Op zakenbezoek in Sint Petersburg stuitte Kees Knijnenberg, directeur van de gelijknamige drukkerij, op een model van het schip de Peter I & II. De originele Peter I & II was het laatste schip dat Peter de Grote liet bouwen. De czaar heeft het nooit zien varen.
Door C. Knijnenberg
Foto's C. Knijnenberg
Vier jaar bouwen aan een scheepje van nog geen anderhalve meter. Vier jaar voorzichtig vijlen, zagen, meten en plakken. Honderd minuscule kannonnetjes gieten, honderd minuscule geschutspoorten maken, minuscule raampjes zagen, minuscule beelden bouwen... Aan dit monnikenwerk heeft de Petersburgse model-scheepsbouwer Oleg Nikoljoek zich gezet. Samen met zijn zoon Igor Olegovitsch en zijn vriend Anatoly Mudrov is hij sinds 1994 bezig een model te bouwen van de driedekker Peter I & II, een lijnschip van de Russische vloot.
Vader en Zoon Nikolljoek in hun atelier. De tekeningen liggen op de nog onvoltooide Peter I & II. Erachter een van hun andere modellen. |
De werktekening van de Peter I & II |
In het atelier van de Nikoljoeks staan ook andere modellen; de Nikoljoeks zijn professionele modelscheepsbouwers met opdrachten uit het hele land, van musea tot particulieren. In dit atelier, verstopt in een hoek van een enorme fabriekshal, belandde Kees Knijnenberg, directeur van Knijnenberg BV uit Krommenie. Medewerkers van de Petersburgse ontwerpstudio Art Division, een vertegenwoordiging van Knijnenberg, hadden hem aangeraden hier eens een kijkje te gaan nemen. Werd het eerste bezoek van Peter de Grote aan Nederland binnenkort niet herdacht?
Hoewel de heer Knijnenberg onder de indruk was van het bouwsel, voerde het hem te ver het kleine scheepje aan te schaffen; het kost zon 25.000 dollar. Geen onredelijke prijs, wel een aanzienlijk bedrag. En aangezien de heer Knijnenberg zich in het dagelijks leven vooral met papier bezighoudt, gaf hij de voorkeur aan een papieren afbeelding van het schip. Hij vroeg Oleg Nikoljoek een ‘artists impression’ te maken, een impressie waarvan PrePress Center in Assendelft voor Knijnenberg vervolgens een litho maakte.
Zo ongeveer zag de Peter I & II er dus uit, toen hij een kleine drie eeuwen geleden over de zeeën voer. Een pronkstuk van de Russische vloot; ruim 55 meter lang, 15 meter breed en een diepgang van meer dan zes meter. In gevechtskwaliteit (het schip telde honderd stukken geschut) en rijke versieringen in barokstijl kon het schip de vergelijking met buitenlandse schepen makkelijk aan. Over de bouw van dit schip, 48 maal groter dan Nikoljoeks model, werd ook vier jaar gedaan. Maar er werkten wel heel wat meer mensen aan mee, dan alleen een vader en zoon.
Met de bouw van de Peter I & II werd in 1723 begonnen op de Admiraliteitswerf van Sint Petersburg. De ontwerper en aanvankelijk ook belangrijkste bouwer van dit schip was een man die zich wel Peter Michajlov noemde, maar die beter bekend is als czaar Peter I ofwel Peter de Grote. In 1725 overleed hij, lang voor de Peter I & II gereed was. Ter ere van de czaar zetten verschillende belangrijke Russische scheepsbouwers zich aan de voltooiing van het schip, dat op 29 juni 1727 - tijdens het korte regime van Peter II - te water werd gelaten.
De werktekening van de Peter I & II werd in 1984 gereconstrueerd door de heer Krajnjoekov. Hij raadpleegde hiervoor verschillende archieven, bouwtekeningen van andere schepen uit die tijd, het 18e eeuwse handschrift ‘Over de constructie van schepen en kamelen’, schetsen van scheepsbouwer Kozents en tenslotte een originele tekening van de czaar zelf. Oleg Nikoljoek ontwierp voor dit model de versieringen in de populaire stijl uit de tijd van Peter de Grote: de Russische barok. De schoonheid en kwaliteit van het schip bewijzen eens te meer dat Peter niet stil heeft gezeten tijdens zijn verblijf in de Nederlanden en dat hij het getuigschrift van de Amsterdamse scheepsbouwer Gerrit Claesz. Pool werkelijk verdiend had. Tussen Peters verblijf in ons land en de bouw van de Peter I & II zit zon 25 jaar. In deze relatief korte periode slaagde czaar Peter erin zijn rijk uit te laten groeien tot een belangrijke zeevarende natie die schepen als de Peter I & II kon maken.
Maar het was niet alleen de scheepvaart die Peters belangstelling had. Techniek in al haar vormen boeide hem mateloos. Tijdens zijn korte verblijf in Zaandam bezocht Peter behalve werven bijvoorbeeld ook houtzaagmolens en een papiermolen. In die laatste mocht hij zelf papier scheppen. In Amsterdam probeerde de czaar zich o.a. de etskunst eigen te maken. Etsen en gravures zouden het mogelijk maken om in Rusland relatief snel en op begrijpelijke wijze informatie te verspreiden over belangrijke politieke en militaire gebeurtenissen. Peter nodigde zijn etsleraar Adriaan Schoonebeeck naar Rusland uit om ook andere Russen het vak te leren. Een verwant van Schoonebeeck, Pieter Picaert, volgde al spoedig met dezelfde taak. Met deze etsers vetrokken nog honderden andere vaklieden uit de Nederlanden; alleen al in Amsterdam contracteerde Peter meer dan 1000 man.
Toen het Grote Gezantschap van de czaar weer vertrok werden er kisten vol modellen van moderne uitvindingen meegenomen. Tot zorg van sommige Nederlanders, die bang waren dat de Russische staat nog niet toe was aan al deze moderne technische snufjes. Maar czaar Peter was dat wel. En hij wilde de kennis die hij had opgedaan ook zo veel mogelijk verspreiden. Behalve dat vaklieden uit het Westen naar Rusland trokken, stuurde Peter ook Russen naar het Westen voor een vakopleiding. En hij liet wetenschappelijke en technische verhandelingen in het Westen drukken om deze kennis vervolgens ook in eigen land te verspreiden.
Wat dat betreft zijn er in deze tijd meer overeenkomsten met de tijd van Peter de Grote, dan er een kleine 10 jaar geleden waren. Want ook nu komen Russen naar Nederland om zich verder te bekwamen in hun vakgebied. En ook nu trekken westerse vaklieden naar Rusland en om hun Russische vakgenoten te helpen. Zaken die in het Sovjet-tijdperk, en overigens ook al onder sommige opvolgers van Peter de Grote, veel moeilijker lagen. Pas weer in deze tijd kan een bedrijf samenwerkingsverbanden met Russische partners aangaan, zoals Knijnenberg dat sinds 1991 doet.
De afbeelding van de Peter I & II die Kees Knijnenberg mee naar Nederland nam is een mooi symbool voor de Russisch-Nederlandse verhoudingen: er is een drukker uit de Zaanstreek, die regelmatig naar Rusland komt, omdat zijn bedrijf samenwerkt met Russische ontwerpstudio’s, voor zover daar de know-how tekort schiet. Die drukker ziet in Sint Petersburg een model van een schip, gebouwd door een czaar die dat vak in Nederland leerde. Hij koopt het schip niet, maar wil wel een mooi plaatje, getekend op de vakkundige en artistieke wijze van een Russisch vakman. Vervolgens maakt hij er in eigen land een litho van, waar wij weer naar kunnen kijken.
Peter de Grote hield niet van schilderijen. Behalve als er schepen opstonden. En zo is de cirkel weer rond.
Een klein bootje van de Nikoljoeks. Uit de folders op tafel blijkt dat Kees Knijnenberg niet de eerste Zaanse bezoeker was. |