MBTZ Logo

Met Stoom - Nummer 15 - oktober 1993

BLAUW, BLAUW EN NOG EENS BLAUW

Door Alice van Diepen

Je zou 'm bijna ongeopend in de vuilnisbak gooien, ware het niet dat de doos afkomstig is van een museumzolder; er zit dus een verhaal (en een bewaarplicht) aan vast. Het is een langwerpige, blauwe, kartonnen doos; op diverse plaatsen gescheurd en onderaan beplakt met tape om te voorkomen dat hij helemaal uiteen valt. Op de deksel staat in handschrift geschreven: Ca 25 zakjes blauw (ultramarijn) van Avis verffabrieken Westzaan. Binnenin zitten de zakjes met de overduidelijke felblauwe ultramarijnpoeder. Op elk zakje zit een etiket waarop een nummer en de tekst: N.V. VERFFABRIEKEN AVIS WESTZAAN HOLLAND

Hoewel de doos voor museumbegrippen nog niet zo oud is (namelijk uit de eerste helft van onze eeuw) is deze uit conservatorisch oogpunt een hopeloze zaak. Toen ik voor het schrijven van deze tekst een zakje van dichterbij wilde bekijken, bleek het half vergaan en terwijl ik de resten van het zakje in m’n handen hield, viel de poeder op de grond, op m’n kleren en in de doos. Navraag bij de molenaar van verfmolen de Kat, Sjors van Leeuwen, maakte duidelijk dat het hier ging om een doos die door vertegenwoordigers van Avis als showmodel meegenomen werd naar (potentiële) klanten. Ook het voor mij raadselachtige onderdeel van zeven plastic rondjes aan een kettinkje kon hiermee verklaard worden. Dit waren monsters die de vertegenwoordiger liet zien om het effect van ultramarijn bij het verven van plastic te demonstreren. Want naast de meer bekende toepassing van blauwsel bij wasgoed en papier om het witter te maken, werd het ook toegepast om rubber, cement en plastics te kleuren.

Avis in Westzaan heeft van 1824 tot 1969 blauwsel geproduceerd en was vanaf 1827 de enige blauwselfabrikant in Nederland. Na de liquidatie van het bedrijf moest ultramarijnblauw geïmporteerd worden.
Door een bezoek aan de verfmolen wist ik dat de doos niet de laatste in z’n soort is, maar zeer zeker wel het behouden waard. Ook voorwerpen uit de meer recente industriële geschiedenis van de streek horen in een museum thuis. Gewapend met een stapel nieuwe pigmentzakken (en met kleren die wat kunnen hebben) zal ik in ieder geval proberen te redden wat er nog te redden valt.