In de zomer van 1896 werd er in een paviljoen op de Burcht te Zaandam een Tentoonstelling van Zaansche Nijverheid gehouden. Het blad Eigen Haard schonk medewerker P.F. Ranshuijsen gelegenheid daar een uitvoerige reportage aan te wijden. Hij beschrijft niet alleen de inzendingen van de ondernemingen, maar gaat ook in op algemene ontwikkelingen in de regionale bedrijvigheid.
Door Cees van Dalsem
Hoe zou zo'n tentoonstelling er vandaag, 100 jaar later, uitzien? Cees van Dalsem waagde een poging om daar - met zo veel mogelijk behoud van de tekst van Ranshuijsen - enig inzicht in te geven. Zo zou hij voor weekblad ‘De Zaankanter’ (als alternatief voor het opgeheven Eigen Haard) hebben kunnen schrijven:
De Tentoonstelling van Zaanse Nijverheid te Zaandam is onlangs plechtig geopend. Onze lezers een beschrijving te geven, waarin het plechtige bestond, wie wel en wie niet waren uitgenodigd, wie het woord voerden, hoe zij daarbij de verdiensten der mannen van het initiatief erkenden enz., achten wij overbodig:
Dagblad Zaanstreek heeft dit reeds in geuren en kleuren meegedeeld.
Liever willen wij hen het gebouw binnen leiden en hun tot gids strekken, hen wijzen op de inzendingen, die in het bijzonder de aandacht verdienen, juist omdat zij zo echt Zaans zijn.
Kunnen wij daarmee de sympathie opwekken of versterken voor de wel reeds bekende, doch niet genoeg gewaardeerde Zaanstreek, dan achten wij onze moeite
grotelijks beloond en zal de tentoonstelling ook voor de lezers van De Zaankanter niet vruchteloos hebben bestaan.
De Zaanstreek of de Zaan, zoals men in de wandeling de rij vroegere gemeenten langs de voormalige rivier van die naam in zijn geheel pleegt te noemen, heeft ongetwijfeld een grote vermaardheid. Als een van de grootste centra van handel en nijverheid in ons land is zij bij velen, zowel in als buiten ons vaderland, niet onbekend.
Maar daar tegenover is het getal van hen die de Zaan slechts door het een of ander historisch feit, of om ene of andere bijzonderheid kennen, nog groot. Hoevelen zijn er niet die aan de Zaanstreek geen bezoek zouden brengen als daar niet de Zaanse Schans, de molens van De Zaansche Molen, het Czaar Peterhuisje, het Molenmuseum en het Zaans Historisch Museum bestonden.
Hoevelen hoorden nooit meer van de Zaan vertellen dan dat daar een land was, waar men de molens bij honderden telde, terwijl zij er nooit aan dachten dat die molens de bakermat vormden voor evenzovele takken van industrie. De Zaanstreek te doen kennen door hetgeen waarvoor zij verdient gekend te zijn, door haar veelzijdige bedrijvigheid, dat beoogt de tentoonstelling van Zaanse Nijverheid. En tevens wil zij buitenlanders doen zien wat de Zaanstreek in haar geheel betekent, en de geschiedenis, de opkomst en de bloei van de Zaan in het juiste licht stellen.
Cacaofabriek De Jong op de Wormerveerse Zaanoever is reeds lang ter ziele, Nu staan er appartementen. Rechts de Veerdijk in Wormer.
Foto: Archief KvK |
Met trots mag de Zaanstreek op haar verleden terugzien, op de tijd dat zij zich kon beroemen een wereld-industrie te hebben, op de glorievolle dagen, toen de grote Czaar Peter als gast — nu 300 jaar geleden — van Zaanse kooplieden, van hen de scheepsbouw leerde.
Naar alle landen van Europa, tot zelfs naar Oost-Indie, Azië en Japan werden de producten uit de Zaanstreek vervoerd.
Het Zaanse papier had een Europese vermaardheid: het gold voor boekwerken als aanbeveling op Zaans papier en in de Zaanstreek gedrukt te zijn. Zeer belangrijk was ook in die tijd de uitvoer van allerlei granen, van stijfsel, snuif, zeildoek enz.
Daarbij dreef de Zaan een handel welke die van vele steden overtrof. Zo groot was het aantal schepen, dat de Zaanstreek in de vaart had, dat een heel dorp (Wormer) zijn bestaan kon vinden in het beschuitbakken ten dienste van de schepen. Maar dat ruim 100 jaar geleden aldaar de ‘Beschuittoren’ is gesloopt is er het bewijs van, dat die tijd verleden tijd is.
Veranderde tijdsomstandigheden hebben veel takken van industrie doen verdwijnen of te niet doen gaan. Maar ook andere zijn er voor in de plaats gekomen, de ijverige bevolking heeft niet willen rusten op de lauweren van haar voorouders.
Door de dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog bouwde men in veel landen, die voorheen Zaanse producten kochten, zelf fabrieken en deed daarmee de Zaankanters concurrentie aan. Maar ook in de Zaanstreek zag men steeds meer fabrieken komen, zulks tot nadeel van de windmolens, die vrijwel alle verdwenen zijn. De nog resterende exemplaren zijn op de Monumentenlijst gezet. De Vereniging De Zaansche Molen heeft ze vrijwel allemaal in eigendom. De meeste staan nabij de historische
houtbouwbuurtschap De Zaanse Schans aan de Kalverringdijk.
Het is moeilijk in het tentoonstellingsterrein de tegenwoordige Burcht te herkennen. Deze is gewoonlijk dagelijks gevuld met ‘blik’, zoals men de auto wel pleegt aan te duiden. De Burcht vervult een belangrijke functie als parkeerterrein voor het winkelend publiek.
Maar nu is er geen auto te zien. De Zaanse tuincentra hebben onder aanvoering van Koelemeijer uit Wormer/Zaandam van het gebied rondom de ingang iets zeer moois gemaakt. Men wordt aangenaam getroffen door de springende fontein, omgeven door rotswerk en planten, terwijl in de vijver sierlijke planten en vissen zijn aangebracht.
Links van de ingang meldt het Noordhollands Dagblad zich met de editie Dagblad voor de Zaanstreek bij de bezoekers aan. Op een keurig afgewerkt reclamebord is zij een van de eerste organisaties die de aandacht vragen.
Opvallend is het paviljoen van de Zaanse cacao- en chocoladefabrieken. De Zaanstreek is uitgegroeid tot de grootste cacaoverwerkende streek ter wereld. Toonaangevend zijn de bedrijven van Gerkens (Wormer/Zaandam) en Cacao de Zaan (Koog Zaandijk, Wormer). Zij hebben een belangrijk deel van de wereldmarkt in handen op het gebied van cacaopoeder en -boter. Deze producten gaan naar vele landen, ook buiten Europa.
Als fabrikant van consumentenproducten van chocolade is Verkade aanwezig. Sinds enige tijd staat dit bedrijf bekend als United Biscuits Netherlands. Verkade is in Engelse handen gekomen. Zoals zovele eertijds bekende Zaanse familieondernemingen door gebrek aan kapitaal en soms ook door gebrek aan durf en ondernemingslust, in andere handen zijn overgegaan.
United Biscuits, oftewel Verkade, produceert een uiteenlopend assortiment aan artikelen als koekjes, beschuit,
knäckebröd, zoutjes enz. Als merk is Verkade nog steeds toonaangevend, als onderneming zeker niet (meer).
Fabrikant van chocoladeartikelen is ook Koninklijke Boon-Wormerveer, onderdeel van Klene-Goedhart (ook fabriek te Zaandijk).
Een van de meest bloeiende takken van nijverheid en handel was de olieslagerij en de (vee) koekenfabricage. Als belangrijkste onderneming op dat gebied is Loders Croklaan (Wormerveer) op de tentoonstelling aanwezig. Deze onderneming produceert spijsolie als dochteronderneming van het
Unilever concern.
Daarnaast is de stand van Karlshamns uit Zaandijk, voorheen de Noordhollandse Margarinefabriek, ook een fabrikant van spijsolie. Vanzelfsprekend is ook Pieter Bon, niet lang geleden verhuisd van de Zaandamse Westzijde naar het industriegebied Zaandammerpolder, present. Evenals de Zaanlandse Olie Raffinader (Kalf, Zaandam), nu onderdeel van hetzelfde concern als waarvan Gerkens deel uitmaakt.
Ooit was Verkade met duizenden werknemers een van de grootste Zaanse ondernemingen. Nu haalt men niet of nauwelijks de 500 man als onderdeel van United Biscuits.
Foto: Archief KvK |
De grote afwezige in deze afdeling is de eertijds zo bekende onderneming Wessanen & Laan, later Koninklijke Wessanen. Een aantal jaren geleden fuseerde het concern met drankenfirma Lucas Bols (‘elke dag een glaasje’), maar dat is geen succes geworden tot nu toe. In de afgelopen jaren zijn door Wessanen alle Zaanse belangen verkocht. De hier wel vertegenwoordigde meelfabriek (bekend als ‘De Vlijt’) is nu onderdeel van Meneba. De veevoederfabriek is onderdeel van Brokking.
Van het eens zo bloeiende concern M.K. Honig is als zelfstandige onderneming niets overgebleven. Zetmeelfabriek ‘De Bijenkorf’ heeft moeilijke jaren doorgemaakt, maar is behouden gebleven. Als onderdeel van een Belgisch concern is dit bedrijf als Amylum Nederland B.V. een belangrijk bedrijf op het gebied van de productie van zetmeelderivaten uit mais. Deze worden vooral gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie en in de papierindustrie.
Uit M.K. Honig is ook voortgekomen Honig Merkartikelen B.V. Toen dit bedrijf door een mislukte fusie van het moederconcern met Scholten Aardappelmeel (Groningen) dreigde failliet te gaan werd het uiteindelijk overgenomen door de Centrale Suiker Maatschappij te Amsterdam. Honig heeft ook fabrieken te Nijmegen. Bekende producten zijn soepen, meelartikelen (macaroni, spaghetti), puddingpoeders e.d.
Oliefabrieken T. Duyvis is tegenwoordig onderdeel van Douwe Egberts-Sara Lee. Het bedrijf heeft een totale verandering ondergaan. Tegenwoordig is men zeer bekend als producent van kleine snacks, pinda’s, chips enz. In de stand is het dan ook de gehele dag dringen van mensen die willen proeven van deze lekkernijen.
Van de eens zo bekende Zaanse blikfabrieken is Blikfabriek Zaanlandia uit Krommenie overgebleven. In de jaren '60 deed zich een grote sanering voor in deze sector. Zaanlandia legde zich vooral toe op de productie van kleinere en bijzondere series blikverpakkingen, waar de grote concerns Verblifa en Thomassen & Drijver (die ook zouden fuseren) geen belangstelling voor hadden. Zaanlandia toont aan, dat specialisatie tot een bloeiend bedrijf kan leiden.
Heel mooi is de inzending van Zeepfabriek Hilko te Zaandam. Dit bedrijf, in Engelse handen, is een grote producent van toiletzepen. Geen wonder, dat deze stand uitblinkt door kleuren en geuren. Hilko vervaardigt ook shampoos.
Vanzelfsprekend moeten de producten van de Zaanse industrie naar de afnemers worden vervoerd. De Zaanse
transportbedrijven hebben een uitstekende reputatie voor het veilig en goed verzorgen van dat vervoer. Nog niet lang geleden vierde transportbedrijf Albert Keijzer het 75-jarig bestaan. De transportsector heeft een gezamenlijke stand, waarin internationale vervoerders als Smit Expeditie, Veldhuizen Transport, Knap, Schavemaker, Kalf Trans, Albert Beets, ITW, Koole Tanktransport zich presenteren, samen met de Zaanse tak van Van Gend & Loos. Ook diverse kleinere transportbedrijven zijn vertegenwoordigd. Deze hebben zich vaak in bepaalde vormen van vervoer gespecialiseerd.
Opvallend is de afwezigheid van het vervoer over het water. Dit heeft in belangrijke mate aan belang ingeboet. Tot voor kort was het vervoer van cacaobonen vanuit Amsterdam naar de Zaanse verwerkende industrie een zaak van dekschuiten, maar dat is vrijwel geheel overgenomen door wegvervoer. Dat is vooral gevolg van het meer toepassing van containers bij het cacaobonenvervoer.
Als regionale busvervoerder toont de NZH zich aan den volke, terwijl Hellingman (Zaandam) aanwezig is als bedrijf, gespecialiseerd in groepsreizen per bus.
Vervoer over het water is altijd van groot belang geweest voor veel Zaanse bedrijven. Toch zal dit in de toekomst afnemen doordat de huidige schepen steeds meer eisen stellen aan de diepte van de Zaan en de breedte van de Wilhelminasluis.
Foto: Jeroen Breeuwer, Archief KvK |
Er mag wel even bij worden stilgestaan, letterlijk en figuurlijk, dat de vloerbedekking waarover men in het paviljoen loopt, uit de Zaanstreek afkomstig is. Het is het bekende product linoleum. De firma Kaars Sijpesteijn verwierf bijna 100 jaar geleden van Frederik Walton de rechten om
lijnolie te gebruiken als basis voor linoleum.
Samen met andere licentiehouders in Europa vormde men jarenlang de Continentale Linoleum Union, waaruit de tegenwoordige Forbogroep is ontstaan. Het product linoleum is in tal van dessins verkrijgbaar en de vloerenleggers van het concern hebben hun best gedaan dat in het paviljoen tot uitdrukking te brengen.
De moderne ontwikkelingen hebben geleid tot een veelzijdige Zaanse machinebouwindustrie. Een van de oudste bedrijven is wel de Machinefabriek P.M. Duyvis, bekend door liften en cacaopersen. Maar ook bijzondere opdrachten kunnen door dit bedrijf worden uitgevoerd.
Veel aandacht heeft de stand van Meijn Oostzaan getrokken. Deze onderneming, in een mensenleeftijd opgebouwd door Piet Meijn, levert over de gehele wereld machines voor de pluimveeslachterijen e.d. Dit is nog steeds een familiebedrijf en dat is opmerkelijk gezien de snelle en kapitaalintensieve groei van deze onderneming.
Metaalwarenfabriek Pielkenrood produceert stapelbare (conische)vaten en drums. Ondanks moeilijke jaren blaast het bedrijf (ingepast in een groot concern) nog steeds zijn partijtje mee.
Nog meer Zaanse machinefabrieken laten zien waartoe zij in staat zijn. Buhrs Zaandam laat een machine ratelen, die drukwerk (kranten) bij duizenden verwerkt en verzendklaar maakt, inclusief geadresseerde wikkel.
Eurometaal Zaandam, voortgekomen uit het vroegere Staatsbedrijf Artillerie Inrichtingen is aanwezig met een aantal speciale machines, die aangeven dat het bedrijf zich steeds meer aan zijn militaire achtergrond weet te ontworstelen.
Jansens & Dieperink showt een glanzende aluminium tank en Woestenburg & Van der Meer tonen een aantal bijzondere apparaten. Ja, de Zaanse machinebouw is tot veel in staat.
In samenhang hiermee mag men ook de inzendingen zien van de installatiebedrijven
GTI Zaanstad, Tot & Beers en Van Rietschoten & Houwens Noord-West.
Opmerkelijk is, dat de Zaanstreek relatief geen grote bouwbedrijven heeft. Toch zijn er bekende namen als Kakes, De Wit, NBM, Van Braam, Van der Gragt, Seignette (groenaanleg e.d.) die een meer dan regionale klank hebben verkregen. Zeker de NBM (Nederlandse Basalt Maatschappij), in 1902 in Zaandam door S. Prins opgericht en uitgegroeid tot een landelijk concern, dat al jarenlang het hoofdkantoor te Den Haag heeft. Er is een gezamenlijke stand van de Nederlandse Vereniging Ondernemers Bouwbedrijf (NVOB), waarbij zij zich als ‘vaklieden’ presenteren.
Bruynzeel Multipanel en Bruynzeel Zaandam (deuren,kozijnen) hebben hier in de nabijheid ook een plek gevonden, evenals dakdekkersbedrijf Boko.
Een deel van deze ruimte is toebedeeld aan de Makelaarsvereniging ‘Zaanstreek’, waar de Zaanse makelaardij in onroerend goed aan de weg timmert. Reinder Kakes behoort in deze sector tot de grotere ondernemingen in Nederland en ook HMVS is zeer bekend.
Grote veranderingen deden zich voor in de Zaanse houthandel en -industrie. Dat blijkt ook uit de namen die in het ‘houtpaviljoen’ acte de presence geven. Als hardhoutspecialist meldt zich Van de Stadt, waarbij de nadruk in de voorlichting ligt op het feit, dat het gebruikte hardhout in het land van herkomst weer wordt aangeplant om uitputting van de bossen in deze landen te voorkomen. Daarnaast zijn diverse bouwmarkten vertegenwoordigd, alleen zijn dat geen typisch Zaanse ondernemingen, maar filialen van landelijke ketens.
De Zaanse houthandel is geheel uit de oorspronkelijke haven verdwenen. Het lossen van hout op dekschuiten eveneens: verleden tijd in het kwadraat.
Foto Koen Wessing, Archief KvK |
Een geheel apart gebouwtje is dat van Koninklijke Ahold. Dat is het enige ‘wereldconcern’, dat de Zaanstreek rijk is. Een concern, dat Nederland als thuisbasis heeft, maar in vele delen van de wereld, vooral Ver. Staten, maar ook in Oost-Europa,
Azië, Zuid-Amerika enz., supermarkten exploiteert. Voor de Zaanstreek is Ahold als bron van werkgelegenheid - en vooral ook van afgeleide werkgelegenheid - van bijzondere betekenis. Het hoofdkantoor van moedermaatschappij Ahold staat er, maar ook het nieuwe Albert Heijnkantoor aan de Provincialeweg in Zaandam. Daar werken honderden mensen.
Albert Heijn en Ahold geven uitgebreid voorlichting over de diverse onderdelen van het concern. De productiemaatschappij Marvelo in de Zaandammerpolder produceert een aantal artikelen voor vooral de eigen winkels, daar is ook de Centrale Slagerij, evenals het Distributiecentrum Zaandam. Ahold exploiteert ook de Etos-drogisterijen, Gall & Gall
slijterijen en heeft ook verdere vele en uiteenlopende belangen.
De Zaanse drukkerijen hebben zich in de afgelopen jaren vooral gericht op het gebied van verpakkingen. Hellema, Chromos, Oosterbaan, Van ‘t Veer, de Zaanstreek heeft specialisten op dit gebied.
Op de tentoonstelling is goed te zien hoe de nieuwe tijd zijn intrede heeft gedaan met veel specialisaties. Schoonmaakwerk wordt vaak niet meer door het eigen personeel gedaan, maar wordt uitbesteed aan gespecialiseerde ondernemingen. Te noemen vallen Abilis-Van Heusden en Bram Broerse.
Andere dienstverlenende instellingen die op de tentoonstelling met een presentatie staan zijn het Regionaal Computercentrum Ziekenfondsen, alsmede PTT Telecom. Op het gebied van communicatie komt er steeds nieuwere en meer geavanceerde apparatuur en alleen al daarom is het voor ondernemers, die ‘bij’ willen blijven nuttig, ja zelfs nodig, om de tentoonstelling te bezoeken.
Het Arbeidsbureau geeft de mogelijkheden aan om soms met subsidie mensen aan het werk te zetten. Ook de uitzendbureau’s, al dan niet gespecialiseerd, timmeren met veel foldermateriaal aan de weg.
Bij de uitgang passeert men de deelname van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Zaanstreek. Het is de laatste keer, dat deze uit 1843 daterende instelling zich aan het regionale bedrijfsleven presenteert. Men is per 1 januari 1997 opgegaan in de Kamer Amsterdam, die al eerder met Haarlem fuseerde.
De Kamer heeft meer dan anderhalve eeuw op de bres gestaan voor de Zaanse koophandel en fabrieken. De laatste jaren is veel energie gestoken in pogingen om een tweede Coentunnel onder het Noordzeekanaal te krijgen. Daarvan verwacht men meer mogelijkheden voor de regio, omdat er nu in de spitsuren dagelijks filevorming bij het Noordzeekanaal optreedt. Sceptici menen echter, dat na het verdwijnen van de files - waardoor werknemers gemakkelijker naar een werkplek ten zuiden van het kanaal kunnen komen - er helemaal geen reden meer is voor bedrijven om zich in noordelijker Noord-Holland te vestigen.
Hoe dan ook, de Zaanse Kamer kon voor het laatst zelfstandig voor dergelijke problemen de aandacht vragen.
Vermelden wij nog, dat ook de gemeente Zaanstad en het ZIC (Zaans Industrie Centrum) aanwezig waren om
belangstellende bedrijven te wijzen op mogelijkheden zich te vestigen in onze streek, waar de laatste jaren moderne industrieterreinen zijn aangelegd.
Daar hoort de Zaanoever niet meer hij, want tot leedwezen (en soms tot ergernis) van oudere Zaankanters hebben fabriekscomplexen daar veelal moeten plaatsmaken voor woningen. Ook 't Eiland in de Voorzaan, ooit centrum van houthandel, heeft deze gedaanteverwisseling ondergaan.
Hoewel niet volledig is deze opsomming, zo vrezen we, op een dorre opsomming gaan gelijken. Maar zij heeft toch doen zien, dat al is de Zaanstreek niet meer wat zij is geweest - de plek die in geheel Europa bewondering afdwong — en al zijn andere plaatsen haar in sommige takken van nijverheid boven het hoofd gewassen, zij nog steeds een industriële en commerciële streek bij uitnemendheid is, waarvan het moeilijk zal vallen een tweede voorbeeld aan te wijzen.