Poldersluizen

Poldersluizenl
Een voorbeeld van een houten spuisluis uit het begin van de zeventiende eeuw zoals die ook in de Zaanstreek geplaatst kunnen zijn. Deze spuisluis was gebouwd voor de afvoer van het overtollige water en was tevens geschikt om scheepvaart mogelijk te maken. De sluis had één stel puntdeuren en was door middel van een deurgebint en twee eindgebinten versterkt.
Tekening: Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland.
Poldersluizenl
Het uitvoerig bestek van de Edammersluis uit 1546 uit het archief van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland komt sterk overeen met deze afbeelding van een sluis in Roemer Visschers “Sinnepoppen”.
Opvallend bij deze sluis met twee stel puntdeuren is de houten gebintconstructie boven de sluis die moest voorkomen dat de wanden gingen wijken en de deuren niet meer sloten.
Tekening: Wie water deert. Uitgegeven bij het 425 jarig jubileum van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland.

Reizend door de Zaanstreek is het niet goed voor te stellen dat dit gebied rond de Middeleeuwen een getijdengebied was. Via het IJ stond de streek in directe verbinding met de Zuiderzee. Bij elke eb en vloed stroomde het zoute water via de Zaan en andere veenstromen het gebied uit en in. Ook vanuit het noorden werd het gebied belaagd door invloeden van de Zuiderzee. Doordat deze veenkolonie relatief ver van de eigenlijke Noordzee verwijderd was, zullen de verschillen tussen hoog en laag water beperkt zijn geweest. Bij springvloed en hevige stormen liepen ook de hogere geleden delen van de ontginningen echter onder water. Door de stromingen brokkelden steeds meer oevers af en werden kleinere kreken en plassen geleidelijk grotere binnenmeren.

De wateroverlast binnen in het gebied nam toe nadat de zeegaten zoals de Zaan en het Kromme IJ waren afgesloten en de eerste droogmakerijen werden leeggemalen. De boezem, de verzameling van alle aanwezige meren en plassen die via de gezamenlijke vaarten als tijdelijke bergplaats over het overtollige water van een omdijkt gebied dient, werd kleiner terwijl er meer water moest worden verwerkt. Polders werden natter en liepen vaker onder water. Naast de grotere afdammingen van de zeegaten werden nu ook de polders door dijken beschermd. De veengebieden van Oostzaan, Wormer, Jisp, Assendelft, Krommenie en Westzaan werden van dijken voorzien. De Zaan kon bijvoorbeeld hierdoor niet vrijelijk meer het Zwet en de Wormer in en uit stromen. Dit had grote gevolgen voor het interne transport binnen het gebied. Voordat de polders werden bedijkt konden vissers in Wormer en Jisp via diverse sloten en vaarten vanuit hun dorpen naar de Wormer en de Zaan om hun netten uit te gooien. En boeren uit Oostzaan konden met hun zuivelprodukten naar de markten in de omliggende grote steden zoals Alkmaar, Haarlem en Amsterdam.

De afwatering van het overtollige regenwater van de diverse polders gebeurde meestal via spuisluisjes op de omringende Schermerboezem. Gezien de geringe dijkhoogte van deze polderdijkjes zullen de meeste van deze spuisluizen wel open sluizen zijn geweest. Bij een gelijke waterstand kunnen schepen eventueel via een dergelijke sluis de polder in- en uitvaren. De omringende boezem was echter niet meer onderhevig aan eb en vloed zodat de situatie van een gelijke waterniveau in de polder en in de boezem wel steeds minder zou zijn voorgekomen. Door de afwatering begon de veenbodem in te klinken en daalde het polderniveau. Zeker toen ook de eerste windmolens werden ingezet om ook het overtollige water uit de bedijkte polders te malen. Overhalen waarbij kleinere scheepjes over de dijk werden getrokken en overlaadplaatsen werden gebouwd. De uiteindelijke uitvinding en de introductie van de schutsluis bracht eigenlijk pas echt de oplossing voor het interne transport.

Van die oorspronkelijke tijsluisjes is niets meer terug te vinden. Ook van de eerste houten schutsluisjes zijn in de Zaanstreek geen voorbeelden meer te vinden. Alle nog bestaande sluizen zijn wel vervangende sluizen voor waar eens een houten sluis is geweest. Sluizen hebben veel te lijden van de natuurlijke omstandigheden waarin ze zich bevinden. Gedeeltelijk in en onder water onder alle weersomstandigheden. Houten sluisdeuren gaan slechts enkele tientallen jaren mee. Dat is ook de reden dat de gemeenten in de Zaanstreek niet altijd hun uiterste best hebben gedaan om sluizen, waar niet direct meer een vaargebied bij hoort, te behouden. Zo zijn er erg veel poldersluizen verdwenen. In Wormerveer is er bijvoorbeeld niet één werkende sluis meer. Terwijl er een aantal belangrijke vaarverbindingen, naar de achter de Zaandijk gelegen pakhuizen en industriemolens, geweest zijn. Alleen de straatnamen herinneren hier nog aan sluisjes; Sluispad en Oversluispad.

Rond het Wormer en Jisperveld zijn er nog drie sluizen open; de Poelsluis, de Boerensluis in Knollendam en de Jispersluis. Ook het Westzijderveld is nog via een aantal sluizen te bereiken. Zowel aan de westkant via de Weelsluis in Westzaan als door de Zaandijkersluis (of G.J. Honigsluis), Mallegatsluis en Papenpadsluis vanuit de Zaan. Deze polder is zelfs nog via de zeesluis de Overtoomsluis bereikbaar. De Kalverpolder en de Oostzanerpolder zijn elk nog slechts door één sluis bereikbaar. En dan te bedenken dat Oostzaan zich in de 16e eeuw ontwikkelde tot het centrum van de handel in de Zaanstreek. En dat belangrijke scheepvaartroute vanuit Wormer naar Amsterdam en Haarlem niet via de Zaan maar via de Wormerringvaart, Braak, Watering en Barndegat liep.

Gelukkig worden er ook weer sluizen geopend. De monumentale Zaandijkersluis (nu de Gerrit Jan Honigsluis) is in 1996 weer gerestaureerd en wordt sinds die tijd weer bediend door vrijwilligers; genaamd het “Sluisgilde”.

Nog bestaande sluizen in de Zaanstreek

Van de vele tientallen sluizen en sluisjes die in de Zaanstreek hebben gefunctioneerd zijn er nog slechts een beperkt aantal in bedrijf. Hieronder staat een overzicht van de beschrijvingen van een aantal van deze bediende sluizen in de Zaanstreek.

Op een aantal bediende sluizen in de Zaanstreek is een geplastificeerde kaart te koop waarop o.a. staat aangegeven waar de (bediende) sluizen zich bevinden, de bedieningstijden en de aan de sluis verbonden vaarroute door de streek. Bovendien worden de bedieningstijden van de relevante bruggen vermeld.

Poldersluizenl

Bediening van sluizen en bruggen tijdens weekeinden en feestdagen in de periode 30 april tot 1 oktober in 2006 Overige dagen
1 G.J. Honigsluis Zaandijk 9 - 18 u. Op afspraak
2 Weelsluis Westzaan 8 - 10 u.
17 - 19 u.
Op afspraak
3 Vrouwenverdriet Westzaan 9 - 10 u.
17 - 18 u.
Op afspraak
4 Schermersluis Westzaan 9 - 12 u.
13 - 16.30 u.
Zonder afspraak, zelfde tijden
5 Overtoomsluis Westzaan   Op afspraak
6 Papenpadsluis Zaandam   Op afspraak
7 Mallegatsluis Zaandam Alleen zondag
10 - 18 u.
Op afspraak
8 Poelsluis Wormer Zondag
9 - 12 u.
14 - 19 u.
Zonder afspraak
8 - 12 u.
13 - 19 u.
9 Noordersluis Krommenie 10 - 12 u.
16 - 18 u.
Op afspraak
10 Hanenpadsluis Zaandam za 9 - 11 u.
zo 9 - 11 u.
zo 16 - 18 u.
Op afspraak
11 Wilhelminasluis Zaandam za 7 - 12 u.
za 13 - 18 u.
zo 9 - 12 u.
zo 14 - 19 u.
Zonder afspraak
12 Haaldersbroek Zaandam Afspraak
1 dag vooraf
Op afspraak
13 Woudaapsluis Krommenie Afspraak
1 dag vooraf
Op afspraak
A Weelbrug Westzaan 8.30 - 10 u.
17 - 19 u.
Op afspraak
B Vaartbrug Krommenie 9 - 12 u.
13 - 16.30 u.
Zonder afspraak
C Spoorbrug Krommenie 9.07 - 12 u.
13 - 16.07 u.
Zonder afspraak
D Wipbrug
(vaste brug)
Westzaan doorvaart hoogte 1.40 m  
E Spijkerboorbrug Starnmeer 9 - 13 u.
14 - 19 u.
Zonder afspraak
F Engewormerbrug Wormer ma t/m za
15.00 - 17.00 u.
vr/zo/fstd
18.30 - 20.30 u.
 
Bij gesloten bruggen minimale doorvaarthoogte 0.80 m.

Bronnen