Opeens komt er tijdens de voorbereiding van een artikel over de Timmerfabriek Visser uit de Achtersluispolder in Zaandam een blauwe multomap op tafel. Een map met vele tientallen tekeningen, foto's en artikelen over faambeeldjes.
De gebroeders Cor en Wim Visser, beide directeur en grootaandeelhouder van de Timmerfabriek Visser aan de Noorder IJ en Zeeweg in het weinig romantische industriegebied Achtersluispolder, blijken een unieke verzameling te hebben opgebouwd.
|
|
De robuuste gevel van de Timmerfabriek wordt opgesierd door twee frivole faambeeldjes.
En het advertentie materiaal van het bedrijf is er mee versierd. Via woordspelingen wordt er verwezen naar deze unieke hobby:
Timmerfabriek Visser, de meest beFAAMde timmerfabriek van de Zaanstreek
|
Timmerfabriek Visser zou het wel willen rondbazuinen: onze faam is wijd en zijd bekend.
|
De FAAM van Timmerfabriek Visser is wijd en zijd bekend
|
Onze faam wordt op waardige wijze rondgebazuind
|
En dat tegen een achtergrond van het hiernaast afgebeelde faambeeldje.
Bij het binnenkomen van het bedrijf vallen ze direct op; zowel links als rechts van de trap in de hal staan twee faambeeldjes te glimmen.
Natuurlijk past deze collectie toegepaste kunst geheel in de verzameling documentatie materiaal over het bouwen met hout in de Zaanstreek in het algemeen en houten profielen, profileringen en profiellijsten in het bijzonder. Of eigenlijk alles wat met de houtbouw te maken heeft zoals deuren, kozijnen, lijsten, zuilen en makelaars.
De oorspronkelijke faambeeldjes zijn waarschijnlijk ook van hout geweest.
Hoe en wanneer bazuinengelen ooit als faambeeldjes in de Zaanse tuinarchitectuur zijn opgenomen zullen we wel nooit meer achterhalen. Zelfs het moment waarop de beeldjes voor het eerst in de Nederlandse beeldhouwkunst opduiken valt niet meer met zekerheid vast te stellen.
Net als alle overige kunstvormen zit ook de beeldhouwkunst vol symboliek. In de loop der eeuwen worden dan ook verschillende verhalen bij dezelfde figuren verteld.
De meest voorkomende uitleg van de symboliek van het faambeeldje is als volgt. Een faam wordt meestal uitgebeeld als vrouw met een trompet (bazuin) in de rechterhand. “Het trompet bediet (beduidt) het geroep dat door de ooren van de menschen gespreyt
wordt”. Voorts heeft zij witte vleugels, die “bedieden de suyverheid en snelligheyd van een goedefaeme”.
(Noot: Citaat uit “Iconologia”, geschreven door de Romein Cesare Ripa in 1593 en geciteerd door Carla Rogge, als architectuur- en bouwhistorica verbonden aan het Bureau Monumentenzorg van de gemeente Alkmaar)
De faambeeldjes duiken voor het eerst op tijdens de renaissance. De afgebeelde pose en de uitgebeelde figuur is echter al veel langer bekend. De naakte, soms aseksuele, jongeling balanceert met een voet op een ronde bal. Een hand gefixeerd op een voorwerp, in geval van een Cupido is dat een boog en bij een faambeeld een bazuin. De andere hand zorgt samen met de vrije voet voor de balans.
Cupido, met zijn boog en vurige pijlen, is altijd mannelijk en nooit volwassen. Cupido is de Romeinse versie van de Griekse Eros. De oude Grieken beelden Eros af als een gevleugelde figuur. In puriteinse tijden werd Cupido echter vaak afgebeeld als een seksloze jongeling. Alle afbeeldingen ondergaan in de loop der tijd een opvallende gedaantewisseling. Van levenslustige naakten veranderen ze in nederige en geklede jongelingen.
|
|
|
|
Faam in een overtuin in Koog aan de Zaan
Foto Con Mönnich
Uit “Portret van de Zaan”
Uitgeven in 1984
|
Tekening tuinontwerp Hoogstraat, Koog a/d Zaan
Uit: Gebouwd in de Zaanstreek
Door: S. de Jong en Jb. Schipper
|
Kerkorgel bazuinengel
|
De rijkere versieringen van de Zaanse koopmanshuizen in de achttiende eeuw werden aangevuld met siertuinen waarin ook faambeelden verschenen.
Inspiratie werd waarschijnlijk gevonden in de vele Mercurius-beelden die door diverse Nederlandse beeldhouwers waren overgenomen van hun Italiaanse collega's. In het naburige Amsterdam werden beelden in diverse steensoorten of in brons uitgevoerd. De Zaanse versieringen aan de koopmanshuizen werd echter in hout uitgevoerd. Logisch dat de beeldjes in de tuin ook uit dat materiaal werden vervaardigd.
De Nederlandse kunstenaars in de Gouden Eeuw (1580-1680) waren goed op de hoogte van hetgeen zich afspeelde in de Italiaanse Renaissance. Vooral de schilderkunst werd erdoor beïnvloed. Details als “putti” (naakte, gevleugelde of ongevleugelde engelenkinderen) werden echter Nederlandse putti, zij misten de gratie van de Italiaanse putti.
De Haagse beeldhouwer Adriaen de Vries (1556-1626) doorliep een droomcarrière. Na een leertijd in Florence bij de vermaarde beeldhouwer Giambologna, werkte hij voor vorsten en edelen in heel Europa, van Italië tot Denemarken. Voor de Hercules Fontein in Augsburg ontwierp hij een serie putti's.
Willem van Tetrode (±1525-1580) heeft de grootste tijd van zijn actieve leven gewerkt in
Italië. Van hem zijn een aantal beelden bekend die een pose uitbeelden die sterk doen denken aan de bazuinengelen en faambeelden zoals we die later in de Zaanstreek tegenkomen.
De in Utrecht geboren beeldhouwer en bouwmeester van de stad Amsterdam, Hendrick de Keyser (1565-1621) is waarschijnlijk de eerste kunstenaar die een “faambeeld” ontwierp. Op het door hem ontworpen rijkelijk met beelden versierde grafmonument van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft staat een engel met bazuin.
Met een beeldenstorm begon in de Nederlanden de opstand tegen de Spaanse overheerser die als de “Tachtigjarige Oorlog” zou escaleren en in 1580 tot de afscheiding van de noordelijke gewesten zou leiden. In de eerste golf van die beeldenstorm is een schat aan onvervangbare kunst vernield. Veranderende opvattingen over het vereren van heiligen zorgden ervoor dat bijna alle beelden uit de kerken werden verwijderd. Toen de kunst weer langzaam werd toegelaten tot de kerken werd er duidelijk prijs gesteld op minder erotisch getinte kunstvormen. Een mooi voorbeeld zijn de kerkorgel bazuinengeltjes.
|
|
|
|
Een Romeinse copie van een vermoedelijk origineel Griekse Erosfiguur uit de vierde eeuw voor Christus.
|
De Romeinse god Mercurius staat hier op het punt om weg te vliegen.
Willem van Tetrode in het Rijksmuseum in Amsterdam
|
Het grote faambeeld op het grafmonument van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk te Delft door Hendrick de Keyser.
|
In navolging van de grote kunstenaars in de gouden eeuw worden nu door kunstminnende
professionals en amateurs kunstreizen door Europa gemaakt. Toscane en de Italiaanse Renaissance in Florence staan hoog genoteerd in de toptien van de
cultuurcentra. Het voormalige stadhuis, hoofdbureau van politie en gevangenis van Florence is nu een grote
cultuurtempel: “het Bargello”. Een van de hoogtepunten is de “Mercurius” door de beeldhouwer Giambologna uit 1564. Een beeld dat door z'n pose sterk doet denken aan de Zaanse faambeelden.
Als je erop gaat letten dan blijkt dat er veel meer voorbeelden van gelijkende pose te zien zijn. Op de Place de la Bastille in Parijs staat een 52 m hoge zuil van brons, een gedenkteken voor diegenen die hier sneuvelden tijdens de straatgevechten in juli 1830 en in februari 1848. De “Colonne de Juillet”, die werd opgericht onder koning Louis Philippe, wordt bekroond met een verguld bronzen beeld van een gevleugelde figuur, de beschermengel van de vrijheidsgedachte: de “Genie de Liberté” van A. A. Dumont”.
|
|
|
|
“Mercurius” door Giambologna in het Bargello in Florence.
|
De “Genie de Liberté” op de Colonne de Juillet op Place de la Bastille
in Parijs.
|
“Genius van de Vrijheid” van A. A. Dumont.
|
In een poging de rijke historie van de Zaanse cultuur te doen herleven hebben de gebroeders Visser aan het eind van de vorige eeuw contact opgenomen met de houtsnijder Joep van Houts om te bekijken of hij in staat was een replica van een faambeeld te maken. Die poging is jammerlijk mislukt. Wel zijn uit dat contact een serie prachtige schetsen bewaard gebleven waarvan er hieronder een aantal volgen.
|
|
|
|
Een fraaie serie schetsen van een faambeeldje, gemaakt door houtsnijder Joep van Houts uit Zaandam.
|
Toen het maken van een replica was mislukt moesten de gebroeders Visser opnieuw op zoek naar een gaaf exemplaar van een faambeeld. De “Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij aan de Zaan”, ook bekend als Koning en Boeke in Zaandijk bezat een van de oudste faambeeldjes in de Zaanstreek. Nadat deze firma was overgenomen door de
verzekeringsmaatschappij De Stad Rotterdam verhuisde het bedrijf uit de Zaanstreek. In 2002 schonk deze maatschappij het faambeeldje aan de Vereniging De Zaansche Molen. In overleg met de conservator van De Zaansche Molen, de heer T. Neuhaus, werd besloten een model te maken van dit beeldje. Er zijn toen 8 kunststof replica's gemaakt van dat model. Aan de schilder J. Schoen is toen gevraagd de beeldjes in hun oorspronkelijke kleuren te schilderen.
|
|
|
|
Schilder J. Schoen bij het door hem beschilderde faambeeldje.
Foto Henk v.d. Leur
Dagblad Zaanstreek 23/03/2002
|
De faam in de schilderswerkplaats van Schoen.
Aan deze faam zijn in totaal 8 boekjes bladgoud opgegaan!
|
Cor Visser geniet nog even van z'n faam voordat het beeldje wordt verstuurd naar de tentoonstelling “Hout, hout en nog eens hout” in het Zaans Museum in maart 2002.
|
De uitgebreide collectie van de gebroeders Visser bevat verder nog een aantal opmerkelijke artikelen en advertenties waarin een bazuinengel een hoofdrol speelt. Ik vond o.a.:
- Een brochure voor 10 luxe appartementen in Zaandam
- Een brochure van het Noorderpolderhuis
- Een brochure van Sail Amsterdam '85 met het boegbeeld van het tallship “Gorch Fock” uit Duitsland. (De Gorch Fock heeft echter een grote vogel als boegbeeld?)
- Een uitgave van “De Zaanklok” van Cacao de Zaan t.g.v. 50 jarig jubileum.
Verder bevat de verzameling een uitgebreide collecties foto's uit o.a.
- Het Openluchtmuseum in Arnhem
- De tuin van het binnenmuseum in Enkhuizen
- Een historische foto van een overtuin ten noorden van de Noordersluis aan de Zaanweg in Wormerveer
- Een fotoreportage van de tentoonstelling “Hout, hout en nog eens hout”
Ik was bijzonder verrast met de kunstzinnige hobby van deze, toch uitgesproken technici: vakbekwame timmerlieden, bijzonder trots op hun zeer moderne machinepark. En dan deze passie!
Voor dit artikel heb ik inspiratie gevonden in de volgende publicaties:
- Een artikel in de “Encyclopedie van de Zaanstreek” van drs. Carla Rogge, als architectuur- en bouwhistorica verbonden aan het Bureau Monumentenzorg van de gemeente Alkmaar
- Adriaen de Vries, Keizerlijk beeldhouwer, door Frits Scholten Uitgegeven door het Rijksmuseum in Amsterdam, ISBN 90 400 9298 2
- Willem van Tetrode, Sculptor, door Frits Scholten, Uitgegeven door het Rijksmuseum in Amsterdam, ISBN 90 400 87814
- De Jongen door Germaine Greer, ISBN 90 290 7380 2
- National Museum of the Bargello, ISBN 88 7204 001 9
|
Text: Cees Kingma - oktober 2005
Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma
|
|