Beeldpoëzie als spiegel van het menselijk bedrijf in de Zaanse industrie

De Zaanse foto's van Peter Marcuse

De foto's van Peter Marcuse van de mensen in de Zaanse industrie treffen mij door hun stilistische schoonheid. Naast het esthetische genoegen dat ik beleef aan het kijken naar deze foto's probeer ik ook te zien wat ze mij over de tijd van deze opnames zeggen en misschien zelfs wat ze zeggen over de fotograaf. In dit stuk probeer ik een korte schets van de geschiedenis van de afbeelding van de mens aan het werk te schetsen. Daarna komt de beeldvorming in de Zaanse industrie aan de orde. En ten slotte hoop ik te komen tot een plaatsbepaling van het werk van Peter Marcuse.

Door Jur Kingma - september 2005

Marcuse

Mens en Werk

Het gemeentemuseum in Helmond is gespecialiseerd in Mens en Arbeid. Zij hebben verschillende tentoonstellingen gemaakt. In 1990 werd de catalogus Mens en Werk gepubliceerd. Conservator Annemieke Hoogervorst schreef daarin dat het verzamelbeleid van het museum het jaar 1769 als startpunt nam. Dat was het jaar van het eerste patent van James Watt.
Het thema van mens en arbeid in de kunst is echter veel ouder. Reeds in de oudheid werden mensen aan het werk afgebeeld. Zo'n 2000 jaar voor Christus beelden de Egyptenaren schilders en beeldhouwers af op graftombes. Maar ook reliëfs van schrijvers, slagers, vissers, suikerbakkers en brouwers kwamen bij opgravingen te voorschijn.Complete productieprocessen zoals het maken van papyrus werden afgebeeld op tombes.
Op Middeleeuwse miniaturen werden ook vaak mensen aan het werk afgebeeld. Mensen die een kasteel bouwden, timmerlieden die een schip bouwen of boeren aan de ploeg. Een groot deel van de gebrandschilderde ramen van het kathedraal van Chartres laat mensen aan het werk zien omdat deze glazen werden geschonken door gilden. En zij wilden zich graag laten afbeelden. Aan het einde van de Middeleeuwen verschenen de eerste boeken die geheel aan een vorm van arbeid of techniek waren gewijd zoals het boek Re Metallica van Agricola dat in 1556 verscheen. Agricola heette eigenlijk George Bauer. Hij kwam uit Saksen en schreef een leerboek over mijnbouw.
Ook de Hollandse schilders in de 17de eeuw beeldden vaak mensen aan het werk af.

Beeld en Betekenis

De timmerman die op Middeleeuwse miniaturen wordt afgebeeld is heel vaak Sint Jozef. Het schip dat gebouwd wordt, blijkt bij nadere beschouwing de Ark van Noach te zijn en die mooie Middeleeuwse stad staat model voor het Hemelse Jeruzalem.

De tentoonstelling “de gebroeders van Limburg” (30/08/2005 - 20/11/2005) in Museum het Valkhof in Nijmegen laat zien dat de schitterende miniaturen een belangrijke functie vervulden in de Middeleeuwse vroomheid.
Het Middeleeuwse geïdealiseerde beeld van de agrarische standen maatschappij. Kalenderblad met de maand februari, Les Très Riches Heures du Duc de Berry, circa 1411/12-1416, Chantilly, Musée Condé, ms. 65, fol. 2v
Gebroeders van Limburg. Nijmeegse meesters aan het Franse hof. 1400-1416.
Marcuse
Marcuse De grootste verzameling afbeeldingen van werkende mensen in de 17de eeuw vinden we bij Jan Luyken. In 1694 publiceerde hij samen met zijn zoon Caspar Het menselyk Bedryf, een uitgave met 100 zwart-wit etsen van mensen aan het werk.
Een pagina uit het Menselyk bedryf; de molenaar en de brouwer.

In 1704 werd “Het menselyk Bedryf” opnieuw uitgebracht als Spiegel van 't menschelijk bedryf. En het is sindsdien vele malen herdrukt. Het boek is een mengeling van een emblemenboek en een standenboek. Het standenboek kwam uit het 16de eeuwse Duitsland en beeldde allerlei maatschappelijke standen af. De emblemen bevatten meestal een moralistische boodschap. Annet de Vries wees er op dat in de schilder-, prent- en toepaste kunst van de vroegmoderne Nederlanden de sporen van de maatschappelijke waardering voor de menselijke arbeid zijn te vinden. Zij schreef:
De betekenis van het beeldmateriaal is niet primair gelegen in de documentaire waarde, alhoewel die op onderdelen geenszins afwezig is. Het pothuis van de schoenlapper, de zwaarte van de vracht van de zakkendrager en technische hoogstandjes van de Leidse saainijverheid - om slechts enkele voorbeelden te noemen - zijn visueel zonder veel problemen traceerbaar. De kracht van het beeldmateriaal ligt op een ander, meer abstract vlak. Menselijke arbeid bracht niets dan voorspoed en vooruitgang. Het werd in de steden gekoesterd als een economisch en maatschappelijk cruciaal fenomeen. Het beroep gaf naast herkomst en geloofsovertuiging mede vorm aan iemands maatschappelijke status.

Het beeld van de Industriële Revolutie

De eerste historicus die de beeldvorming over bedrijf en techniek systematisch bestudeerde was Francis D. Klingender. Hij was de zoon van een Engelse kunstschilder die zijn kunstopleiding in Duitsland had gehad en die zich in 1902 in Goslar vestigde. Hij was gespecialiseerd in jachtscènes. In de eerste wereldoorlog werd vader Klingender beschuldigd van spionage voor de Engelsen. Hoewel hiervoor geen bewijs was werd de familie sociaal buiten gesloten. Na de Eerste wereldoorlog emigreerde de familie met hun zoon Francis naar Engeland. De jonge Klingender werkte op een marketingbureau in Londen en studeerde in de avonduren economie en sociologie. Een van de klanten van het marketingbureau was de Sovjet exportorganisatie. Hij promoveerde op een studie over de kantoorbediendes van Londen. Hij had onorthodoxe en vooral linkse ideeën die het moeilijk maakten om een baan aan een universiteit te vinden. Dat leidde er toe dat hij zich opwierp als publicist. Hij zat ook in het bestuur van Internationale vakbond van kunstenaars. Geleidelijk kreeg hij verschillende onderzoeksopdrachten. Vanwege zijn slechte gezondheid was hij in de Tweede wereldoorlog ongeschikt voor militaire dienst. Hij maakte in de oorlog verschillende tentoonstellingen en publiceerde verschillende verhandelingen. Onder andere schreef hij Marxism and modern art over Sovjet Realisme. Na de oorlog startte hij zijn onderzoek voor zijn boek Art and the Industrial Revolution dat in 1947 verscheen. In 1955 stierf hij plotseling op 48 jarige leeftijd. Hij was toen lector sociologie aan de universiteit van Hull. Hij zag kunst ook als een vorm van arbeidsdeling zoals is beschreven door Adam Smith in the Wealth of Nations. De verregaande arbeidsdeling maakte massaproductie mogelijk. De fabrikanten kregen daardoor behoefte aan marketing van hun producten. Zowel Josiah Wedgewood van de porseleinfabriek als Matthew Boulton die gespen, medaillons en dergelijke perste, had aan het einde van de 18de eeuw contacten met kunstenaars om te zorgen dat hun producten aansloegen bij klanten die opzoek waren naar luxe. Hetzelfde gold voor de eerste katoendrukkers. Daarnaast schaften deze fabrikanten werken aan van de beroemdste schilders van hun tijd om zo hum maatschappelijke status te bevestigen. Hun fabrieken, zoals de Etruria porceleinfabriek en de Soho manufactuur, waren gebouwd in de stijl van een classicistische landhuis. In het midden van de 19de eeuw kwam een tegenbeweging op gang waarbij kunstenaars de hel afbeelden als een ijzergieterij of andere fabriek maar ook fabrieken afbeelden als de hel. Het was ook de tijd van de Chartristen, de voorlopers van de socialisten en van sociaal bewogen schrijvers zoals Charles Dickens. De prenten van Gustave Doré kregen een grote bekendheid. John Ruskin schreef over fabrieken als de Dark Satanic Mills.

Marcuse “Coalbrookdale by Night” een Schilderij uit 1801 van Philip James de Loutherburg (1740-1812). Voor velen symboliseert dit schilderij de Industriële revolutie. De een ziet hierin de kleurenpracht van de vooruitgang en de ander een duister duivelshol. Het schilderij hangt in het Science Museum in Londen.

Toch was er grote belangstelling voor de nieuwe kunstwerken van de ingenieurs. Dat leidde tot prentenseries over spoorwegen, grote nieuwe gebouwen of bruggen. In 1851 was de wereldtentoonstelling in Londen het brandpunt van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van zowel marketing van consumentenproducten als afbeeldingen van de nieuwe technische mogelijkheden.
In deze tijd verschenen de eerste foto's over technische zaken. Heel bekend zijn de foto's van de Engelse ingenieur Isambard Kingdom Brunel bij de Great Eastern. Het zijn mede deze foto's die ons beeld van het Victoriaanse tijdperk bepalen.

Isambard Kingdom Brunel ( 1805-1859) was een Engelse ingenieur die de Great Western railway heeft gebouwd, de dokhavens in Bristol, de Clifton hangbrug en het s.s. Great Brittain. Het bekendst werd hij met het schip Great Eastern dat zijn tijd te ver vooruit was. In de Victoriaanse tijd speelde beeldvorming rond beroemde ingenieurs een belangrijke rol om zo investeerders te lokken. Deze foto komt ook in vele schoolboeken voor. Foto: Robert Howlett British, 1831 - 1858 Isambard Kingdom Brunel and Launching Chains of the 'Great Eastern', 1857 Albumen print from wet collodion-on-glass negative.

Marcuse

Bedrijfsfotografie in Nederland

De rol van het beeld in de Nederlandse industrie is nog niet geschreven. Wel is er de prachtige inventarisatie Het Bedrijfsfotoboek 1945-1965 van Mirelle Thijssen. In de inleiding wordt teruggegrepen op de catalogus van de Wereldtentoonstelling van 1851 in Londen als bakermat voor de bedrijfsfotografie. Een team van fotografen onder leiding van de Nederlander Nicolaas Henneman maakte 155 foto's die in verschillende publicaties werden opgenomen. In albums waren buiten aanzichten, interieur opnames maar vooral foto's van producten opgenomen. Deze tentoonstelling en de albums die erover verschenen inspireerden tot de inrichting van de Eerste Internationale tentoonstelling van Voorwerpen voor de Huishouding en het Bedrijf van de Handwerksman in 1869 in Amsterdam. De fotografen Wegner & Mottu maakten er albums van. Het eerste bekende bedrijfsalbum in Nederland is de Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen Amsterdam uit 1862. De fotograaf was Pieter Oosterhuis. Dit was nog een boek met ingeplakte foto's. Geleidelijk werd het gedrukte bedrijfsfotoboek ontwikkeld. In 1913 was Bernard Eilers de fotograaf van het jubileumboek van de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen. Tussen de twee wereldoorlogen verschenen weinig bedrijfsboeken. De schaarse opdrachten gingen vooral naar fotografen die tot de Nieuwe Fotografie werden gerekend. Een van hen was Piet Zwart die in 1933 in opdracht van de Nederlandse Kabelfabriek Delftse Kabels maakte. Voor Nijgh & van Ditmar had hij in 1931 het beeldverhaal Reclame gemaakt. Hierin liet hij de verschillende grafische mogelijkheden zien. Deze verhalende techniek zou veel navolging krijgen in bedrijfsfotoboeken na de Tweede Wereldoorlog. Mirelle Thijssen onderscheidde een aantal thema's in de bedrijfsfotoboeken die na de Tweede Wereldoorlog verschenen. Ging het in de vroeg-industriële fotografie om anonieme arbeiders, bij de nieuwe fotografen werd de mens een beeldelement ten dienste van een typografisch onderwerp. Na de Tweede wereldoorlog kwam de bedrijfsfotografie onder invloed van het humanisme. De thema's werden toen de Jeugd heeft de toekomst, Reinheid, de Heroïek van de arbeider en de esthetiek van de industrialisatie. Ons beeld van de naoorlogse wederopbouw periode wordt bepaald door indringende zwart-wit foto's van Cas Oorthuys, Carel Blazer, Ed van der Elsken, Paul Huf en anderen. Veel bedrijfsboeken werden gedrukt bij drukkerij Meijer in Wormerveer.

Een krachtig beeld als symbool voor de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. “Trossen los! Holland bouwt op! No.3”. De encyclopedie van de Wederopbouw.
Foto's van A.P. Hartland, A.A. van Eijsden Jr, Harm de Bruyn, Gem. Handelsinrichtingen Amsterdam, Stichting Havenbelangen Rotterdam.
Uitgave van Het Hollandsche Uitgevershuis, Amsterdam 1945

Marcuse

De rol van het beeld in de Zaanse industrie

Bij het zelfbeeld van de Zaanstreek hoort een sterk gevoel van uniciteit voortvloeiende uit een lange industriële traditie. De blik is sterk naar binnen gekeerd. De beeldvorming van de industrie blijkt echter in hoge mate parallel te lopen met ontwikkelingen in de rest van de wereld. Zo fotografeerde Zaandijkse fotograaf Breebaart al in de tweede helft van de 19de eeuw stoomboten en fabrieken. Zaanse fabrikanten maakten al in een relatief vroeg stadium gebruikt van fotografie om hun producten onder de aandacht te brengen. Jan Adriaan Laan liet aan het einde van de 19de eeuw zijn fabrieken ontwerpen door de Amsterdams architecten van Rossum en Vuyk die ook theater Carré hadden ontworpen. Zijn gezin liet hij schilderen door Thérèse Schwartze. De familie Verkade had uitvoerige contacten in kunstenaarskringen. Bruynzeel maakte gebruik van de diensten van Piet Zwart. Van de eerste Zaanse Nijverheidstentoonstelling verscheen een fotocatalogus.
Ook in de Zaanstreek verschenen een groot aantal gedenkboeken. Slechts het Gedenkboek van Bruynzeel wordt genoemd in het boek van Mirelle Thijssen. De meeste gedenkboeken over Zaanse bedrijven waren historisch gericht en werden soms door vooraanstaande historici geschreven. Zoals Dr. Jane de Iongh die het gedenkboek van de firma van Gelder Zonen schreef. Het heeft mogelijk te maken met het beeld dat de onderneming wilde uitstralen; een bedrijf met een eeuwenoude traditie; een rots in de branding van de tijd.

De eerste Zaanse Kunst-fotograaf

Een aantal bedrijven koos voor een andere uitstraling. In deze bedrijven fotografeerde Peter Marcuse. Peter was aan de Rietveld academie opgeleid tot “kunst-fotograaf”. Hij was in die tijd de enige in de Zaanstreek. Voor drie grote bedrijven heeft hij letterlijk alles vastgelegd.

Hij schreef: “Ik werkte toen letterlijk dag en nacht. Dat leverde een gedetailleerd beeld van die tijd , interessant omdat in de nadagen van de wederopbouw er vanuit de industrie een grote innoverende kracht uitging en dat was m.i. het “archeologische belang” van mijn werk: Door het in opdracht fotograferen van bedrijfsprocessen ontdekte ik en leerde de mens achter het werk kennen en respecteren. Waardoor goodwill ontstond en ik mijn visie op de werkende mens kon ontwikkelen.”

In met Stoom staan een aantal foto's van Peter. Op deze website staat een andere selectie. Op de meeste foto's staat de mens centraal. De mens als het belangrijkste kapitaal van het bedrijf. Deze foto's zijn gestileerd tot beeldpoëzie. Zijn foto van de houtwerker op een vlot in de haven doet denken aan een balletdanser. Peter staat in de lange Hollandse traditie van kunstenaars die de mens aan het werk uitbeeldden. Zijn werk heeft natuurlijk grote documentaire waarde. Zijn Zaanse foto's kwamen tot stand aan het einde van de wederopbouw aan het begin van de hoogconjunctuur van de jaren zestig. En zij geven daarmee ook een boeiend tijdsbeeld over de opvattingen van arbeid in de industrie. De fabrieksarbeider is geen anoniem gestileerd onderdeeltje van een industrieel raderwerk maar meester over machine en techniek.
Zijn foto's van producten krijgen soms een vervreemdend effect door de keuze van de plaats waar de foto's worden gemaakt. Dat geldt voor de mannequins op het voormalige Hembrugstation maar ook voor de bureaus van Aspa op de stelling van de Zoeker. De kijker kan er niet omheen. En dat is natuurlijk de bedoeling.
Het is jammer dat er in een Zaans museum nog geen tentoonstelling van het Zaanse werk van Peter is geweest. Peter schreef: “Dat de jongens van de diverse bedrijfsscholen van toen en inmiddels gepensioneerd, zich nog eens in het Zaans museum terug kunnen zien, zou ik toejuichen”.

Hieronder vindt u een kleine webtentoonstelling uit het werk van Peter Marcuse. Ik hoop dat de echte tentoonstelling over de Zaanse periode van Peter nog een keer komt.

Meer informatie over het werk van Peter is te vinden op Fotograaf Peter Marcuse

De tabel Het Zaanse werk geeft een goed overzicht van de aktiviteiten van Peter Marcuse in de Zaanstreek.

Marcuse Marcuse Marcuse
Industriële lijmproductie bij Honig in Koog a/d Zaan Op de hoogste verdieping van Puddingfabriek de Bij van Honig in Koog a/d Zaan Controle proefdruk bij Drukkerij Haverlag in Zaandam
Marcuse Marcuse Marcuse
Klein kaliber hulzen draaien bij AI Hembrug De “mannen” van de AI op weg naar Halte Hembrug 1960 De kolencentrale Van Gelder Zonen in Wormer anno 1937
Marcuse Marcuse Marcuse
Kantoormeubelen op de molenomloop voor Aspa Zaandam Advertentie Asmeta (onderdeel van Aspa) vermoedelijk 1960-1965 Honig Glucose Laboratorium met zicht op de Zaan. Zo poseerde men ruim 40 jaar geleden.
Negatief: glasplaat formaat 9 x 12 cm.
Marcuse Marcuse Marcuse
Oog in oog met een Reuzen-Rus uit Moermansk in de Haven van Zaandam anno 1962. Op de voorgrond de houtvaart 4 die vlotten, samengesteld uit geloste stammen naar houtzagerijen in de Zaanstreek sleept Een foto bestemd voor een catalogus voor Linoleum Krommenie in opdracht van recl.adviesbureau Prad in Amsterdam “Jong geleerd oud gedaan”, bedrijfsschool Artillerie Inrichtingen Hembrug anno 1960