ook het huisje dat dan nog steeds door Gerrit Kist wordt bewoond.

Na het bezoek van de czaar in 1717 wordt er over het czaar Peterhuisje tot ca. 1780 niet meer gesproken. Het huisje wordt nog wel enige malen getransporteerd. Bijvoorbeeld op 15 maart 1764 wordt het verkocht aan Dirk Jurriaansz. de Vries voor de prijs van f 250,- die het huisje tot aan zijn dood op 18 juli 1789 in zijn bezit heeft gehad. Er wordt door notaris H. Chr. Göbel op 15 augustus 1789 een inventaris van zijn boedel opgemaakt. Daarin staat ondermeer dat tot deze boedel behoort: “een huys staande en gelegen op het Crimp, genaamd het huis van czaar Peter en daaraanhorig schuitenhuys, waarbij behoord een gouden medaille tot gedenkteken present gegeven door de Grave Orlow, commandant der Russische vloot den 4 september 1780”.
Dit is de eerste officiële akte waarin dat huisje aan het Krimp genoemd werd: “het huisje van czaar Peter”.
Na de komst van deze graaf Orlow in 1780 is het huisje blijkbaar in de publieke belangstelling gekomen, want vanaf die tijd wordt het regelmatig door hoge adellijke personen bezocht.

Rondom de Hogendam

Woonhuizen aan het Krimp
Centraal de dijksloot achter de Hogendijk met rechts woonhuizen aan de Hogendijk links woonhuizen aan het Krimp. Achterop de prent de tekst: “gezigt op het Draaypad te Zaandam ziende op het huis agter het welke czaar Peter zijn wooning heeft gehad”.
Datering Voorstelling: 1817
Vervaardiger: G. Lamberts
Techniek: Tekening in kleur geaquarelleerd
Collectie: Gemeente Archief Zaanstad

Rondom de Hogendam

Eerste ombouw czaar Peter huisje
Prinses Anna Paulowna liet het huisje waarin czaar Peter had gelogeerd overbouwen met een pannen dak dat rustte op stijlen met open bogen zodat het geheel van buiten zichtbaar bleef. Vermoedelijk heeft zij toen ook opdracht gegeven het voorhuis te slopen.
Collectie: Gemeente Archief Zaanstad

Een toeristische attractie met een koninklijk tintje

Aan het einde van de 18e eeuw wordt het huisje bezocht door de heer E. Maanskamp uit Amsterdam, schrijver en uitgever van “de merkwaardigheden dezer lande” die voor deze beschrijving een tekening wilde maken van het czaar Peterhuisje. Hij hoorde op dat moment dat de huidige eigenaar van plan was het huisje voor afbraak te verkopen. Maaskamp besprak dit met Jan Anthonie Bulsing, de kastelein in “De Otter” in Zaandam en raadde hem aan het huisje te kopen. Enerzijds om dit “zo merkwaardig geschiedkundige gedenkstuk” op deze manier voor afbraak te behoeden, en anderzijds, wanneer Bulsing het huisje ter bezichtiging voor reizigers en vreemdelingen zou openstellen, hij hiervan in zijn herberg veel profijt zou kunnen hebben. Bulsing ziet er wel wat in en koopt het huisje op 2 september 1800 voor f 60,-. Een toeristische attractie was geboren.
Door een aantal aankopen van aangrenzende panden en twee erven weet Bulsing zijn bezittingen aan het Krimp uit te breiden.

Op 4 september 1818 transporteert Jan Anthonie Bulsing, inmiddels logementhouder in de Doelen aan de Grote Markt in Groningen aan Zijne Majesteit Willem de Eerste, Koning der Nederlanden “een huis met deszelfs erve, staande en gelegen op het Krimp of Vorstenburg te West-Zaandam, bekend onder de naam het huisje van czaar Peter de Groote, met alles hetgeen daaraan is verbonden en tot hetzelve behoort, inzonderheid met de zich daarin bevindende schilderijtjes, drie houten stoelen, een tafel en een gouden medaille” voor de prijs van f 6000,-.

Rondom de Hogendam
Er staat een fraai borstbeeld van Anna Paulowna in de tuin van het czaar Peterhuisje.

Koning Willem I schenkt vervolgens het huisje bij akte van 28 september 1818 aan zijn schoondochter Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland. Aanleiding tot deze schenking was de geboorte van zijn kleinzoon Prins Alexander op 2 augustus 1818.
Na de dood van de koningin-weduwe Anna Paulowna op 1 maart 1865 wordt “het huisje van czaar Peter” overgedragen aan Zijne Kon. Hoogheid Willem Frederik Hendrik Prins der Nederlanden, beter bekend als Prins Hendrik. Deze liet het huisje opnieuw overbouwen, zodat het nu door een houten omhulsel geheel beschermd werd.

Na het overlijden van Prins Hendrik op 13 januari 1879 erft zijn broer, Koning Willem III het czaar Peterhuisje. Koning Willem III schenkt vervolgens op 23 november 1886 het czaar Peterhuisje en de kunstcollectie in het huisje aan keizer Alexander III van Rusland. Czaar Alexander III liet een aantal voorzieningen aanbrengen waardoor het huisje van alle kanten werd geschraagd. Tevens werd het huisje opgevijzeld en in zijn geheel op een stenen fundament geplaatst.
Czaar Nicolaas II, die in 1894 zijn vader opvolgde, liet, naar een ontwerp van de Amsterdamse architect G.B. Salm, het huisje voorzien van een nieuwe stenen ombouw. Voor de bouw van de stenen overkapping heeft een Russisch-orthodox kerkje als voorbeeld gediend. Vrijwel de gehele voorgevel bestaat uit een grote boog die wordt bekroond door een hardstenen Russische keizerskroon. Ook op elke pilaar van het smeedijzeren hek staat zo'n kroon. Tevens werd de oude conciërgewoning vervangen en werd het terrein door een stenen muur omheind.

Tot 1917 werd het huisje beheerd door het bureau van de Russische consul-generaal in Rotterdam. Na de komst van een nieuw bewind in Rusland doet het consulaat-generaal op 14 december 1917 het verzoek aan de gemeente Zaandam om het beheer van het huisje voorlopig over te nemen en een vertrouwd persoon als bewaker aan te stellen. Een definitieve regeling aangaande het beheer van het huisje viel toen nog niet te maken daar het huisje behoorde tot de particuliere bezittingen van het huis Romanov.
Pas vanaf 1921 wordt er gecorrespondeerd met de vertegenwoordiger van de erfgenamen van de Russische keizerlijke familie. In 1924 raken de middelen van de erfgenamen schijnbaar uitgeput en verzoekt de vertegenwoordig aan de gemeente Zaandam om de onkostenrekeningen voorlopig voor te schieten. Er werd echter uitdrukkelijk bij opgemerkt dat door deze regeling de gemeente Zaandam nimmer aanspraak zou kunnen maken op het eigendom van het huisje. B en W van Zaandam gaan akkoord met de voorstellen van de vertegenwoordiger.
In augustus 1924 besluit het College van B&W van Zaandam om als tegemoetkoming in de kosten van het onderhoud van het czaar Peterhuisje een entree te heffen van f 0,10 per persoon (schoolkinderen onder geleide worden hiervan vrijgesteld). In 1925 is het huisje door ruim 17.000 betalende bezoekers bezocht.

Het czaar Peterhuisje is eigendom geweest van de gezamenlijke erfgenamen van czaar Alexander III. Op 6 januari 1948 doet Olga Alexandrowna Groot Hertogin van Rusland, wonende op “Knudsminde” Ballerup in Denemarken, als erfgename van haar vader keizer Alexander III van Rusland ten behoeve van de staat der Nederlanden afstand van haar rechten en aanspraken op het czaar Peterhuisje te Zaandam, welk huisje heeft gediend tot domicilie en studeervertrek van czaar Peter de Grote, alsmede van de goederen, die zich in de gebouwen bevinden. Ook haar zuster, Groothertogin Xenia Alexandrowna, wonende op Hampton Court in het Graafschap Surrey in Engeland doet afstand van haar rechten en aanspraken op het huisje.

Vanaf 1948 staat het czaar Peterhuisje bij het kadaster op naam van de “Staat der Nederlanden en de erfgenamen van czaar Nicolaas II”.

Duitse kanalen
Beschrijving: czaar Peter gezeten in een groot vertrek met allerlei mensen, meest scheepsvolk. De czaar is gezeten aan een tafel waarop enkele scheepsmodellen. In het vertrek nog een ander groot scheepsmodel. Rechts in het vertrek een bedstede.
Datering Voorstelling: 17de eeuw
Vervaardiger: onbekend
Techniek: Litho
Afmeting: 30 x 46 cm.
Collectienaam: Collectie kunstbesteding - heemkunde
Collectie: Gemeente Archief Zaanstad

Imponerende lijst met bezoekers

Jaarlijks wordt het czaar Peterhuisje bezocht door duizenden toeristen. Of er onder deze toeristen in de eenentwintigste eeuw nog hoogwaardigheids bekleders incognito bevinden is niet aannemelijk. Het bezoek wordt ruim van te voren aangekondigd en alle veiligheidsmaatregelen worden genomen. Dit soort bezoekjes zijn kort en zeer formeel van aard. De Russische leiders van het moderne Rusland ontkomen niet aan een bezoek aan Zaandam als ze in Nederland verblijven. Op 26 mei 1993 zette Gorbatsjov zijn handtekening in het gastenboek. In 2005 volgde de huidige Russische president Poetin zijn voorbeeld.
Veel regeringsleiders en koningshuizen zijn hun voorgegaan. Onderstaand overzicht is lang niet compleet maar geeft toch en aardig beeld van wie er zoal langs zijn geweest aan het Krimp.

Rondom de Hogendam
Bezichtiging door Prins Hendrik
Collectie: Gemeente Archief Zaanstad
  • In de zomer van 1781 Keizer Jozef II van Oostenrijk
  • In juli 1782 de Russische troonopvolger Pawjel Petrowitsj, de vader van de latere keizer Alexander I
  • In de periode 1806-1810 Lodewijk Napoleon
  • Op 11 oktober 1811 keizer Napoleon
  • Op 3 juli 1814 Keizer Alexander I samen met Koning Willem I
  • Op 22 september 1831 Koning Willem I en Koningin Wilhelmina
  • Op 17 april 1839 de Russische troonopvolger Grootvorst Alexander Nikolaewitsch, van 1851 tot 1881 bekend als czaar Alexander II

Jarenlang was het een goede gewoonte om ergens in het huisje een handtekening achter te laten. Toen uiteindelijk alle wanden en ramen volgeschreven waren en men de handtekeningen over elkaar heen begon te schrijven werd er rond 1900 een bordje opgehangen met de tekst: “Men wordt verzocht niet op de wanden, deuren of ramen te schrijven, te krabben of te snijden”. In 1917 werd een gastenboek neergelegd. Inmiddels staan er honderdduizenden handtekeningen in deze boeken die zijn in te zien in het Gemeente Archief Zaanstad in Zaandijk.

Er hebben al eerder “gastenboeken” in het czaar Peterhuisje gelegen. Het lijkt er echter op dat die daar lagen op particulier initiatief van de conciërge. Historica Rita Hooijschuur heeft onderzoek gedaan naar die eerdere gastenboeken en heeft slechts een aantal kopieën van bladzijden uit die boeken kunnen vinden. Het lijkt erop dat deze waardevolle documenten, met de handtekening van vele “adelijke en andere bijzondere personen” met een erfenis zijn meeverhuisd naar de Verenigde Staten.

De huidige beheerder, Gerard Horneman, wijst met veel plezier aan waar, naar men vermoedt, de handtekening van Napoleon staat. Door het vele aanwijzen is daar echter niet veel meer van te zien.

Rondom de Hogendam
Op 1 november 2005 bezocht de President van de Russische Federatie, Zijne Excellentie de heer V.V. Poetin het czaar Peterhuisje. Zijn handtekening is te bewonderen in een vitrine.
Ook ene Beekman bezocht ooit het museum. Wie mijnheer of mevrouw B.T. Beekman was, is nooit achterhaald, ook wanneer deze persoon nu precies op bezoek is geweest is niet duidelijk. Hij of zij heeft echter wel werk gemaakt van die handtekening in een van de ruitjes in de “woonkamer”.

Door: Cees Kingma, september 2006
Advies: Gerard Horneman, beheerder czaar Peterhuisje in Zaandam

Bronnen:

Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma, tenzij anders aangegeven.