Zaanse Schans  

Een industriegebied van vier eeuwen vertelt zijn verhaal

Een industrieel landschap als historische bron

Detail industriekaart
Een detail van de 'Industriekaart' waarop de route staat aangegeven. U kunt de kaart vergroten door hem aan te klikken.

Opmerkingen tijdens een rondvaart over de Zaan van studenten geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam.

Naast documenten en voorwerpen kan een landschap ons iets leren over het verleden. Ik wil u dat tijdens deze tocht proberen te laten zien. Het landschap waar we door varen is een industrielandschap in een veenweidengebied. De term 'industrielandschap' is ruim twintig jaar geleden gelanceerd door Barrie Trinder van het Ironbridge museum in Engeland om aan te geven dat door verschillende fasen van de Industriële revolutie er verschillende diepgaande veranderingen in het landschap waren ontstaan.

Onze boottocht vertrekt vanaf de Zaanse Schans. Een plek die een rol speelde in de tachtig jarige oorlog. Wat u hier ziet is oorspronkelijk bedacht als een kleine woonwijk die zou dienen als reservaat voor de traditionele houtbouw die in de jaren vijftig van de twintigste eeuw dreigde te verdwijnen. De architect Jaap Schipper heeft met dit plan de 'Prix de Rome' gekregen. Ongewild en ongepland werd het een open luchtmuseum. Toen molens in de Zaanstreek plaats moesten maken voor nieuwe wijken besloot men ook molens hierheen te verplaatsen.

De Zaanse Schans ligt in de Kalverpolder. Zoals u ziet ligt het land lager als de Zaan. Het is geen droogmakerij en de Zaan is niet hoger geworden. Het land van de Kalverpolder is gedaald door ontwatering en oxidatie van het veen.

De geschiedenis van de middeleeuwse ontginning van Holland staat heel goed beschreven in deel één van de recent verschenen serie over de geschiedenis van Holland.
Vanaf de kuststrook trokken de ontginners het veenmoeras in. Assendelft was het eerste gebied in wat nu de Zaanstreek is, wat werd ontgonnen. Op kreekruggen kwamen de eerste dorpen van waaruit de ontginning verder ging: Westzaan, Oostzaan en Wormer.
In de middeleeuwen was, mede door de ontginning, Noord Holland een gebied van kreken en meren. Om zich tegen wateroverlast te beschermen legden de bewoners een stelsel van ringdijken aan; waarvan de Westfriese omringdijk de bekendste is. Ook in dit gebied ontstonden dijken zoals de Hogendijk en de St. Aagtendijk langs het Y. Verder damde men in de middeleeuwen de kreken af. Plaatsen als Edam, Monninkendam en Zaandam ontlenen hieraan hun naam. Zo ontstond een gebied van zoetwatermeren met verbindende waterlopen. De Zaan is zo'n oude kreek die is afgedamd. Eerst bij Knollendam in het noorden en later bij Zaandam aan de zuidkant.


  Assendelft  
  Maquette die laat zien zoals Assendelft er in de tiende eeuw uitgezien moet hebben. De maquette in het Zaans museum is gemaakt door Mieneke van Gogh.
Foto: Jelus Matser
 

Noord Holland was een agrarisch gebied waar scheepvaart en visserij een belangrijk rol speelden. Dorpen als De Rijp en Wormer hadden een belangrijke vissersvloot die ter haringvangst ging. Wormer specialiseerde zich in de scheepsbeschuitbakkerij. Hiervoor was een groot aantal windmolens nodig om het koren tot meel te malen.
In de tweede helft van de zestiende eeuw werd de invloed van Amsterdam in Noord Holland steeds groter. Waar dit elders in Noord Holland tot neergang leidde, leidde dit in de Zaanstreek tot opgang. Ook de waterstaatkundige veranderingen speelden een belangrijke rol bij de opgang van de Zaanstreek. Plaatsen als Uitgeest, De Rijp maar ook Wormer werden vanaf zee steeds moeilijker bereikbaar door de dammen en de droogleggingen. Door de bouw van de Hondsbossche sluis in Zaandam werd de Zaan de hoofdtoegang tot Noord Holland.

  Hondsbossche sluis Hondsbossche sluis  
  De Hondsbossche Steenen Schutsluis in Zaandam. De vier gedenkstenen van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen hebben eerst op de oorspronkelijke duikersluis gestaan.  

Aan het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw was er trek van de oude dorpen als Westzaan en Oostzaan naar de boorden van de Zaan. De Zaan werd bedijkt en er ontstonden nieuwe plaatsen als Zaandijk, Wormerveer en de Koog.
De nieuwe plaatsen aan de Zaan hadden woningen, boerderijen en al snel windmolens. Geen traditionele korenmolens, maar molens om verfhout te raspen, om hout te zagen en om olie te slaan uit zaden. De windmolens verdwenen vrij snel uit de bebouwing van de dorpen naar de oostzijde van de Zaan en naar het veenweiden gebied tussen de dorpen. De belangrijkste reden daarvoor was de windvang.
Vanaf het begin van de zeventien eeuw nam het aantal molens gestaag toe tot een maximum van 650 in 1730. Daarna ging het aantal weer dalen. In het dorp Zaandijk stonden de huizen van de kooplieden/moleneigenaars en hier langs de Klaverringdijk stonden molens.

Cornelis van Uitgeest heeft aan het einde van de zestiende eeuw verschillende patenten gekregen. Een er van was voor een zaagmolen met krukas. Een andere was voor een oliemolen. De vinding van Cornelis werd al heel snel op grote schaal in de Zaanstreek toegepast. Er ontstond een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie tussen de zich ontwikkelende scheepsbouw in Zaandam en de houtzagerij. Zaandam werd een van de belangrijkste centra van scheepsbouw en houtzagerij in Europa. De windolie-industrie was voornamelijk geconcentreerd in de noordelijke Zaanstreek wat wijst op een relatie met de droogmakerijen in Holland.

Rond het midden van de zeventiende eeuw slaagde men er in de Zaanstreek in gort te pellen met windkracht. Gort werd veel gebruikt als scheepsproviand. Maar gortenpap was ook volksvoedsel zodat er snel een grote afzet was. De gortpellerij was vooral in het midden van de Zaanstreek.
In het midden van negentiende eeuw slaagde Albert Vis er in om op een gortmolen rijst te pellen. Dat was de basis van de latere stoomrijstpellerijen in de Zaanstreek.

In de eerste helft van de zeventiende eeuw waren er al een paar papiermolens in de Zaanstreek. Rond 1670 werd de 'Hollander' uitgevonden, een maalrol met ijzeren messen die de papierbereiding aanzienlijk verbeterde. Deze uitvinding is waarschijnlijk in Zaandijk gedaan. De Zaanstreek was aan het begin van de achttiende eeuw een belangrijk centrum in Europa voor de papierbereiding.

  De Vergulde Bijkorf  
  Tekening van de papiermolen de Vergulde bijenkorf met droogschuren verdere bijgebouwen. De molen stond oorspronkelijk in Wormer onder de naam Kwikstaart, maar werd afgebroken en naar Zaandijk gebracht om in 1674 ingericht te worden als witpapiermolen. In 1902 ging hij door brand verloren.
Gemeente Archief Zaanstad - ZOV / Honig collectie inventaris No. 602
 

Ten slotte werd al snel met windkracht hennep gebeukt ten behoeve van de zeildoekweverij in Krommenie en Assendelft.

Op de Kalverringdijk ziet u verschillende molens. 'De Huisman' is een kleine molen die nu mosterd maakt door mosterdzaad te pletten. Het was een lattenzager die in Zaandam stond. Dan komt de paltrokmolen 'De gekroonde Poelenburg'. Dit is het molentype dat is ontworpen door Cornelis van Uitgeest. De hele molen draait op een stenen ring. Het is dus een adaptatie van de bekende standerdmolen die op zoveel Vlaamse 'primitieven' staat afgebeeld. Er staan er in Zuid Nederland nog 35 standerdmolens.

  Zaanse Schans Zaanse Schans  
  Links de Zaanse Schans vanaf de brug van ss Elfin, rechts de paltrokmolen 'De gekroonde Poelenburg'.  
  de Kat
De Kat
Bonte Hen
De Bonte Hen
Zoeker
De Zoeker
 
  Foto's: Vereniging De Zaansche Molen  

'De Kat' is een verfmolen waar krijt wordt gemalen. Door dit te mengen met lijnolie werd verfgemaakt. 'De Zoeker' is een oliemolen evenals de volgende molens 'De Os' en 'De Bonte Hen'.

Het volgende terrein is een terrein wat bij een stedelijke rafelrand past. Het is in feite een negentiende eeuws industrie terrein. Hier stond een lakstokerij die lijnolie die van de oliemolens kwam, verwerkte tot lak. Daarnaast stond een ertsbrekerij waar ertsen werden gebroken voor de verfindustrie. Ik geloof dat het terrein twintig jaar na de sloop nog niet is gesaneerd.

  Jacob Vis  
  Lakfabriek Jacob Vis aan de Kalverringdijk. Foto: Gemeente Archief Zaanstad  

Het volgende complex gebouwen is de plaats van de grootste pelmolen van de Zaanstreek 'De Jonge Prinses' die in 1937 werd gesloopt. Deze molen maalde de laatste jaren zaagsel voor de linoleumfabrieken in Krommenie.
Dan komt de dijk van de polder Enge Wormer. Dit is een echte droogmakerij. Dit meer werd in 1638 op kosten van het dorp Wormer drooggelegd. Eerder had Wormer een ringdijk moeten aanleggen omdat door de drooglegging van de Beemster de boezem van Noord Holland kleiner was geworden waardoor er veel meer kans was op wateroverlast.
Wormer zelf was dus oorspronkelijk een veeneiland tussen de meren. De ringdijk en de drooglegging van de Enge Wormer en de Wijde Wormer maakte de bouw van een aantal sluizen noodzakelijk. Recht voor ons is de ingang naar 'De Bartelsluis'. De sluis is nu dicht gegooid. Er bestaan plannen hier een aardig historisch buurtje te maken.

  Bartelsluis  
  De Bartelsluis is gedempt, bewoners van de sluiswachterswoning hebben de sluiskolk veranderd in een tuin. Er zijn plannen de sluis weer open te graven.  

Achter de sluis ligt de Westerveersloot. Hieraan lagen grote molens. Bijvoorbeeld de grote papiermolen 'De Eendracht' van Van Gelder Schoute & Comp. Deze molen ging later over op Van Gelder Zonen die er de eerste succesvolle stoompapierfabriek vestigden in 1845. Lange tijd was het van Gelder concern een van de belangrijkste in Europa. Door de grote industriële herstructurering in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw kwam het concern in buitenlandse handen. Door de enorme schaalvergroting in de papierindustrie werd deze fabriek in 1980 gesloten omdat het van Gelder concern failliet ging. Er is nu een woonwijk en een bedrijventerrein. Dus van 1722 tot 1980 werd hier papier gemaakt. De ondergang van dit bedrijf betekende het einde van de papierindustrie in de Zaanstreek.

Vanaf de sluis ligt langs de Zaan de Veerdijk; onderdeel van de ringdijk om het middeleeuwse eiland Wormer. De Veerdijk is genoemd naar het wagenveer dat hier over de Zaan ging.
In Wormer hebben ooit 30 windoliemolens gestaan waarvan 17 op de Veerdijk. Om herkenbaar te zijn voor belasting hadden molens namen zoals Geloof, Hoop, Liefde, Hond, Kat, Oranjeboom, het Zwarte Schaap, het Vliegend Hert enz.

In 1857 werd de windoliemolen 'De Liefde' verstoomd. Vanaf 1880 werden hydraulische persen gebruikt in de oliefabrieken.
Links van de inham voor de sluis was een windmolen die tufsteen maalde tot cement. Hier is het Valkhof van Karel de Grote in de 18de eeuw vermalen tot mortel. Later werd hier een sodafabriek gebouwd. Nog later ging de chemische industrie naar de andere zijde maar daarover straks.

  Rietvink  
 

V.l.n.r. pakhuizen Kaapstad, Marseille en Rietvink. Op deze plaats stond oliemolen en later cement- en trasmolen de Rietvink. De windbrief werd gegeven in april 1641. Aan het eind van de 18e eeuw werd hij omgebouwd tot cement- en trasmolen. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, buitendijks, en werd gesloopt in 1879 en vervangen door een fabriek.
Foto: Gemeente Archief Zaanstad

 

Het volgende gebouw 'Wormerveer' is een voormalige verffabriek uit 1899. Het is het laatste voorbeeld van een 'Gorter fabriek'. Gorter was een aannemer die zijn bedrijf hier aan de overkant had. Hij had eigenlijk een standaard stoomfabriek die een beetje groter of kleiner gemaakt kon worden en gebruikt kon worden als stoomverffabriek, stoomrijstpellerij of stoomoliefabriek.

De volgende grote fabriek is een cacaofabriek. Een zeer groot deel van de wereld cacao oogst wordt in de Zaanstreek verwerkt. De Zaanstreek noemt zich nu 'cocoavalley'. De cacao industrie komt voort uit de olie industrie. De taak van de oliemolens werd overgenomen door de stoomolieslagerijen. De windmolens werden gemarginaliseerd tot producenten van veevoer uit industrieel afval van stoomolieslagerijen, stoompellerijen en cacaofabrieken. Zo werd bij toeval ontdekt dat cacao afval nog relatief veel cacaoboter bevatte. Met de hoge druk in de traditionele slagpersen wisten de eigenaars van deze oliemolens er nog heel wat kostbare cacaoboter uit te krijgen.
Ook extractie met benzeen was een methode om nog heel wat cacaoboter uit het afval te halen. Een coöperatie van kruideniers en anderen in Zaandijk exploiteerde een groot aantal van deze molens. Dit was de basis voor het grote bedrijf Cacao de Zaan. Wessanen & Laan begon zijn eigen cacaofabriek op de plaats van de voormalige oliemolen 'De Moriaan'. De fabriek kreeg de naam de Moriaan. Het maakt nu deel uit van hetzelfde concern als Cacao de Zaan.

  Pakhuis Wormerveer  
  Op de voorgrond 'Pakhuis Wormerveer', daarachter ADM Cacoa, de vroegere Cacaofabriek 'De Mooriaan'.  

De volgende houten pakhuizen stammen uit de achttiende eeuw; het waren pakhuizen waarin lijnzaad werd opgeslagen. Deze gebouwen staan op de monumentenlijst.

  maas, Waal en Schepel  
  De Rijksmonumenten Maas, Waal en Schepel.  

Dan volgt weer een wat rommelig terrein waar een verffabriek en een scheepswerf hebben gestaan.

Aan weerszijde van de brug ziet u wat nu de 'Zaanwand' heet. Grote stukken van de Zaan zagen er dertig jaar geleden nog zo uit. In de oude textielstad Lovell in de USA spreekt men van een 'Industrial Canyon'. De fabrieken waren voor hun aan en afvoer volledig afhankelijk van watertransport. Aan weerszijde van de Zaanbrug ziet u fabriekscomplexen. Dit zijn voormalige rijst en gortpellerijen. Hier ziet u een nieuwe fase in de industriële ontwikkeling van de Zaanstreek.
Eerst komen we bij de Lassiefabrieken. In 1890 begonnen de gebroeders Laan hier een stoomgortpellerij 'Mercurius'. Later ging men hier rijstpellen. In deze fabriek heeft men de Lassie toverrijst bedacht. Dit is in feite voorgekookte rijst. Hier is dus een van de plekken waar men consumentenproducten ging maken. Doordat rijst- en gortpellerijen niet meer alleen en gros gingen leveren aan kruideniers maar hun producten gingen verwerken en verpakken ontstond de moderne levensmiddelenindustrie.

Dat proces vond ook plaats in de olie-industrie waar men 'slaolie' en 'bakolie' ging bottelen. Het proces van toevoegen van waarde ging verder door nieuwe producten te ontwikkelen zoals bij voorbeeld rice-crispies en cornflakes.

Het eerst gebouw is een van de twee Art-Deco fabrieken in de Zaanstreek. Het is ontworpen door een lokale architect; Mart Stam. Het gebouw staat op de Provinciale monumentenlijst. Na restauratie is er nu het 'Provinciaal Archeologisch Depot' in gevestigd.

Dan komen de Lassie fabrieken. De panden zijn gerestaureerd en er wordt nog steeds toverrijst gemaakt. Het bedrijf Lassie werd van van Nelle en dat werd weer een onderdeel van het Amerikaanse voedingsconcern Sara Lee.

  Mercurius  
  Rijstpellerij 'Mercurius'. Op de voorgrond de eerste Art-Deco fabriek in de Zaanstreek. Op de achtergrond de 'Lassie fabriek'.  

Na de brug volgt het complex van de stoomrijstpellerij 'Hollandia' van Bloemendaal & Laan. De meeste gebouwen dienen voor opslag van ongepelde of gedeeltelijk gepelde rijst.
De architecten van deze gebouwen waren van Rossum & Vuyk die in Amsterdam o.a circustheater Carré hebben ontworpen en hier aan de Zaan de zeepfabriek 'De Adelaar'. Zij hebben ook verschillende woningen en kantoren aan de Zaanweg ontworpen.

Heel lang zagen de rijstpellers zich vooral als kooplieden die met windmolens of stoomfabrieken waarde toevoegden aan hun koopmansproducten. Het kapitaal zat vooral in de voorraden. Dat gold trouwens ook voor de olieslagerij en in zekere zin ook voor de papierfabrikanten.

  Zaanwand Wormer  
  Rijstpellerij 'Hollandia', ook bekend als 'de Zaanwand van Wormer'. De meeste pakhuizen zijn gerestaureerd en hebben een herbestemming.  

We wenden ons nu tot de westelijke Zaanoever. Hier ziet u veel grote huizen. Hier woonden leden van de familie Laan en hier hadden bedrijven als Wessanen & laan, Bloemedaal & Laan en Gebrs. Laan hun kantoren. De familie Laan was erg belangrijk in Wormerveer. Men was begonnen als kaashandelaar maar ging spoedig over tot de aankoop van oliemolens. Wessanen & Laan begon in 1857 een stoomoliefabriek en in 1860 een stoommeelfabriek. Verder bouwde men een stoomrijstpellerij, een cacaofabriek en een margarinefabriek.

Nazaten stichtten de firma Bloemendaal & Laan die een stoomrijstpellerij en een stoomoliefabriek bouwden. Crok & Laan die een stoomoliefabriek hadden, gebrs. Laan met een stoomgort- en rijstpellerij en de Firma Boon die een chocoladefabriek bouwde.

  Zaanweg  
  De fabrikanten villa's en de bedrijfskantoren van de familie Laan aan de Zaanweg omstreeks het begin van de vorige eeuw. De meeste gevels zijn behouden gebleven. Foto: Gemeente Archief Zaanstad  

Een andere Wormerveerse familie was Smidt van Gelder die het papierconcern van Gelder Zonen bouwde. Jan Dekker was nog een andere grote Wormerveerse ondernemer. Verschillende Zaanse gemeenten hadden hun eigen ondernemers families. Krommenie had Kaars Sijpesteijn, Zaandijk had Honig en Vis. Koog aan de Zaan de familie Duyvis en Zaandam had Kamphuys, Endt, Blans, Verkade. Schoen en van der Stadt. Westzaan had Avis en Grootes.

De dorpen Wormer, Jisp, Assendelft en Oostzaan bleven voor een deel hun agrarisch karakter houden maar veel inwoners werkten in de fabrieken langs de Zaan.

In Wormerveer hebben verschillende leden van de familie Laan een belangrijke filantropische rol gespeeld. De Zaanbrug is mede aangelegd met geld van Jan Adriaan Laan, de grote man van Bloemendaal & Laan. Ook het Wilhelminapark, Ons Huis en het Wormerveerse ziekenhuisje konden rekenen op de ondersteuning door de leden van de familie Laan.

Door de komst van de spoorwegen en de villaparken langs de kust trokken de fabrikanten families naar de kust. Mede ook vanwege de destijds nog opgeld doende theorieën over de kwade dampen uit de veengrond; de miasmatische ziektentheorie. Er heeft zelfs enige tijd een 'directeurentrein' gelopen van Bloemendaal naar Wormerveer.

  Ziekehuis Wormerveer Wilhelminapark  
  Links het ziekenhuis in Wormerveer, rechts het Wilhelminapark tussen de Zaanweg en de Wandelweg.
Foto's: Gemeente Archief Zaanstad
 

Tijdens de vaart terug concentreren wij ons op de Westelijke Zaanoever.

Langs de Zaanweg in Wormerveer staan oude koopmanshuizen en fabrikantenwoningen. Er staan ook enige voormalige kaaspakhuizen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Aan het einde van de Zaanweg begint de Dubbel Buurt. Hier was een van de sluizen naar het waterwegenstelsel in het 'veld'. Het was een van de scheepvaartverbindingen met de vele papiermolens in het Guisveld.
Het Zuideinde was altijd al een industriegebied met molens etc. Voor we de Adelaar naderen ziet u twee oude schepen. Deze worden door vrijwilligers gerestaureerd. 'De Jacob Langenberg' is een voormalige Duitse ijsbreker en de 'Elfin' is zijn loopbaan ruim zeventig jaar geleden begonnen als 'torpedo recovery vessel' bij de Engelse marine. Later werd het schip gebruikt voor het reinigen van olietanks in de Amsterdamse haven. Vrijwilligers hebben er weer een prachtig varend stoomschip van gemaakt.

'De Adelaar' is een voormalige zeepziederij van Jan Dekker. Dit gebouw dateert uit 1906. De adelaar is gemaakt door een van de directeuren die amateur beeldhouwer was. We proberen te zorgen dat het een definitieve status als monument krijgt met een deugdelijke herbestemming. Maar dat is moeilijk. De zeepfabriek werd een chemisch bedrijf dat uiteindelijk met de naastliggende stoomoliefabrieken de Engel (Crok & laan) en de Toekomst (van Bloemendaal & laan) werd samengevoegd tot een groot chemisch complex van Unilever. Hier worden uit allerlei noten en zaden speciale vetten gemaakt. Bijvoorbeeld voor de chocolade bereiding. Door de globalisering is het bedrijf nu eigendom van een Maleisische firma. De meeste grondstoffen komen uit Maleisië.

  Adelaar  
  Zeepziederij 'De Adelaar' is anno 2008 volledig gerestaureerd en in gebruik genomen als hoofdkantoor van een kledingfabrikant.  

Voor het drijvende Chinese restaurant ziet u een oud gemaal. Daarvoor staat een hoge mast. Dit is een seinmast. Het was een onderdeel van een seinsysteem van het hoogheemraadschap. Als er een blauwe vlag in hing of een blauwe lantaarn dan mochten de polders niet uitmalen op de Zaan omdat het boezempeil te hoog was. Het gemaal met seinmast staan op de monumentenlijst.

Het Chinese restaurant is ook historisch van belang. De romp is van de vroegere spoorpont 'ss Stavoren' die vanaf 1898 over de Zuiderzee voer van Enkhuizen naar Stavoren om spoorwagons over te zetten tussen Holland en Friesland. Later werd op deze romp een veerboot naar Texel gebouwd. Het derde leven van dit schip is dus drager van een Chinees restaurant.

De volgende fabriek is die van het Zweedse concern Karlshamns. De grote concurrent van Loders Croklaan. Eigenlijk weet Vibeke hier veel meer van omdat zij de bedrijfsgeschiedenis heeft geschreven. De oorsprong van dit bedrijf is dit keer geen olieslagerij maar een margarinefabriekje. Later werd de oliefabriek van Wessanen hierbij gevoegd.

(Zie tevens het artikel: Van molen- tot fabrieksarbeider: de industriële revolutie in een Zaanse context van Vibeke Kingma)

  Margarinefabriek Zaandijk Zaandijker sluis  
  Links: De Noordhollandsche Margarinefabriek Zaandijk, daarvoor heette het de margarinefabriek van Gerbrand Vis. Achter de sluis oliemolen De Bonte Hen aan de Kalverringdijk. De foto rechts is opnieuw de Zaandijker sluis, maar ruim 50 jaar later gemaakt.
Foto Margarinefabriek Zaandijk: Gemeente Archief Zaanstad
 

Naast de vettenfabriek is de gerestaureerde 'Zaandijker sluis' die de verbinding tussen de windmolens in het veld en de Zaan mogelijk maakte.
In Zaandijk zien we veel koopmanswoningen. Het hoge gebouw is een voormalige chocoladefabriek. Een karakteristiek gebouw omdat cacao vijf keer werkt bewerkt en steeds een etage lager werd bewerkt. We komen ook langs een van de oudste molenmakerijen van Nederland. Hier vlakbij was ook de zoutziederij van Vis. Later een van de grondleggers van de Koninklijke Zout Industrie in Boekelo en zo van Akzo-Nobel.

'De Julianabrug' is aangelegd in het kader van het Provinciale wegplan uit de jaren dertig van de twintigste eeuw. Achter de brug ziet u rechts de grote meelmolen 'De Dood' die werkte voor de stijfselhuizen. Daar achter is ADM / Cacao de Zaan en daar achter ziet u de stoom omhoog komen van Amylum chemie; voortgekomen uit de stijfselfabriek 'De Bijenkorf' van de familie Honig. Het bedrijf is nu onderdeel van een Belgische multinational.
Links van de brug ziet u de pindafabriek van Duyvis. Duyvis is nu onderdeel van het Amerikaanse voedingsconcern Sara Lee. Duyvis zelf is voortgekomen uit de olieslagerij.

  Julianabrug  
  Een tankboot van Koole Tanktransport uit Zaandam is de Julianabrug gepaseerd. Op de achtergrond de oliemolen 'de Ooienvaar' en de moderne 'Nootjes-fabriek' van Duyvis. Rechts op de foto de contouren van de stijfselfabriek 'de Bijenkorf' nu Amylum Chemie.  

U heeft dus vier eeuwen industrie gezien. Uit de olieslagerij is de linoleumindustrie, de cacao-industrie, de borrelnootjes, de vettenindustrie en de veevoederindustrie voortgekomen. Uit de gortpellerij is een industrie met consumentenproducten op basis van rijst voortgekomen. Uit de stijfselindustrie is ook de soepen en puddingindustrie voortgekomen.
U heeft niets gezien van de houtzagerij die nu als houthandel aan het Noordzeekanaal is gevestigd. U heeft geen verffabriek gezien want de laatste is vertrokken naar de Amerikahaven in Amsterdam. De papierindustrie is verdwenen uit de Zaanstreek evenals de scheepsbouw. U heeft geen fabrieken van de grootgrutter Albert Heijn gezien want deze zijn nu ook naar een bedrijventerrein aan het Noordzeekanaal verhuisd.

U heeft vier eeuwen industrie gezien met alle ontwikkelingen die vier eeuwen van invloed zijn geweest. Deze ontwikkelingen hebben hun sporen nagelaten in het landschap.

De Zaanstreek is een boeiend onderzoeksgebied.

Enige historische gegevens over de Zaanse Industrie:

De ouderdom van de bestaande windmolens

Niet zichtbaar vanaf de Zaan:

Jur Kingma
Vereniging Zaans Industrieel Erfgoed

Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma, tenzij anders aangegeven.
Het beeldmateriaal is later aan het artikel toegevoegd.