Scheepsspanten in een gebintconstructieHergebruik van materialen uit gesloopte schepen
De tand des tijds had danig toegeslagen in het bouwvallige rijksmonument Hogendijk 5 in Zaandam. Zeker na de brand op 5 mei 1997 schudde menig voorbijganger meewarig het hoofd bij het zien van zoveel treurnis. “Platgooien die handel” was de meest gehoorde opmerking.
Heel bijzonder in dit pand is de gebintconstructie. Voor een deel zijn de spanten gemaakt van eiken krommers die ooit in de 16e of 17e eeuw onderdelen zijn geweest van scheepsspanten. Deze spanten zijn waarschijnlijk gesloopt uit afgedankte schepen op de scheepswerven die zich achter het pand bevonden. Na de ontmanteling van het pand, en het ernaast gelegen pand Hogendijk 7, hebben archeologen van de Universiteit van Amsterdam de gelegenheid benut om in 1998 en 1999 opgravingen te doen op het terrein. De vondst van enkele geheel intacte scheepswerven uit de 16e, 17e en 18e eeuw trok nationale aandacht. Het bijzondere van de vondst was dat er in de Zaanstreek nooit eerder overblijfselen van vroegere scheepsbedrijvigheid waren aangetroffen. | ||||
Hogendijk 5, 7 en 9 in de originele staat. |
Hogendijk 5, 7 en 9 vlak voor de restauratie. | |||
Scheepsbouw aan de Hogendijk
De scheepsbouw is in de zeventiende en achttiende eeuw een van de belangrijkste en interessantste bedrijfstakken in de Zaanstreek geweest. Het absolute hoogtepunt werd bereikt in de jaren 1686 - 1699. In de periodes 1710 - 1725 en 1740 - 1754 vond een geleidelijke teruggang met tussentijdse oplevingen plaats met als dieptepunt het jaar 1770. In de hoogtijdagen moeten er wel 60 scheepswerven in bedrijf zijn geweest.
Het scheepsbouwen werd uitgevoerd door 'schuitemakers', dit waren de ambachtslieden die kleinere vaartuigen maakten, en de (groot)scheepsmakers. Schepen werden zowel in opdracht (op bestelling) als voor eigen rekening van de scheepsbouwer ('op voorraad') geproduceerd. Onverkochte schepen werden vaak aan walvisrederijen verhuurd of door de bouwer zelf, gewoonlijk in partenrederij met anderen, tijdelijk voor de walvisvaart aangewend. De meeste scheepsbouwers waren tevens houthandelaren en/of houtzager. Zij voorzagen zelf in de toevoer en eerste bewerking van het benodigde timmerhout. Zij zagen kans grote voorraden kant-en-klaar scheepstimmerhout aan te leggen en zich daarmee van de mogelijkheid tot snelle en continue productie en levering te verzekeren. Hierdoor ontwikkelde de scheepsbouw zich hier van een ambacht tot een industrieel montagebedrijf. De casco's werden in aangenomen werk ('hoopwerk') door ploegen van scheepstimmerlieden, breeuwers, en dergelijke in elkaar gezet en afgewerkt. De opbouw en tuigage werden door gespecialiseerde onderaannemers en leveranciers als mastenmakers, ankersmeden, blokmakers, beeldhouwers, zeilmakers, enz., verzorgd. De meester-grootscheepsmaker was de dirigent en coördinator van het montageproces. | ||||
Scheepswerf Brouwer aan de Hogendijk |
De Hogendijk omstreeks 1875 met links de oude smederij met een deurkalf met het jaartal 1676. | |||
De HogendijkDe Hogendijk was vele eeuwen een waterkering en als zeedijk één van de eerst bewoonde straten van Zaandam. De Hogendijk is het gedeelte van de Noorder IJ en Zeedijk dat van de Dam in de richting van Westzaan loopt. De Lage Horn is een pad, dat een hoek of horn van de Hogendijk afsnijdt. De scherpe hoek die de dijk hier maakt, stond bekend als de Horn. Zowel in de zeventiende als in de achttiende eeuw is de scheepsbouw van groot belang geweest voor de ontwikkeling en de werkgelegenheid van de Hogendijk en omgeving. De scheepsbouw verschafte niet alleen arbeid aan scheepstimmerlieden, sjouwerlieden, breeuwers, e.d. maar ook aan een aantal toeleveringsbedrijven: smeden, nagelmakers, mastenmakers, blokmakers, beeldsnijders, bijlmannen en/of scheepsbeschieters, zeilmakers, touwslagers en kompasmakers.
Dit alles maakt de Hogendijk, en met name de monumenten die in dit onderzoek zijn opgemeten, historisch gezien heel belangrijk, mede gezien het feit dat in Hogendijk nr. 5 heel lang een zeilmaker gewoond heeft en Hogendijk nr. 9 eigendom is geweest van grootscheepsmaker Simon Claasz. Heijn, die zelf zijn werf daar langs de Zaan had.
Uit de eerst bekende kaarten blijkt dat ook de huizen Hogendijk 5, 7 en 9 op buitendijks land gebouwd zijn. Op een kaart die gemaakt is naar aanleiding van de schade door de vloed van 15 november 1795 is goed het Timmerrak, het
Kerkrak en de Wester- en Oosterhem te zien. Links onder staat op deze kaart de in 1651 aangelegde Nieuwe Haven. Ook hier lagen diverse scheepswerven.
Hogendijk 5Het sober gebouwde huis bezat voor de restauratie niet veel sporen meer uit zijn vroegste verleden. Gezien de constructie dateerde het huis uit omstreeks 1700. Het huis is diverse malen gewijzigd en verbouwd voordat het in 1998/1999 werd ontmanteld en weer opnieuw opgebouwd.
De opmetingstekening toont een dijkwoning met stenen onderbouw waarop het eigenlijke huis gebouwd is. De eigenlijke begane grond lag op straat(=dijk) niveau. De hoofdafmetingen bedragen 1140 bij gemiddeld 520 cm. De plattegrond is niet rechthoekig, de noordgevel loopt schuin naar binnen.
De topspanten werden gevormd door twee spantbenen, horizontaal verbonden door een hanenbalk. De spantpoten op de begane grond waren links en rechts gemerkt met de tekens 1 t/m 5. Merkwaardig was dat op de verdieping een andere nummering is aangehouden. Een verklaring hiervoor werd niet gevonden.
Op de vlieringbalken was geen wurmt aangebracht maar zat er aan de zijkant van de vlieringbalken een gording waar het vlieringvloerhout, dat later was aangebracht, tegenaan liep.
De topgevel aan de voorzijde is waarschijnlijk oorspronkelijk een driehoeksgevel geweest met een deurkozijn in het midden, welke werd gebruikt voor het transport van goederen die opgeslagen werden op de verdieping. De gevel heeft een onderbouw van baksteen waarin een voordeur met bovenlicht was opgenomen. Verder zaten er twee Empireschuiframen in.
Het groen voorschot werd langs de dakhelling beëindigd met een geprofileerde windveer in een bolle en holle uitvoering. De bovenzijde werd afgewerkt met een driehoekig fronton. De vorm van deze gevel was uniek voor de Zaanstreek. Het was een vroeg twintigste eeuwse variant op de klokgevel. Gezien de zeldzaamheid van deze gevel in de Zaanstreek is gekozen voor handhaving van de voorgevel bij de restauratie. Daarbij werden ook de oorspronkelijk negentiende-eeuwse raamkozijnen en het naar voren aangebrachte driehoekig fronton weer terug gerestaureerd.
Na opmeting van het pand in 1998 was de conclusie van architect Ir. W. Wester en restauratiedeskundige aannemer G. Sombroek:
|
Hogendijk 5, 7 en 9 na de restauratie. | |||
Detail van de kadastrale kaart uit 1832. | ||||
Een eiken krommer uit de scheepsbouw op de eerste verdieping. | ||||
| ||||
Kaart van de Voorzaan met zeedijken van Oost-Zaandam en West-Zaandam.
Gezicht op de havenkom van Zaandam vanaf de Hem. Links de scheepswerven aan de Hogendijk. Rechts houtzaagmolens op het Oosterkattegat
Archeologisch onderzoekHet onderzoek van de scheepswerven aan de Hogendijk in Zaandam tussen 1998 en 1999 resulteerde in het blootleggen van drie houten scheepshellingen en de funderingen van een aantal huizen. De hellingen bleken gemaakt van sloophout van oude schepen. De langste helling had een lengte van bijna 30 meter. De vroegste helling dateerde uit de periode rond 1575. Hierdoor werd nieuw licht geworpen op de ontwikkeling van de Zaanse scheepsbouw, die in de 17de eeuw toonaangevend was in Europa. Het bleek onder andere dat in de Zaanstreek al veel eerder grote, waarschijnlijk zeegaande schepen werden gebouwd dan tot nu toe werd aangenomen. Opvallend was dat de hellingen buitendijks waren aangelegd op met kluiten klei, afval en zaagsel aangeplempte grond. Het hout van de hellingen was grotendeels tweedehands. Als fundering voor de hellingen werden spanten, roeren, stevens en dekbalken van gesloopte schepen gebruikt. Hieruit bleek dat de beroemde Zaanse werven, waar in 1697 zelfs Czaar Peter de Grote kwam kijken, gemaakt waren van afvalhout en aangelegd op terpen van huisvuil.
Wanneer de werven verzakt waren, werd er zand en klei overheen gegooid en bouwde men bovenop de oude helling een nieuwe. Op sommige plaatsen werden drie hellingen boven elkaar aangetroffen.
Door: Cees Kingma - December 2006
| ||||
Bronnen:
|