Gebouwd in de Zaanstreek

Gebouwd in de Zaanstreek

Vereniging Vrienden van het Zaanse Huis

door: S. de Jong en J. Schipper

De belangstelling voor de bouwhistorie van de Zaanstreek neemt nog steeds toe. Het massale bezoek aan de Zaanse Schans heeft mede in de hand gewerkt dat velen zich bewust werden van de bijzondere bouwcultuur die hier in de 17e eeuw ontstond en die zich met geheel eigen vormen verder ontwikkelde.

Een gerichte studie ontbrak tot nu toe. De Vereniging Vrienden van het Zaanse Huis nam het initiatief tot het samenstellen van deze gedegen inventarisatie. De auteurs, S. de Jong ((Rijksdienst voor de Monumentenzorg) een bouwkundige en J. Schipper (zelfstandig architect), verdiepten zich reeds jarenlang in dit onderwerp. Niet alleen de woningbouw, maar ook die van pakhuizen, bedrijfspanden, boerderijen en kerken wordt in dit boek met grote kennis van zaken behandeld. De tekst wordt toegelicht met meer dan vierhonderd afbeeldingen. Naast de vele foto's zijn ook bouwtekeningen, doorsneden en plattegronden opgenomen.

Was de Zaanse bouwcultuur inderdaad zo bijzonder? Prof. dr. ir. R. Meischke stipt dat in zijn voorwoord aan:
'... dat is het land ten noorden van het IJ. Hier ontstond vooral in de 17e eeuw een zeer omvangrijke dorpse bebouwing van grote betekenis. Door het overwegend gebruik van hout als bouwmateriaal bezat dit gebied een eigen en gemakkelijk herkenbaar karakter, een karakter dat uniek was, niet alleen voor ons land maar voor de gehele wereld.'

Was de Zaanse bouwcultuur inderdaad zo bijzonder? De lezer oordele zelf!

Ten geleide

R. Sman

Voorzitter Vereniging Vrienden van het Zaanse Huis

De vereniging 'Vrienden van het Zaanse Huis' bestond in 1986 25 jaar. Daarom verschijnt nu dit boek, want in deze 25 jaar is op het gebied van de Zaanse historische bebouwing veel ten positieve gebeurd. In het bijzonder als reactie op de desastreuze ontwikkelingen in de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig. Als gevolg van nieuwbouw, wijksaneringen en verkrotting zijn toen zeer veel typisch Zaanse huizen verdwenen.

Hoewel er in de eerste helft van deze eeuw ook al wel belangstelling bestond voor het behoud van de Zaanse houtbouw-cultuur is de interesse bij een breed publiek pas ontstaan na het begin van een besef dat Zaanse huizen en de typische bebouwingsstructuur 'schaarse goederen' werden. Helaas in een laat stadium, hopelijk niet geheel te laat. Een dergelijk bewust-wordingsproces gaat niet vanzelf. Hiervoor zijn pioniers nodig, werkers van het eerste uur, wier activiteiten daarna door organisaties, verenigingen en stichtingen overgenomen moeten worden.

Zaanse Schans
Zaanse Schans, Kalverringdijk 5,7, en 9

Gelukkig zijn deze er gekomen. De Zaanstreek mag zich nu verheugen in het bezit van tal van particuliere organisaties die actief bezig zijn met het signaleren van ongewenste ontwikkelingen, met het maken en uitvoeren van herstelen restauratieplannen, met onderzoek naar historische ontwikkelingen en met publikaties hierover. Onze vereniging is met name op het laatste terrein actief, terwijl organisaties als de stichtingen Zaans Schoon, Frans Mars, de Zaanse Schans en Domineestuin meer actief zijn op de eerstgenoemde terreinen. Binnen het totale veld van activiteiten voor de typisch Zaanse woonomgeving is het van wezenlijk belang dat enthousiaste deskundigen als S. de Jong en J. Schipper de vruchten van hun reeds jaren durende studie- en werkzin aan de huidige en volgende generaties willen overdragen. Niet in een alledaags boekje, maar in een prachtig boekwerk, waarin een zo compleet mogelijk beeld wordt gegeven van de bouwontwikkelingen in de Zaanstreek, zowel in woord als met vele getekende illustraties en foto's. S. de Jong schreef de teksten van de stedebouwkundige en bouwhistorische onderwerpen en in samenhang daarmee verzorgde J. Schipper de tekst over de nieuwe vormen en materialen sinds de 19e eeuw.

Het bestuur prijst zich gelukkig dat zij nu, enkele maanden na dit jubileum, het boekwerk aan u kan aanbieden. Het is enerzijds bedoeld voor een breed geïnteresseerd publiek, in het bijzonder voor onze leden, anderzijds voor een (aankomend) deskundigenpubliek, van scholieren en studenten in de bouwkunde, voor architecten, aannemers en voor hen die van overheidswege betrokken zijn bij en omgaan met stedebouwkundige en bouwkundige erfenissen uit het Zaanse verleden. Wij hopen dat met deze uitgave een stimulans wordt gegeven aan de vergroting van de kennis van en de affiniteit met de Zaanse woonbebouwing en aan verder onderzoek ter zake, speciaal door de volgende generaties. Dankzij het enthousiasme en vooral de vakkundige aanpak van de stichting Uitgeverij Noord-Holland, de heer Klaas Woudt, de vormgever Joop de Nijs en Kunstdrukkerij Mercurius-Wormerveer kon dit boek worden samengesteld.

Voorwoord

Dr. Ir. R. Meischke

Ondanks de ijver waarmee na 1950 een aantal personen zich gewijd hebben aan het onderzoek van de geschiedenis van het Nederlandse woonhuis, ligt ons land op dit gebied nog steeds ver ten achter bij het buitenland. In vele landen beschikt men per stad of streek over uitgebreide en gepubliceerde onderzoekingen naar de ontwikkeling van de traditionele huis-vormen, bij ons zijn hiertoe slechts enkele aanzetten gedaan. Het woonhuisonderzoek ontwikkelt zich hier langs drie duidelijk gescheiden lijnen, de kastelen, de stadswoonhuizen en de agrarische bebouwing. Deze lijnen raken elkaar niet, er tussenin liggen zelfs open gebieden die vrijwel geheel aan de aandacht ontsnappen, zoals de huizen in de dorpen. In Duitsland is de 'Hausforschung' sterker een eenheid, de boerderijen en de stedelijke woonhuizen worden daar gezien als twee takken van een stam. In Engeland worden de kastelen en de stadhuizen vaak in onderling verband behandeld, terwijl bijzonder veel aandacht besteed wordt aan de bebouwing in de dorpen.

Zaandijk, geveltop
Zaandijk, geveltop met vaas, Lodewijk XVI-stijl

Dat de Nederlandse dorpen over het algemeen zo'n bescheiden bebouwing tonen is misschien te verklaren uit de grote concentratie van steden, die vrijwel alle niet-agrarische functies in zich opnamen. Voor één gebied geldt de onbelangrijkheid van de dorpen echter niet en dat is het land ten noorden van het IJ. Hier ontstond vooral in de zeventiende eeuw een zeer omvangrijke dorpse bebouwing van grote betekenis.
Door het overwegend gebruik van hout als bouwmateriaal, bezat dit gebied een eigen makkelijk herkenbaar karakter, een karakter dat uniek was, niet alleen voor ons land maar voor de gehele wereld.

Het is opvallend dat de studie van de woonhuizen in dit, toch alleszins bekende en gewaardeerde, gebied voorbehouden bleef aan personen die er geworteld waren. Voor buitenstaanders was dit terrein weinig toegankelijk. Er was op het eerste gezicht geen aansluiting met de bouwwijze van de huizen met stenen gevels in de steden rondom. Er was een grote invloed van bedrijfsgebouwen uit de 17e en 18e eeuw, een categorie waaraan in ons land tot nu toe geen enkele aandacht werd besteed.

Bovendien moest een onderzoeker, om hier met vrucht te kunnen werken, op de hoogte zijn van de ingewikkelde en vrij onoverzichtelijke ontwikkelingsgeschiedenis van de Noordhollandse boerderij en tevens enig inzicht hebben in de merkwaardige stedebouwkundige structuur van de nederzettingen in dit gebied. Door de fundamentele scheiding van het boerenhuisonderzoek, het stadswoonhuisonderzoek en het stedebouwkundige onderzoek in ons land ontbraken de onderzoekers die dit gebied aan konden.

Gelukkig leverde de Zaanstreek zelf enkele lieden op, die op velerlei wijzen met oude huizen in steden en dorpen en op het platteland in aanraking waren gekomen en tevens met de merkwaardige bouwkundige ontwikkelingen van de Zaanstreek op de hoogte waren. De studie die door hen werd verricht vormt de eerste grote poging tot het samenstellen van de bouwgeschiedenis van dit gebied. Het resultaat is een werk dat ver buiten het streekbelang uitgaat. Zonder een grondige kennis van de Zaanstreek is de woonhuisontwikkeling van Noord-Holland moeilijk te begrijpen en voor het woonhuisonderzoek in ons land is Noord-Holland de belangrijkste provincie. Helaas is dit eerste boek misschien tevens de laatste poging om de huizen van dit gebied te beschrijven.

In ons land heeft de vrede en welvaart na 1950 groter verwoesting onder het oude woonhuisbestand aangericht dan de oorlog. Mogelijk zijn wij thans de eerste en laatste generatie die het Nederlandse woonhuis bestudeert. Er is haast bij de voortgang van het onderzoek en een samenvatting van tot nu toe verkregen resultaten en inzichten is van veel belang, als wegwijzer bij de afronding van de documentatie van oude woonvormen aan de hand van de laatst overgebleven specimen. Wij mogen de auteurs daarom heel dankbaar zijn dat zij zich de moeite getroost hebben de kennis en ervaring die zij tot nu toe hebben opgedaan aan anderen over te dragen.

UITVOERING BOEK:

Uitvoering/Formaat:hardcover, 21 x 30 cm
Aantal pagina's:213
Auteurs:S. de Jong en J. Schipper
Eindredactie:Klaas Woudt, Zaandijk
Vormgeving:Joop de Nijs, Castricum
Zet- en drukwerk:bv Kunstdrukkerij Mercurius Wormerveer
ISBN:90-71123-04-9
Uitgave:Vereniging Vrienden van het Zaanse Huis
Stichting Uitgeberij Noord-Holland