Regionale Directie Domeinen West
De heer P. van Riel
Postbus 740
2300 AS Leiden

Zaandam, 25 juli 2003

Geachte heer Van Riel,

Deze week lazen wij in het Noordhollands Dagblad een artikel over de selectie van het Hembrugterrein in Zaandam als proefproject voor samenwerking tussen overheden en bedrijfsleven. Bij het artikel was een foto afgebeeld waarop tot onze grote verbazing sloopwerkzaamheden te zien waren. Ter plekke bleek dat, voor zover te constateren, zeker al drie gebouwen waren gesloopt. Als vereniging Zaans Industrieel Erfgoed, met als doelstelling o.m. het behoud en hergebruik van historische bedrijfsgebouwen, willen wij hier onze ernstige verontwaardiging over uitspreken.

Het Hembrugterrein is een bijzondere locatie en vertegenwoordigt een uniek stuk Zaanse industrie-geschiedenis. Pas nadat beperkte groepjes belanghebbenden het terrein mochten bezoeken werd duidelijk hóeveel bouwtechnisch en historisch interessante gebouwen zich hier bevinden. Een groot deel daarvan is voor hergebruik geschikt te maken en er zijn marktpartijen zoals AanZet Bedrijfsfaciliteiten NV die zich daarvoor kunnen en willen inzetten. Als ter zake kundige organisatie worden wij nu al geregeld gebeld door mensen die ons informatie vragen over bedrijfsruimtes op deze plaats of over het gebruik ervan als locatie voor filmopnames.

Zoals u zich kunt voorstellen voelt onze vereniging zich nauw betrokken bij de ontwikkelingsplannen rond het Hembrugterrein. In het mede door ons uitgegeven magazine Zaans Erfgoed hebben wij hier uitgebreid aandacht aan besteed geïllustreerd met veel fotomateriaal. Door de afsluiting van het terrein de afgelopen 100 jaar is het helaas te weinig bekend in de Zaanstreek, waar we inmiddels zuinig zijn op de restanten van onze bloeiende industriegeschiedenis. Teveel is in het verleden ondoordacht gesloopt!
Een van onze bestuursleden heeft zitting in de Zaanse monumentencommissie als adviseur op het gebied van bedrijfsmonumenten. Bij een recent bezoek aan het terrein werd geconstateerd dat er veel meer gebouwen de moeite van het behouden waard zijn dan er thans op de rijksmonumentenlijst zijn geplaatst. Dit wordt ook door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg onderschreven. Van diverse kanten werd benadrukt dat met de invulling van deze locatie zorgvuldig moest worden omgegaan, daarbij zoveel mogelijk rekening houdend met de bestaande cultuurhistorische structuren.

Dat dit project door gemeente en rijk in Atelier-vorm gezamenlijk werd opgepakt, zodat veel deskundige partijen met diverse invalshoeken hier hun visie op konden geven, vonden wij hoopgevend. Het voorlopige plan dat werd gepresenteerd op de bijeenkomst van 25 maart jl. in Den Haag, waarbij ons bestuurslid aanwezig was, gaf ons het vertrouwen dat er zorgvuldig zou worden omgegaan met deze restanten van de Nederlandse Defensiegeschiedenis en de op het terrein aanwezige natuur. De sfeer was goed en er werd serieus op de opmerkingen van de aanwezigen ingegaan. Op deze bijeenkomst werd ook duidelijk gezegd dat het allemaal nog voorlopige plannen waren en dat er niets overhaast zou gebeuren voordat van diverse kanten de mogelijkheden en onmogelijkheden zouden zijn onderzocht. Leidraad daarbij zou de cultuurhistorische structuur zijn.

Voordat tot sloop werd overgegaan zouden eerst de opties voor hergebruik van bestaande gebouwen uitgebreid worden onderzocht. Tenslotte waren er rond de invulling van het terrein zelf mede door bodemverontreiniging en de hinder van de industrie in de omgeving voor eventuele woningbouw nog zoveel vraagtekens, dat een definitief bebouwingsplan nog niet te maken was, behoudens voor het gedeelte van de penitentiaire inrichting. Gerustgesteld door de serieuze benadering en vol vertrouwen in de toekomstige ontwikkeling keerden we terug naar de Zaanstreek.

Groot was daarom onze verbijstering bij het zien van de foto in de krant en onze constatering dat er een groot aantal gebouwen gesloopt gaat worden. Het doet in één keer de toezegging teniet dat er niets overhaast zou gebeuren en dat er zorgvuldig gewerkt zou worden. De plotselinge en niet verwachte sloop midden in een vakantieperiode, wanneer betrokkenen en belanghebbenden nauwelijks te bereiken zijn, wekt op zijn minst een bevreemdende indruk.

Wij vragen u daarom het volgende.

  • Wat is de reden dat er kennelijk van de oorspronkelijke zorgvuldige gefaseerde ontwikkelingsvisie wordt afgeweken? Ligt daar een nieuw ontwikkeld en nog onbekend plan aan ten grondslag?
  • Wat maakt het noodzakelijk dat er nu kennelijk in haast tegen alle toezeggingen in een groot aantal gebouwen gesloopt moet worden?
  • In hoeverre is de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in deze sloopplannen betrokken? Ons is bekend dat ook zij van mening zijn dat - hoewel thans geen monument - er een groter aantal gebouwen het behouden waard is.
  • Kunnen wij er nog op vertrouwen dat met dit bijzondere terrein zorgvuldig zal worden omgegaan en dat nu niet alles wordt gesloopt wat niet via de Monumentenwet beschermd is?
  • Valt onder de samenwerking met 'private partijen', zoals genoemd in het artikel, ook die met instellingen die zoeken naar mogelijkheden om bestaande interessante panden te behouden en deze door middel van hergebruik in de plannen in te passen? Wij zouden daar sterk op willen aandringen.
Graag ontvangen wij hierop zo spoedig mogelijk van u een antwoord.

Wij doen met dit schrijven een dringend verzoek op u om terstond de sloopwerkzaamheden te staken en deze pas te hervatten zodra een door alle partijen gedeelde stedebouwkundige visie op dit terrein gemaakt is, zoals in het recente verleden ook steeds is toegezegd.

Namens het bestuur van de vereniging Zaans Industrieel Erfgoed, hoogachtend,

 

W.N. van Ritbergen-Siewers, secretaris

Ter info:

- Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de heer F. Asselbergs, directeur
- Rijksgebouwendienst, de heer J. Kindt, projectmanager justitiële inrichting Zaanstad
- Atelier Rijksbouwmeester, de heer J. Koenen, rijksbouwmeester
- College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Zaanstad
- Gemeentelijke Monumentencommissie Zaanstad
- Redactie Zaans Erfgoed
- Streekredactie Dagblad voor de Zaanstreek