Onze reis in de zomer van 2005

De borders; de grensgebieden van Engeland en Schotland

De eerste week verbleven wij op de West Kyloe farm. Een prachtig landelijk gebied op de grens van Engeland en Schotland. Industrie is in dit gebied vrijwel helemaal verdwenen. Wel zijn er verlaten spoorlijnen en viaducten te vinden. Berwick-upon-Tweed is een oude vestigingstad op de grens van Engeland en Schotland. Er zijn daar verschillende interessante oude bruggen: De stenen boogbrug over de rivier de Tweed dateert uit 1610. Stroomopwaarts ligt de Union hangbrug uit 1820 en de hoge Royal Border spoorbrug die is ontworpen door Robert Stephenson.

Berwick-upon-Tweed was een belangrijke regionale haven die zijn functie vrijwel volledig heeft verloren. Langs de kunst zijn ook verschillende oude vissersplaatsen die door veranderingen in visserij hun functie hebben verloren. St.Abbs ligt vlakbij een voormalige abdij. De plaats in is in 1833 ingericht als vissershaven door de bierbrouwer Usher uit Edinburgh. Een belangrijkste gebouwen is het gebouw van de reddingboot. Een groot deel van de kust is hier vogelreservaat. De haven met zijn pieren is vanaf de rotsen gezien een dramatische schoonheid.

Verdere informatie op: St Abbs Undiscovered Scotland: The Ultimate Online Guide

En hier en daar zijn er nog overblijfselen van watermolens. De camping op de West Kyloe farm lag naast een verlaten en vervallen watermolen. West Kyloe Farm - Old Mill Caravan Site

Tussen de dorpjes Ford en Etal ligt een gerestaureerde Heatherslaw watermolen die naast het malen van graan ook gerst pelt. Dat is bijzonder want Schotse gerst werd meestal gebruikt in de mouterij als eerste stap in de bereiding van bier of werd naar Holland verscheept voor de Zaanse pellers.

Om toeristen te trekken is er ook een smalspoorlijn aangelegd met een stoomlocomotiefje; “de Heatherslaw light railway” die langs het riviertje de Till loopt. Verder beroemt Ford zich er op dat er een dorpswinkel is. Inderdaad langzamerhand iets ongewoons in Engeland. De komst van de weidewinkels en shopping malls geeft sommige binnensteden een Oosteuropees aanzien. In Lowick, waar West Kyloe bij hoorde, was ook een dorpswinkel. En verder twee pubs. Alle andere winkels waren gesloten en voor de shopping kon men terecht in Berwick-upon-Tweed zo'n 20 kilometer verder.

Niet ver van West Kyloe was Bamburgh Castle dat is gerestaureerd door de familie Armstrong. Nazaten wonen er nog steeds. In het kasteel is een museum gewijd aan W.G. Armstrong. Ik zag o.a. een bouwtekening van de Rotterdamse hydraulische kolentip no.2. Verder maakte het museum een wat verwaarloosde indruk. Het gebied is schitterend om te wandelen en er valt ook te veel te zien op het gebied van kerken, kloosters en kastelen. Er zijn ook veel vogelreservaten.

We vertrokken van IJmuiden via DFDS naar Newcastle-upon-Tyne. Bij het binnenvaren zagen we de verlaten droogdokken met er tussen nieuwe woonwijken.
Royal Border bridge. Een spoorbrug ontworpen door Robert Stpehenson. Deze brug werd een belangrijke schakel in de East Coast Mainline; de spoorwegverbinding van Londen naar Edinburgh.
De haven van St.Abs Head. Een pittoreske vissershaven die zijn economische functie grotendeels heeft verloren.
De watermolen van Heatherslaw
tussen Ford en Etal.
Een verlaten spoorwegviaduct over de rivier de Cheviot. Een prachtig wandelgebied.

Het dal van de Tyne

Onze standplaats met de caravan was in Hexhamn in de buurt van de muur van Hadrianus die dwars over Engeland loopt. Uiteraard is dit een prachtig stuk techniekgeschiedenis. Langs de muur zijn vele forten opgegraven. Het is een ook een prachtig wandelgebied. Met de trein reden we over de voormalige spoorweg van Carlisle naar Newcastle. We reden o.a langs de Dunston Staiths. Dit is een grote houten steiger waar de spoorwagens opreden en hun kolen kiepten in de zeeschepen die onder aan deze steiger lagen.

Zie: Cycle Gateshead en
Structuaral Images of the North East - Structure Name: Dunston Staiths

Deze staiths zijn monument maar ernstig beschadigd door een brand. Via een van de spoorbruggen over de Tyne reed de trein het prachtige Centraal Station in Newcastle binnen. We bezochten eerst het Discovery Museum Blandford house waar nu ss Turbinia ligt. Het museum heft een aantal thema's zoals “De story of Tyne” en “Working Lives”. Er is ook veel aandacht voor “kid fun”. Net als veel andere musea. Als je een bijdrage wilt hebben van uit het Lottery heritage fund, en geen museum kan daar meer buiten, dan worden er eisen gesteld aan de toegankelijkheid voor minder validen en aan activiteiten voor kinderen. Een groot deel van de collectie blijft daardoor verborgen in het depot. Echter de Turbinia is een bezoek aan het museum meer dan waard. Welcome Discovery Museum

Een stadswandeling moesten we onderbreken vanwege een regenbui. Een van de weinigen in deze vakantie. De onderbreking was in een Waterstones boekhandel. Alle tijd om te zoeken naar boeken over Noord Oost Engeland. Men is bezig het centrum van Newcastle te reinigen van vele lagen roet. Het krijgt weer een helder aanzicht. We zijn daarna naar de kades gewandeld langs en onder de bruggen. Over de nieuwe Milleniumbrug om op het terras van The Baltic een pint te drinken. Het uitzicht over de rivier, de bruggen en de steden was prachtig. Vlakbij Newcastle ligt Durham met zijn prachtige cathedraal.

Kolenschepen aan de Dunston Staiths rond 1900.
Restauratie proces aan de kades onder de High Level Bridge in Newcastle.
Swing Bridge met achtergrond van High Level bridge.
Muziektheater SAGE
De naderende stortbui geeft
het gebouw een bijzonder accent.
SAGE, het nieuwe muziektheater van Gateshead, ontworpen door Norma Foster. Het is gebouwd op de plek van kolenlaadplaatsen.
De bruggen van Newcastle-upon-Tyne. Pakhuizen achter het Centraal Station van Newcastle die op restauratie wachten. De plannen van de aannemers en projectontwikkelaars liggen al klaar.

Het dal van de Tees

Na Newcastle was onze volgende camping in Stockton-on-Tees naast de Tees barage. De Tees barage is een soort stormvloedkering; maar is vooral bedoeld om het verontreinigde water buiten de houden. De Tees is nu een van de schoonste rivieren van Engeland. De stormvloedkering kwam gereed in 1995.
Tees Barrage Bridge, Cleveland
Ook dit project werd voor een groot deel betaald met geld van de loterij. Het gebied van de camping maakte de indruk dat het een door een landschaparchitect heringericht oud fabrieksterrein was. Vlak om de hoek waren nog grote hallen van Corus waarvan niet duidelijk was of ze nog in gebruik waren. Stockton en Middlesbrough zijn twee oude kolenhavens. Stockton was het eindpunt van de eerste spoorweg. Middelsbrough is aangelegd als kolenhaven. Ook in Noord Oost Engeland is al een hele oude ijzerindustrie. In de kolenlagen kwam soms ook ijzererts voor; blackband. Maar in 1850 werden ten zuiden van de Tees in de Cleveland heuvels grote hoeveelheden ijzererts gevonden. De eerste grote ijzerindustrie in dit gebied was van John Vaughan en Henry Bolckow. Er kwamen al snel een goot aantal andere bedrijven bij zoals Dorman & Long en de gebroeders Bell in Port Clarence. Alles wat er van de ijzer- en staalindustrie over is, hoort nu bij Corus. DormanLong en Cleveland Bridge zijn nog belangrijke aannemers van grote projecten. Zo bouwde DormanLong o.a. de Syndey harbour bridge. En de Cleveland Bridge was betrokken bij de grote Engelse hangbruggen over de Firth of Ford, de Humber en de mond van de Severn bij Bristol.

Een heel bijzondere brug is de Transporter bridge bij Middelsbrough. Het verkeer wordt overgezet in een gondel die met kabels hangt aan een wagentje dat op rails loopt op een brug hoog boven de rivier. De brug is uit 1911 en door de Cleveland Bridge Comp. gebouwd naar een Frans ontwerp. Wij hebben op zaterdagmorgen de oversteek met auto over de rivier gemaakt. Het ging erg snel. Middlesbrough Transporter Bridge

Via Port Clarence reden we naar Hartlepool. In Port Clarence is een oude scheepswerf ingericht als scheepssloperij. Men wilde daar op milieu verantwoorde wijze schepen ontmantelen; om te beginnen een deel van de Amerikaanse reservevloot. Er zijn verschillende bevoorradingsschepen uit de mottenballenvloot naar Engeland gesleept. Dit leidde tot grote conflicten met de milieubeweging en veel lokale en nationale politieke onrust. De schepen liggen er maar er gebeurt nu niets mee in afwachting van allerlei juridische procedures.

De commotie is vergelijkbaar met de die over de tankers in de haven van Amsterdam die op last van de milieu-inspectie in Nederland worden gesloopt bij de scheepswerf in Amsterdam Noord. Ik wilde foto's van de schepen maken maar werd door een nors kijkend Oosteuropees type weggestuurd. Over de sloopwerf en de spookschepen zoals ze nu heten is info te vinden op: Seaton Port en Ghost ships to remain on Tees

Middlesborough transporter bridge.
De gondel van de transporter bridge.
Victoriaansche pracht; een deel van het oostelijke portaal van de Transporter bridge in Middlesbrough.
Port Clarence met de Amerikaanse
oorlogsschepen die op sloop wachten.
Maritiem museum in Hartlepool. Dit was vroeger een droogdok van de grote scheepswerf van William Gray.
Houten oorlogsschip Trincomalee.
Vanwege een tekort aan eikenhout in Engeland
werd het schip in Bombay gemaakt van teak.
Het was te laat klaar om nog tegen Napoleon
ingezet te worden. Het was een drijvende
gevangenis en later een opleidingsschip.
Raderboot ss Wingfield Castle in maritiem museum Hartlepool Het schip is in 1934 gebouwd op de werf van William Gray in Hartlepool voor London and North Eastern Railway voor haar veerdienst voor de Humber tussen Hull en New Holland.

Hartlepool was ook een kolenhaven die een belangrijke scheepsbouwindustrie kreeg. Beide vormen van nijverheid zijn verdween. Er is nog wel wat werk voor de offshore industrie maar het zijn vooral kale vlaktes rond de oude dokken met her en der wat nieuwe flats. Een klein deel van de dokhavens is gespaard en gerestaureerd. Hier ligt het houten oorlogsschip Trincomalee en de raderveerboot Wingfield Castle. Rond de Trincomalee heeft men heel aardig de 18de eeuwse sfeer van een haven weten op te roepen.

Op de camping in Stockton waren inmiddels heel wat Hartlepoolers gearriveerd. Types die de gezelligheid zochten in de vier B's: Bier, Barbecue, Breezers en Blasters. Maar dat is niet ongewoon op Engelse campings. Men arriveert meestal aan het einde van de vrijdagmiddag en vertrekt zondag na de uitgebreide lunch. Op zaterdag stuitten we in Helmsley op een stoomrally. Een week eerder was het dorp door een heftige regenbui overstroomd geworden.

Op zondag bezochten we eerst “Locomotion, the National Railway museum in Shildon”. Dit nieuwe spoorwegmuseum ligt aan de voormalige Stockton-Darlington spoorwegmaatschappij. In nieuwe hallen is een deel van de collectie van het Engelse Nationale spoorwegmuseum in York hier onder gebracht.
Naast een aantal locomotieven en wagens staat er ook de Alvin van Tom Rolt. Tom Rolt (1910-1974) was een zoon van keurige ouders die niet wilde deugen op school en in een garage ging werken en zo monteur werd. Hij vatte de liefde voor oude auto's op. Hij wilde een leven als schrijver. Hij staat aan de wieg van de Vintage sportscarclub maar ook aan de beweging tot behoud en restauratie van kanalen en smalspoorwegen. Hij is een van de grondleggers van de beweging tot behoud van technische en industriële monumenten geweest. Hij schreef meer dan veertig boeken o.a. over een aantal belangrijke ingenieurs. Enige jaren geleden werd ik door zijn hoog bejaarde weduwe Sonia rondgeleid door hun 14de eeuwse woning. De werkkamer van Tom Rolt is een soort tijdscapsule. Het is sinds zijn overlijden vele jaren geleden niet meer veranderd. De Alvin was de eerste auto die ooit op een Engelse motorway reed. Tom Rolt maakt er een testrit mee op het eerste deel van de M1.
Info: L. T. C. Rolt - From Wikipedia, the free encyclopedia

Later maakten we nog een wandeling bij de bovenloop van de Tees waar we een ravijn overstaken via een kleine hangbrug uit 1830. De Wynch ijzeren hangbrug voor voetgangers was gebouwd om mijnwerkers de kans te geven van hun huizen naar de loodmijnen te gaan.

Schoorstenen zijn altijd mooi. Deze is van het ss Wingfield Castle.
Uit de beschildering blijkt de liefde voor een stoomtrekker. Mtoto is Swahili voor kind of baby. We troffen deze stoomtrekker aan bij de stoomrally in Helmsley. De ondertitel luidt “Gari ya Moshi”. Dat is Swahili voor stoomwagen. Als oud-inwoners van Moshi begonnen wij meteen een gesprek met de eigenaar. Uiteraard in het Swahili. Hij had vroeger gewerkt in Keni voor de East African railways and Harbours.
Kolenlaadplaatsen voor locomotieven aan de
Stockton-Darlington spoorweg. Een kolenwagen
werd omhoog getrokken en kon dan zijn inhoud
in de tender van de stoomlocomotief kiepen.
Spoorwegkraan met handbediening in collectie Locomotion Shildon.
Gerestaureerde spoorwagens in
buitenmuseum van het Locomotion Shildon.
De Alvin van Tom Rolt in Locomotion in Shildon.
 
  Hangbrug over de kloof van de rivier de Tees bij Wynch.

Nottingham, de Newcomen Society summer meeting

Van Stockton zakten we af naar Nottingham. Hier waren we voor de Summer meeting van de Newcomen Society.
The Newcomen Society - for the study of the history of engineering and technology

We bezochten het project “Vulcan in the Sky”. De Vulcan XH558 was een grote Delta straalbommenwerper van de strategische Engelse luchtmacht en bedoeld om atoombommen te vervoeren. De “Vulcan in the Sky club” hoopt deze viermotorige reus volgend jaar weer in de lucht te hebben. De club heeft een hangar op het Bruntingthorpe vliegveld. Dit type bommenwerper was ontworpen voor een eventuele aanval op de USSR. Maar ze is o.a. ingezet in de Falkland oorlog. Het Bruntingthorpe vliegveld dient ook als “parkeerplaats” voor een serie historische militaire vliegtuigen en van een Boeing 747 die is te huren als conferentiecentrum.

Verder fungeert het vliegveld als test circuit voor nieuwe auto's. Men kan er ook met het eigen bedrijf een middagje gaan autoracen. Dat is weer eens wat anders als een survivaltocht in de Ardennen. Daarna bezochten we de Foxton locks. Dit is een sluizentrap in een van de Engelse kanalen (In onze ogen trekvaarten). Eens was hier ook een groot hellend vlak waar de schepen met stoomkracht van het ene kanaalpand naar het andere werden gehaald. Met geld van de loterij is men nu begonnen dit hellend vlak weer te reconstrueren.

Daarna bezochten we het museum van het stadsgas in de voormalige gasfabriek van Leicester. Bijna niemand weet nog dat elke plaats zijn eigen gasfabriek had en wat gasverlichting was. Het was een fantastisch museum maar het had weinig oog voor “kidfun”. De volgende dag bezochten we eerst Swannington. Dat lag midden in een groot voormalig steenkoolmijnen gebied. Er was geen enkele kolenmijn meer. Het hele landschap was heringericht en men heeft hier het grootste bos van Engeland aangeplant.
Wij bezichtigden de windmolen van Swannington die in vele kleine stappen werd gerestaureerd. Er vlakbij was een replica van een rosmalen die diende als hijsinstallatie bij en kolenmijn. Deze kolenmijn was niet veel meer dan een rond gat in de grond waar de mijnwerkers in mandjes naar beneden werden getakeld.

De volgende stop was bij het Moira furnace. Een hoogoven uit het einde van de 18de eeuw. Men heeft deze hoogoven en het bijbehorende kanaal gerestaureerd. Prof Marilyn Palmer noemde dit in haar inleiding op de summer meeting een van de witte olifanten van de industriële archeologie. De hoogoven was maar kort in gebruik en kreeg toen een herbestemming. Zij wees er op dat juist vaak atypische gebouwen, die al vroeg een andere bestemming hebben gekregen, de grootste kans op overlevering tot een monument hebben.

De dag werd afgesloten met een bezoek aan de Great Central railway in Loughborough. Hier probeert men de sfeer van een dubbelsporige hoofdspoorlijn te bewaren. Vele museumlijnen zijn enkelsporig en waren in feite zijlijnen die nu weer in gebruik zijn genomen. Bij de Great Central echter gaat men voor mainline steam. De locomotievenloods waar men volop bezig was met onderhoud, restauratie en reparatie is een belevenis. Men doet er alles aan om bezoekers te trekken. De stations zijn allemaal in een verschillend tijdperk uitgevoerd. Men heeft thema weekenden. Wij waren net na het weekend dat was gewijd aan de Tweede Wereldoorlog. Een station was ingericht in de stijl van Dad's army, Dad's Army en ander in de stijl van de Franse ondergrondse zoals werd gepersifleerd in het BBC programma Allo, allo 'Allo 'Allo! en een als een Duits station waar de Hitler jugend marcheerde. Dat zie ik Nederland nog niet zo gebeuren en ook in Engeland heeft dit tot heftige discussies geleid. Voor veel geld mag je een dagje een stoomlocomotief bedienen. Ook een bedrijfsuitje.

De achterzijde van de Vulcan XH 558. Het vliegtuig was besteld in 1954. Het maakte zijn eerste vlucht in 1960 en is in 1984 buiten dienst gesteld. In 1993 kwam het naar Bruntingthorpe. In 2006 moet hij weer vliegen.
De Super Guppy op het Bruntingthorpe vliegveld. Dit is in feite een B29 uit de Tweede Wereldoorlog. Vele malen verbouwd en in gebruik geweest bij de NASA en later bij het Airbus concern om onderdelen over te vliegen.
Een narrowboat wordt geschut in de sluizentrap bij Foxton.
Moira furnace.
Een hoogovens uit einde van de 18de eeuw
met een deel van het gerestaureerde
kanaal voor narrowboats.
Een Great Central fotorun bij Winterse temperaturen.
Dagelijks onderhoud van de
stoomloc in Lougborough.
Groot onderhoud van wielenstellen.

Nottingham was het centrum van de brei- en de kant industrie. Het Rudduington Framework Knitteres' Museum is een gerestaureerd brei-atelier uit het midden van de 19de eeuw met vele types breimachines.

Daarna bezochten we eerst het technische en industrieel museum in Wallaton hall in Nottingham. Hier is de verzameling van de Arkwright society. Zij hadden de Batsford engine in stoom. Dit is een grote balanspompmachine, die in 1858 bij R.W. Hawthorn in Newcastle is gebouwd. De stoompomp heeft 107 jaar gepompt voor de Waterleiding van Nottingham.

En tot slot bezochten wij 's middags het Papplewick pompstation. Een van de grote stoompompstations van de waterleiding van Nottingham. De stoompomp is in 1884 gebouwd door de firma James Watt and Co. Het is een ware kathedraal van de stoom.

Het was een waardige afsluiting van deze reis over het Verengd Koninkrijk.
Sfeer van een vooroorlogs Engels station in Loughborough.
Het seinhuis. Kolenwagen bij museum in Wallaton Hall.
Breiles op een stocking frame. Het Ruddington Framework nitters museum.
Houtenmijnbok met paardenrosmolen
voor het hijsen van kolen en mijnwerkers
in buitenmuseum bij Wollaton Hall.
De fraai versierde pomparm van de Papplewick stoompomp.
De pracht van de Victoriaanse
baksteen architectuur.
In een stoomkathedraal horen glas-in-loodramen.