ONZE BEDRIJFSBRANDWEER IN OORLOGSTIJD

Deel I

‘De Brandweer’ mag zich in het algemeen gesproken in een grote belangstelling verheugen en een brandweerman geniet (en dit geldt wel in het bijzonder voor de Zaanstreek) een zekere populariteit. Nu de oorlog in Europa achter de rug is, wil ik niet nalaten de verschillende gebeurtenissen, die zich in de, ook voor onze bedrijfsbrandweer zo belangrijke periode afspeelden, nog eens de revue laten passeren.

Als de papieren, die ik hiervoor heb nageslagen, juist zijn, heeft de laatste flinke brand plaats gehad op 24 Juli 1928, toen 's avonds om 5 minuten voor negen brand uitbrak in een van de bovenste verdiepingen van het pakhuis ‘Donau’. Ondanks snel en krachtig ingrijpen van de fabrieksbrandweer en de gemeente brandweren van Wormerveer en Wormer kon niet worden voorkomen dat de twee bovenste zolders uitbrandden.
Van 1928 tot 1939 valt niets bijzonders te melden. Dan breekt in September 1939 de tweede wereldoorlog uit. Alhoewel Nederland er nog niet direct bij betrokken wordt, neemt men toch op allerlei gebied maatregelen tegen brand- en luchtgevaar. In ons bedrijf doet men daar voorlopig niet aan mee. Wel wordt op het kantoor een bespreking gehouden met de autoriteiten en onderzoeken deskundigen de situatie, doch daadwerkelijke beschermingsoefeningen en voorbereidingen worden niet gehouden. 29 October 1940, 's middags om kwart voor één meldt men een brand in de bovenste verdiepingen van de lostoren. Door het warm lopen van een reinigingsmachine is er brand ontstaan, die zich aanvankelijk ernstig laat aanzien. Veel rook komt uit de deuren en ramen te voorschijn. Het lostorenpersoneel is juist aan het schaften en ook de andere afdelingen in de fabriek zijn dun ‘bemand’. Toch duurt het niet lang of de fabrieksspuit komt naar buiten en wordt door Mandjes aangeslagen. (Mandjes was ook de dienstdoende machinist tijdens de brand van ‘Donau’, waar hij de Rode Haan met de hydranten te lijf ging. Hij kan dus met recht een vuurvreter worden genoemd). Weldra geven we met twee stralen op de spuit en één op de brandleiding water. De Vrijwillige brandweren van Wormerveer en Wormer verschijnen ook spoedig ten tonele en binnen 15 minuten wordt de brand met 6 stralen bestreden. Na 3 kwartier hard werken heeft men de brand onder de knie en kan men inrukken. 2 verdiepingen zijn geheel uitgebrand, doch gelukkig is de losinstallatie intact gebleven, zodat door kan worden gegaan met lossen, zij het dan ‘vuil’.
Bij deze brand blijkt de noodzakelijkheid een goed georganiseerde bedrijfsbrandweer te hebben. Een en ander had wel vlot en goed gewerkt, maar te weinig mensen waren op de hoogte met de brandbestrijdingsmiddelen. Daarbij komt nog, dat wij sinds de verraderlijke overval der Nazi's op 10 Mei rechtstreeks betrokken werden bij de oorlog en luchtgevechten en luchtaanvallen geen denkbeeldig gevaar vormen voor de fabrieken. Hierdoor wordt de taak van de bedrijfsbrandweer veel uitgebreider. Wat was voorheen haar taak? In het kort gezegd deze: het onmiddellijke aanpakken en in toom proberen te houden van een uitgebroken fabrieksbrand, in afwachting van de komst van de gemeente brandweer.
Door de gewijzigde omstandigheden zou het nu echter best kunnen gebeuren dat de gemeente-brandweren het in hun gemeente te druk hebben met het blussen en niet kunnen assisteren bij een fabrieksbrand. De bedrijfsbrandweer is in dat geval op zichzelf aangewezen en is nu in haar huidige vorm niet capabel deze taak te vervullen. In de tweede helft van 1941 komt de reorganisatie tot stand. Begin 1941 woedt nog een klein brandje in de smederij, waarbij echter vrij veel materiaal verloren gaat De reorganisatie, zoals die in 1941 tot stand komt, omvat een ‘Fabrieksbrandweer’, die de beschikking heeft over de motorspuit en hoofdzakelijk uit technisch personeel is samengesteld en de ‘ploegenbrandweer’ die de hydranten bedient en waarvan de bemanning bestaat uit mensen, die in de ploegen werken. Zodoende wordt er dus voor gezorgd, dat dag en nacht een ‘kern’ aanwezig is, die op de hoogte is van de brand­bestrijdingsmiddelen, die ten dienste staan. Tevens wordt de Zondagwacht op 2 man gebracht. 4 November kan deze reorganisatie aan de praktijk worden getoetst als er een klein brandje uitbreekt in de reiniging. Slangen worden door de ploegenbrandweer uitgelegd, maar behoeven geen dienst te doen, daar met de snelblussers wordt geblust. Een en ander gaat zeer vlot en geeft reeds duidelijk het resultaat van de oefeningen te zien. 2 December 1941, om kwart voor zeven, wordt de schrijver dezes gealarmeerd voor een brand in de reiniging.
Op de bovenste verdieping is door het aflopen van een schepperij-riem brand ontstaan in een schepperij, terwijl tevens het licht is uitgeslagen. De grote hoogte, de diepe duisternis en de vele rook maken het blussen geen gemakkelijk karwei. Door de ploegenbrandweer wordt buitenom een slang naar boven gebracht. Spoedig komen enige mensen van de motorspuit opdagen, zodat weldra water kan worden gegeven. Water is er genoeg, maar vuur zien we niet. Eindelijk breekt de vlam door en is het pleit snel beslecht. Bij nader onderzoek blijkt, dat ongeveer 30 sprinklers hun taak hebben gedaan, hetgeen de brand onmiddellijk heeft beperkt. De uit veiligheid gealarmeerde gemeente brandweer van Wormerveer behoeft geen dienst te doen. De volgende dag wordt het opruimingswerk krachtig aangepakt en tegen 7 uur 's avonds draaien we weer.
De hevigheid van de oorlog in Europa neemt steeds toe en dit merken we aan het steeds groter wordende aantal bommenwerpers dat 's nachts komt overvliegen. Met de gemeente Wormer en Wormerveer wordt overeengekomen, dat wij in geval van grote brand in een van deze gemeenten assistentie zullen verlenen en als tegenprestatie geeft de Gemeente Wormer ons weer het slangenwagentje ter beschikking, dat vroeger altijd bij ons stond, maar later is weggehaald. Wij kunnen met dit materiaal op het rijkswaterleidingnet werken, hetgeen met ons eigen materiaal onmogelijk is, daar de maten verschillend zijn.
Teneinde op alle mogelijke gebeurtenissen voorbereid te zijn, werd besloten een nieuwe, grotere motorspuit te kopen en in Augustus 1942 wordt de bestelling bij de Firma de Boer te Amsterdam geplaatst. Helaas, zal het tot Januari 1943 duren alvorens deze spuit in ons bezit is. Materiaalschaarste en het langzame binnenkomen der vergunningen zijn hier de oorzaak van. Toch wordt duchtig met oefenen doorgegaan en door de Directie wordt de Heer H.L.M. van Heijnsbergen, ondercommandant van de Vrijwillige Brandweer te Zaandam, als brandweerinstructeur aangesteld, teneinde de paraatheid van onze bedrijfsbrandweer zo hoog mogelijk op te voeren. tevens wordt door den Heer van Heijnsbergen controle gehouden in de fabrieken, op branddeuren, gevaarlijke broeiplaatsen van poetsdoeken, stof, etc.

Eindelijk komt dan in Januari 1943 de nieuwe spuit en wordt een nieuw, alhoewel moeilijk tijdperk voor onze bedrijfsbrandweer ingeluid. Hierover echter een andere keer.

P.B.J. Ferf - Juni 1945

  Brandweerploeg  
  V.l.n.r. de heren C. Stolp, Jac Meyns, N. Heere, N.H. van Ossenbrugge (commandant), K. Paap en A. Thie met het electrisch aggregaat, het E.H.B.O. materiaal en de materiaalwagen.