Precies 75 jaar geleden begon Willem Allard Hillebrants (19) met zijn zwager Jan Kok een zeepfabriekje aan de Wilhelminastraat 29 te Zaandijk. Het was het begin van BV Zeep- en Parfumerieënfabriek Hilko (van beider namen wat) aan de Oostzijde te Zaandam. Na een moeizame start mocht de oprichter (overleden in 1986) beleven dat zijn bedrijf de grootste toiletzeepfabriek van Nederland werd. Met export naar vele landen. Tegenwoordig is het bedrijf onderdeel van de Engelse Croda-groep.
De Amsterdammer Hillebrants was helemaal niet van plan 'in zeep' te gaan. Toen hij op zijn achttiende van de HBS kwam, wilde hij studeren in Delft, maar zijn ouders hadden geen geld voor de ingenieursopleiding. Dus liet hij zich inschrijven bij de Suikerschool in zijn woonplaats Amsterdam met het oog op een loopbaan 'in de Oost'. Ook daar zou niets van komen: 25 augustus 1921 - de datum stond in zijn geheugen gegrift - kreeg hij een ernstig motorongeluk. Na maanden ziekenhuis kon hij pas in januari 1922 weer wat strompelen. Eén been zou altijd drie cm korter blijven.
Met een vriend diepte hij een advertentie op uit de Berliner Exportzeitung. Iemand bood vijf kisten sieraden aan voor honderd gulden. De helft van het spul bleek rommel, maar op de rest werd flink verdiend. Dus werd het blaadje vaker uitgeplozen. Zo vond Hillebrants de advertentie van Firma Robert Fallnicht uit Eidelstedt: een complete zeepfabriek - machines en recepten - voor fl. 900.
De Hilkofabriek aan de Oostzijde te Zaandam omstreeks 1958 |
Hillebrants beschikte over rond fl. 2000 aan spaargeld en zijn vader vond dat hij het er wel op kon wagen: “Dan houd je nog wat over voor de eerste onkosten”. Zwager Jan Kok die bij het PEN werkte en in de Zaanstreek woonde, wist een gebouwtje te huur aan de Wilhelminastraat in Zaandijk. Eerder zat daar Suikerwerkfabriek Goedhart. Kok wilde wel meedoen ook en de naam Hilko was geboren.
Beide oprichters namen voor fl. 2000 deel. Afgesproken werd dat Kok na drie maanden in het bedrijf kwam meewerken. Maar voor dat het zo ver was hadden de twee compagnons al ruzie en Kok stapt op voor hij goed en wel begonnen was. Omdat er al Hilko-briefpapier en Hilko-verpakking zijn en het te duur wordt om alles nog eens te veranderen, blijft de naam gehandhaafd.
De machines van de 'zeepfabriek'; stellen niet veel voor: de zeepketel blijkt een ijzeren bak, die je op je nek kunt dragen. In de fabriek is geen stoom en geen stroom. Een kolenvuurtje zorgt voor de benodigde energie.
Hillebrants bestelt bij Albert Wijnberg Zaandam een partijtje talk, grondstof voor zeep. Maar de zeep wil maar niet schuimen. Het Lactotechnisch Biologisch en Chemisch-microscopisch laboratorium Dr. A.C. Pliester in Amsterdam doet onderzoek: “Het kan in de hars zitten en in de temperatuur van het verzepen,” wordt gerapporteerd. Maar wat er precies niet goed gaat?
Uiteindelijk komt Hillebrants er achter: hij had geen talk (rundvet) gekocht, maar scheepstalk (met 50% paraffine). Als hij op basis van cocosolie werkt, gaat het beter. “De mooiste zeep van de wereld”, zou Hillebrants nog vaak zeggen. Bij beenderophaaldienst Van Neck & Van Exter koopt hij de juiste kwaliteit talk en de mislukte paraffinezeep wordt geleidelijk door de normale productie gemengd.
Behalve directeur, zeepzieder en kantoorbediende is Hillebrants ook reiziger: hij moet zijn product zelf verkopen. Bolhoed op, nette pak aan. Hij probeert het in Amsterdam, in de buurt waar hij zijn jeugd doorbracht.
Het verkopen valt niet mee. Bij een winkeltje aan de Hugo de Grootstraat wacht hij net zo lang tot de winkelier alleen is. Dan gaat hij naar binnen. “Ik kom van de Hilko Zeepfabriek...” Voordat hij verder kan gaan zegt de winkelier: “Moet ik nooit meer hebben, heb ik veel klachten over gehad.” Terwijl er nog nooit iets was verkocht...!
Bij de volgende winkel, van een oud vrouwtje, is het raak: “Loopt erg goed. Stuur maar wat.” Hilko levert voor fl. 15,- maar de betaling vlot niet erg: na 75 jaar is er nog steeds niet betaald.
“Verkopen is niets voor mij,” denkt Hillebrants en hij besluit zich te richten op 'onpersoonlijke instellingen' als ziekenhuizen, stichtingen e.d. Die letten meer op de prijs dan op het merk. Voor de verkoop stelt hij reizigers op provisie aan. Maar ook dat geeft zijn problemen.
Financieel heeft het jonge bedrijf het moeilijk. Grondstoffen worden vrijwel altijd onder rembours geleverd. Afnemers vragen 30 dagen krediet. Maar de portier van Van Gelder Papier, die voor het gezamenlijk personeel inkoopt, betaalt altijd stipt. Hij is een goede klant, soms koopt hij voor meer dan honderd gulden tegelijk.
De omzet beloopt in 1923 totaal fl. 7200. Het Amsterdamse grootwinkelbedrijf Van Amerongen meldt zich als klant en doet een bestelling van 60 kistjes Hilkozeep voor fl. 3,75 per stuk. Er gaat echter iets mis: de zeep wordt verpakt in houthoudend papier en dat kan niet. Alles moet worden omgesmolten.
Het kapitaal van het bedrijf neemt door winstinhouding iets toe en schommelt tussen fl. 2000,- en fl. 5500,-. Hillebrants ziet mogelijkheden maar door gebrek aan middelen kan hij weinig doen.
Dan besluit hij zich tot wat vermogende Zaankanters te wenden. De een weigert. De ander, J.A. Snelleman te Koog, eveneens.
Dat de zeepfabrikant in de problemen zit blijkt uit zijn briefje aan Snelleman: “Van een mijner kennissen vernam ik, dat u als vermogend en altruïstisch Heer, reeds meerdere malen jonge zaken finantieel hebt geholpen. Beleefd verzoek ik u mij eens een mondeling onderhoud te willen toestaan, waarna u zich hopenlijk ook bereid zult verklaren om u met 1 a 2 duizend gulden in mijn zaak te interesseren, tegen flinke rente en solide borgstelling. Na minzame aanbeveling in uw welwillende overwegingen, teeken ik in afwachting van uw geëerde berichten.”
Snelleman antwoordt met twee dagen: “Mijne Heeren, In beleefd antwoord op uwe letteren is dienende U mede te delen, dat ik niet meer genegen ben mij by andere zaken te interesseeren.”
Zeepziederij
Foto: Woudt Zaandam |
Hillebrants geeft niet op en benadert Snelleman opnieuw. Hij is zijn enige hoop, daar ook J. Stuurman Dz., makelaar en handelsagent te Koog meedeelt niet op de aanvraag voor een lening te kunnen ingaan. Hillebrants stuurt Snelleman monsters van Hilko-producten en stelt voor 'zonder Uw tegenberichten' op een maandagavond zijn zaak te komen bepleiten. Hilko boft dat er net op dat moment bij concurrent Jan Dekker gestaakt wordt. Snelleman grijpt alsnog de beurs en stort fl. 2000,- op de rekening van Hilko, rente 6%. Vader W.J. Hillebrants is borg.
De omzet neemt in 1924 toe tot fl. 11.000 een jaar later is deze al fl. 18.700. Bankrelatie, Twentsche Bank, blijft echter voorzichtig. Op 30 december 1925 wordt een krediet van fl. 250 toegestaan “onder voorwaarde, dat dit voorschot geleidelijk vermindert, zoo, dat het binnen zes maanden geheel zal zijn afbetaald.”
Er komt een uitbreiding tot stand door overneming van een zeepwals, peloteuse en kernmachine van N.V. Parfumeriefabriek Caraba te Amsterdam. De omzet stijgt in 1926 tot fl. 24.000. Snelleman, door Hillebrants later als 'speculant' aangeduid, ziet grote mogelijkheden.
Hij zet de lening om in een belang in het bedrijf. Hillebrants blijkt dan al zijn startkapitaal van fl. 2000 tot fl. 6000 te hebben vergroot. Snelleman denkt aan grotere mogelijkheden op een andere vestigingsplaats. Aan de Oostzijde te Zaandam wordt deze gevonden. Er wordt een fabriekje neergezet, er komen nieuwe machines. De investeringen zijn fl. 34.000.
Hillebrants schrikt zich een hoedje. De omzet zal omhoog moeten, maar of dat lukt?
Snelleman stelt voor er een Naamloze Vennootschap van te maken. Kapitaal fl. 40.000; fl. 6000 aandelen voor Hillebrants en hijzelf de rest. Hillebrants is verbijsterd: “Dan heb ik niets meer te zeggen. U krijgt meer aandelen dan ik. Kunnen we er geen commanditaire vennootschap van maken?”
Volgens de overlevering gaf Snelleman een klap met zijn wandelstok op het bureau en schreeuwde: “Jij arme sodemieter. Je doet wat ik zeg. Je hebt allemaal schuldbekentenissen getekend.” De zoon van Snelleman wordt op een directiestoel gezet. Het is geen succes. De jongeman was liever boekhandelaar geworden.
De koelpers
Foto: Woudt Zaandam |
Het jaar 1928 is niet best. Er is een verlies van fl. 5600 als gevolg van afzetproblemen in tandpasta en toiletzeep en een reiziger die de kluit bedondert.
Snelleman ziet niet veel meer in de zaak. Hij wil Hilko opdoeken. Hillebrants krijgt echter toestemming om andere financieringsbronnen te zoeken. Dat lukt en in 1929 wordt de band met Snelleman verbroken.
Als nieuwe aandeelhouder wordt Ph. Ramaer uit Amsterdam ingeschreven. Hij neemt 11 gewone en 5 preferente aandelen over van Snelleman en treedt op 1 juli 1929 in dienst. De vennootschap koopt preferente aandelen van Snelleman zelf in. Dat vergt fl. 22.000. Dat bedrag wordt onder hypothecaire zekerheid weer van hem geleend. Maar een en ander zadelt Hilko wel op met hoge financieringslasten.
Het gaat echter goed met het bedrijf. Er wordt weer winst gemaakt. In 1932 verkoopt men 259.800 kilo huishoudzeep, 40.800 kilo vetzeep en 114.000 kilo cocoszeep.
Simon de Wit is dan al klant en eind 1934 komt de eerste order binnen van de NV Mij tot Exploitatie der Fabrieken en Handelszaken van Albert Heijn Zaandam. Het gaat om 10 kisten 'savon aux fleurs'.
In 1935 begint Hilko met de productie van zachte zeep voor Simon de Wit. Levering aan anderen is niet toegestaan, tenzij in onderling overleg.
Adriaan Dekker, directeur van zeepfabriek Jan Dekker, komt Hillebrants waarschuwen: “Begin niet in zachte zeep, je kunt toch geen kaliloog kopen.” Maar door een toevallig contact had Hillebrants al kaliloog gekocht van een Russisch schip, dat in Amsterdam was afgemeerd. Om aan de weet te komen hoe je zachte zeep moest maken ging Hillebrants als 'opkoper van machines' naar de fabriek van De Haas en Van Brero, waar een zeepzieder het zo'n beetje uitlegde.
Het eerste jaar werd ruim een miljoen kilo zachte zeep verkocht. De omzet steeg tot bijna 4 ton. Door de sterke concurrentie werd er toch niet of nauwelijks winst gemaakt.
Van Foeth koopt Hilko een tweedehands Lancashire stoomketel voor fl. 2000. Het ding is 12 meter lang. Buurman papierfabriek Hellema bouwt het ketelhuis en neemt stoom af van Hilko. Zo wordt de aanschaf rendabel gemaakt.
Het kopen van lijnolie (wekelijks 25.000 kilo) gaat ook niet erg makkelijk. Maar de directie van Het Hart en De Zwaan - drie broers Honig - is uiteindelijk bereid te leveren en nog wel met een maand krediet. Hillebrants zou later zeggen: “Dat was zeer ongebruikelijk, maar wij waren er mee geholpen.”
Op verzoek van Het Hart en De Zwaan maakt de accountantsafdeling van de Twentsche Bank een rapport op over Hilko. Conclusie:
“ Als algemeene indruk van N.V. Hilko deelen wij u mede, dat, voorzover wij dit kunnen beoordelen, de zaak o.i. onder goede leiding staat en indien voldoende kapitaal beschikbaar wordt gesteld, nog voor belangrijke uitbreiding vatbaar is. ” |
Hilko krijgt een rekening-courant krediet van maximaal fl. 7000 'mits voor fl. 5000 dekking aanwezig is'.
Intussen komt Gerrit Heijn vragen of Hilko ook voor hem zachte zeep wil maken. Hillebrants is bang Simon de Wit te verliezen en doet het niet. Dan gaat het verhaal dat Hilko eigendom is van Simon de Wit.
Later wordt hetzelfde verteld maar, dan met Albert Heijn in de hoofdrol. Hilko heeft wat brieven moeten rondsturen dat de onderneming geheel zelfstandig is.
In korte tijd wist Hilko een belangrijke zeepfabriek op te worden. Dat bleek in 1939 bij de Vlokkenzeepconventie. In dat artikel beconcurreert men elkaar bijzonder heftig. Bij de verdeling van de productie van 1 miljoen ton krijgt Hilko 20% toegewezen.
Kort voor het begin van de tweede wereldoorlog doet het bedrijf een bijzondere aankoop: een automatische verpakkingsmachine voor toiletzeep. Italiaans fabrikaat. Hilko is de eerste in Nederland met een dergelijke verpakkingslijn.
Ook het tot dan toe gehuurde kantoorgebouw wordt gekocht en wel van de Koogse winkelier Ot de Vries. Deze maakt moeilijke jaren door en Hillebrants koopt het pand voor het restant van de hypotheek. “Je bent een reuze kerel,” zegt De Vries.
De vorderingen van de gebroeders Honig via de leveranties van Het Hart en De Zwaan worden omgezet in aandelen en later weer ingekocht tegen een lijfrente voor een zuster van het drietal.
Hilko koopt verder een aantal houten huizen aan, het inmiddels verdwenen Eerste Kikkerspad (tussen Oostzijde en Zaan).
Droogkasten
Foto: Woudt zaandam |
Op vrijdag 10 mei 1940 valt Duitsland het neutrale Nederland binnen. Volgens de aanwezigheidslijsten is er die dag toch gewerkt. Daarna is er drie dagen niets ingevuld. De bezettende macht geeft Hilko als zeepfabriek nummer 9. “Dan zijn we vast niet de kleinste,” is de conclusie van Hillebrants.
Hilko mag bij Unilever de kunst van het maken van 'luchtzeep' (blijft drijven op het water) afkijken. Het gaat om zeep met een vetzuurgehalte van 50% (toiletzeep 80%, huishoudzeep 63%).
Met het oog op de toekomst koopt Hillebrants van de familie Honig een stuk weiland in het Oostzijderveld, tegenover de fabriek.
In 1943 wordt de Stichting Pensioenfonds van de N.V. Zeep- en Parfumerieënfabriek Hilko opgericht.
Hillebrants weet te bereiken dat het bedrijf als 'onmisbaar voor de voedselvoorziening' wordt beschouwd. Dat voorkomt dat het personeel naar Duitsland moet om tewerkgesteld te worden. Ongeveer 10 mensen konden zo thuis blijven.
Na de oorlog komt het bedrijf geleidelijk weer op gang en in 1947 wordt het 25-jarig bestaan gevierd met een jubileumlied 'Oh, wat een soppie....'.
Regelmatig gaan weer geruchten dat Hilko een 'dochter' zou zijn van Albert Heijn. Zelfstandige winkeliers en drogisten zouden maar beter geen klant kunnen worden. “Allemaal laster, om ons schade te berokkenen,” schrijft Hilko de afnemers.
In de branche is een concentratietendens gaande. In 1955 wordt gesproken over mogelijk samengaan met Zeepfabriek v/h De Haas en Van Brero NV te Apeldoorn, een dochterbedrijf van Unilever.
Hilko blijft zelfstandig en ook overneming van het merk Het Melkmeisje van NV Zeepfabriek Het Klaverblad te Haarlem, enige jaren later, gaat niet door.
Hillebrants beseft wel dat het voor een familiebedrijf nuttig zou zijn om mensen van buiten als commissaris te hebben. Als eerste buitenstaander wordt mr. P.H. Wijster (secretaris Kamer van Koophandel) benoemd en niet lang daarna kreeg deze gezelschap van drs. Ch.E. van der Ploeg.
In de zestiger jaren werden fusiebesprekingen gevoerd met NV Chefaro te Rotterdam. De waarde van Hilko werd berekend op 2,6 tot 3,1 miljoen gulden. Maar tot prijsonderhandelingen kwam het niet, want Hillebrants bleef toch liever zelfstandig.
In de directie kwam de tweede generatie, Rob Hillebrants en diens zwager Sjouk Hummel. Het bedrijf werd gestaag verder uitgebouwd. In 1986 overleed de oprichter en in 1987 ging de onderneming over naar het Engelse concern Croda.
Mede doordat de uitkomsten tegenvielen, wilde deze Hilko later weer kwijt, maar op het ogenblik is dat niet meer aan de orde.
Het inpakken van de 'beter dan best' Roodzegel Huishoudzeep
Foto: Woudt Zaandam |
Door: Cees van Dalsem |