MBTZ Logo

Het wonderlijke verhaal van de Lassie Toverrijst

Met Stoom Nr. 31 - September 1998

In de rubriek: Ooggetuige

Na 40 jaar is Lassie Toverrijst nog altijd marktleider. Dat is uniek. De meeste producten houden het niet zo lang uit, want er wordt altijd wel weer wat nieuws bedacht. Lassie Toverrijst is nog altijd niet overtroffen. De man die dit zegt is de heer G.B.D. van Schaik (67) uit Wormerveer. Hij trad in 1955 in dienst van de toenmalige Koninklijke Pellerij 'Mercurius' voorheen Gebroeders Laan te Wormerveer. Kort geleden was hij weer even terug toen hij als gast aanwezig was bij de officiële oplevering van de gerestaureerde fabriekspanden van Lassie aan de Veerdijk in Wormer.
 
Door: Cees van Dalsem

Een chemicus in de keuken

G.B.D. van Schaik
G.B.D. van Schaik

Van Schaik trad destijds na zijn afstuderen in dienst van het bedrijf als research-chemicus met al vrij snel als belangrijke taak om een voorgekookte rijst te ontwikkelen, die het de huisvrouw mogelijk zou maken in kortere "aandachtstijd" een goede rijstmaaltijd klaar te maken.
Van Schaik: "De normale kooktijd van rijst is 18 tot 25 minuten. Dan is de maaltijd klaar. Met Toverrijst duurt dat ongeveer even lang. Het voordeel is echter, dat het koken maar acht minuten in beslag neemt (en dus aandacht vraagt) en dat je het dan een kwartier moet laten staan (en dan geen aandacht vraagt). In dat kwartier kan de huisvrouw de tafel dekken en andere dingen doen. Dat was de winst."
De Wormerveerder weet niet wie de term Toverrijst heeft bedacht. Het was een gouden vondst. "Vermoedelijk afkomstig van iemand van de marketingafdeling."
De naam Lassie werd door 'Mercurius' wel al gevoerd: het was het exportmerk, een meisje met een knipoog. Ready in a wink was de slogan.

De merknaam werd later de bedrijfsnaam: Lassie, Koninklijke Lassie, Van Nelle-Lassie.
Dat stond mede in verband met de geleidelijke veranderingen in de bedrijfsactiviteiten. Van Schaik licht dit toe: "Een kleine halve eeuw geleden was rijst niet het hoofdproduct. Het ging hij Mercurius om havermout en gort. Wat er aan rijst werd omgezet werd hij anderen geslepen en daarna in Wormer verpakt. Het was een bij-artikel geworden, hoewel Gebroeders Laan vroeger een rijstpellerij had gehad."

Vlug-klaar producten

Toen Van Schaik in dienst kwam was zijn eerste taak de ontwikkeling van 'klaar–haver–mout'. “Dat lukte, het was een wereldprimeur. De huisvrouw kon havermoutpap maken zonder te koken. Maar havermout was ook een teruglopend artikel. Het had het imago dat je er dik van werd”.
Een jaar later begon het laboratorium met het ontwikkelen van voorgekookte rijst.
Van Schaik: “Dat het bedrijf die kant op wilde had mede zijn oorzaak in de terugloop van de afzet van gort. Dat was ooit een groot artikel. Toen de rijstinvoer tijdens de Tweede Wereld­oorlog kwam stil te liggen nam het gortgebruik sterk toe. Maar na 1945 had gort daardoor een beetje het beeld gekregen van 'oorlogsvoedsel'. Dat heeft veel invloed gehad. Men at steeds minder gortenpap”.
In Nederland was rijst altijd voedsel geweest in de zoete sector: rijstebrij, rijst–in–melk, rijst–met–krenten. Het gezegde was: “We eten rijst met krenten, dat kost maar zeven centen”. Het was een goedkoop volksvoedsel.
Daar kwam volgens Van Schaik na de oorlog geleidelijk verandering in: “Militairen hadden in Indië nasi leren eten en al dan niet gedwongen kwamen geleidelijk veel mensen uit Indonesië naar Nederland. Ook die waren gewend rijst 'in de hartige sector' te eten”.
“Daarvoor had je”, zo vertelt hij, “droge rijst nodig”. Dat noemde men geen 'snelkokende rijst', maar 'altijd lukkende rijst': Het moest de huisvrouw lukken altijd uitstekende nasi-gerechten op tafel te krijgen want dat kon ze niet met normale rijst. De verkoop aan 'echte' Indonesiërs en Chinezen - er kwamen steeds meer Chinese restaurants - was overigens niet direct geweldig. “Zij meenden - en waarschijnlijk niet ten onrechte - dat zij zelf wel wisten hoe ze rijst moesten koken”.

Toverrijst als successtory

Van Schaik weet te vertellen, dat een aantal jaren op de Erasmus Universiteit de ontwikkeling van Toverrijst als case-history van een geslaagde introductie op de markt werd behandeld.
“Het is ook bijzonder. In 1959 begon de verkoop en na 40 jaar is Lassie Toverrijst nog 'rijstleider' bij de voorgekookte rijst. Als je eenmaal een voorsprong hebt ben je moeilijk in te halen,” meent de voormalige Lassie-man.

Nu klinkt het alsof het ontwikkelen van Toverrijst een fluitje van een cent was. Niets was minder waar. Van Schaik en de mensen van het lab werkten er drie jaar aan voordat het lukte de gewenste kwaliteit te vervaardigen. Er werden in die tijd ruim 1200 proeven gedaan om een rijstkwaliteit te krijgen die voor de huisvrouw altijd een goed resultaat zou opleveren.
“Dat was het belangrijkste oogmerk. Het verkorten van de kooktijd was maar een zijdelings voordeel. Het ging om de kwaliteit van het product”. Daar mankeerde het niet aan. Van Schaik is eerlijk genoeg om te bekennen, dat Honig met zijn Momento-rijst eerder was dan Lassie met de Toverrijst. “Waarom wij wel veel succes hadden en Honig minder, zal een kwaliteits­kwestie geweest zijn. Misschien hebben wij er meer en beter mee aan de weg getimmerd”.

Nederland rijstland

Door de 'Indische achtergrond' heeft Nederland in Europa volgens Van Schaik een aparte rijstcultuur. Men eet hier 4 tot 5 kg per persoon per jaar en dat haalt men in de omliggende landen nergens. In Spanje en Italië, waar men zelf rijst verbouwt, is de situatie weer anders. “In die landen heb je natte rijstgerechten, de daar geteelde rijst is natkokend. Wij prefereren droogkokende rijst. Die kwam vroeger veelal van Java, maar dat is verleden tijd. De Verenigde Staten, Suriname en Thailand zijn belangrijke productielanden van die rijstsoorten”.
De octrooien op de productie van Toverrijst kwamen mede op naam van Van Schaik. “Omdat ik het hoofd was van het research team. Maar er hebben heel wat mensen aan de ontwikkeling gewerkt. Het octrooi moest toch op iemands naam staan”. Volgens hem is het inmiddels verlopen. “De fijne kneepjes stonden er toch niet in, zoals gebruikelijk bij octrooien! Eén van de geheimen was de hoeveelheid water die bij het koken werd gebruikt. In het octrooi stond bijv. tussen 15 en 25 procent vochtpercentage. De rijst werd daarna onder druk gestoomd”.

  Het octrooi  
  Het uitvindingsoctrooi voor 'de werkwijze voor de bereiding van droogkokende rijstkorrels'.  

“Rijst heeft,” zo zet Van Schaik uiteen, “de eigenschap dat het redelijk gemakkelijk water opneemt door barstjes in het oppervlak. Maar er mag geen breuk ontstaan”. Het gezegde is: “Als je een rijstkorrel doormidden breekt dan gaat ook de prijs doormidden”.
Daar voegt hij aan toe: “Dat is de paradox van de granen. De soorten die je kapot wil maken (tarwe, haver) zijn taai, wat je heel wilt houden (rijst) breekt gemakkelijk”.
“Het gaat er dan om”, zo vertelt hij, “om allereerst de buitenkant van de korrel te verstijfselen onder invloed van vocht en warmte. De rijst normaliter gaat kleven door los zetmeel en dat moet je voorkomen door de buitenkant stevig te maken en daarna het kookproces voort te zetten. Dan moet je het product weer terugdrogen om het verpakbaar en transporteerbaar te maken. De korrels breken ook gemakkelijk als de buitenkant te snel droogt en de kern nog vochtig is. Je moet daarom na het 'koken' zo langzaam drogen, dat het vocht er langzaam uittrekt tot er zo weinig over is dat het geen problemen meer geeft. Dat betekent, dat je geleidelijk moet terugdrogen naar 12% vocht. De verstijfseling moet daarbij worden uitgevoerd bij een bepaalde zuurgraad (pH) als zijnde belangrijk voor het kookgedrag”.
“Het mooie is, dat het geen chemisch proces is. Het is een fysisch proces”.
Het duurde zoals opgemerkt drie jaar om dit proces van 'gereguleerde barstjesvorming' te vervolmaken.

Het geheim van de kok

“We wisten bij ons werk niet precies waar we uit zonden komen”, stelt hij. “In het begin schoten we nauwelijks iets op. Tot je ergens een gunstig effect zag en daar gingen we dan op voortborduren. Het moest een product worden waarmee voor de huisvrouw niets fout kon gaan. Dat is gelukt en het is een succesformule gebleken. We hadden 70% van de markt van voorgekookte rijst in handen. Ik denk, dat men nu nog steeds boven de 50% zit”.
Voor de goede orde: het betrof de z.g. geslepen witte rijst. Er is ook zilvervliesrijst, waar de zemellaag nog omheen zit. Ook daarvan wordt nu vrij veel verkocht in voorgekookte vorm.

Van Schaik vindt het terugkijkend opmerkelijk, dat Lassie (toen 'Mercurius') als klein bedrijf zoveel aan research en productontwikkeling deed. “Wat dat betreft deden we misschien wel meer dan een veel groter concern als Wessanen. Dat geeft wel aan, dat de directie modern dacht. Mede daardoor bestaan het bedrijf en het merk nog steeds. Ik ben eerlijk gezegd er wel een beetje trots op daaraan te hebben mogen meewerken”.

  Lassie - de nieuwe gortfabriek  
  Een oud bedrijf, maar altijd in voor nieuwe ideeën: Commentaar bij deze foto uit 1893: "De Heeren Gebroeders Laan bouwen in Wormerveer tussen de Windmolens, een gortfabriek door stoom gedreven ...!!"
Molen 'De Spatter' links moest verdwijnen voor de nieuwe Zaanbrug.