De Noorder IJ en Zeedijk is een onderdeel van de Waterlandse Dijkring en moest de Zaanstreek in het zuiden en zuidwesten beschermen tegen de getijwerkingen in het IJ. Door de aanleg van het Noordzeekanaal tussen 1865 en 1876 en het tegelijkertijd inpolderen van het IJ verloor deze dijk z'n betekenis als waterkerende zeedijk. Ook al omdat het IJ door de nieuwe Oranjesluizen werd afgesloten van de Zuiderzee.
In deze dijkring zijn nog een aantal zeesluizen te vinden.
|
De Westzaner Overtoomsluis in de Westzaner Overtoom is herbouwd in 1719. Het is onbekend wanneer de eerste sluis op deze plaats gebouwd is. De sluis is in drie niveaus tegen het talud van de dijk aangebouwd. Het buitensluishoofd ligt op kruinhoogte van de dijk en bevat de buitenschutdeuren en een vaste brug. Tussen het buitensluishoofd en de schutkolk bevinden zich deurkassen van de voormalige tussendeur. Op kolkhoogte zijn de binnendeuren aangebracht met daarbij de loopbrug. Het front van het binnensluishoofd ligt nog één niveau lager. De bovenzijden van de sluiswanden zijn tussen de drie niveaus tot vaste trappen vermetseld.
|
|
|
Het sluiswerk is rondom van leuningen voorzien: langs de kolk en het binnensluishoofd is dat een origineel 19de eeuws hek; de leuningen langs de vast brug en om het buitensluishoofd dateren uit de 20ste eeuw.
De vaste betonnenbrug over het buitensluishoofd dateert uit de vorige eeuw, de loopbrug over het binnensluishoofd dateert uit 19de eeuw en bestaat uit twee metalen leggers die rusten op natuurstenen blokken en zijn voorzien van een houten loopvlak waarlangs smeedijzeren leuningen zijn geplaatst.
|
|
De Hanepadsluis in de Oostzaner Zeedijk is in 1713 als schutsluis gebouwd tussen de polder Oostzaan en het IJ. Vroeger gaven vier sluizen toegang tot deze polder, waarvan er twee in directe verbinding stonden met de zee (het IJ); de Hanepadsluis was de grootste, hetgeen indicatief is voor de rol die de sluis speelde in de handel en de locale economie van Oostzaan.
Tegenwoordig is de sluis in gebruik als schutsluis tussen de polder en Zijkanaal G. De sluis is nog herkenbaar als zeesluis, zoals blijkt uit de trapsgewijze opbouw tegen het talud van de dijk en het zware muurwerk. De sluis is in twee niveaus tegen het talud van de dijk aangebouwd. De afmetingen van de sluis zijn afgestemd op de kleinere scheepvaart. De tussendeuren zijn in 1936 verwijderd.
|
|
|
De sluis is thans omgeven door voornamelijk twintigste eeuwse woonwijken en door van oorsprong oudere bebouwing langs de kruin van de oude zeedijk.
Langs de kolkwand staat het oorspronkelijke 19de eeuwse hekwerk waarvan de voeten van de stijlen in natuurstenen blokken zijn gevat. Het hekwerk rond de vaste brug en het buitenhoofd dateert uit 1936.
|
|
Het complex Schermersluis is in 1632 gebouwd ten behoeve van de Schermerboezem en bestond uit een uitwateringssluis en een dubbelkerende schutsluis tussen de Nauernasche Vaart en het IJ. De sluis is herbouwd in 1800.
Tot de opvallende kenmerken behoren de (thans verwijderde) ebdeuren van het binnensluishoofd, die waren bedoeld om het boezemwater vast te houden.
Het sluislichaam is in drie niveaus tegen het talud van de dijk aangebouwd; als eerste het buitensluishoofd dat op kruinhoogte van de dijk ligt en de buitendeuren bevat; als tweede de schutkolk die de binnendeuren bevat, ten derde het niveau waarop zich de deurkassen van de voormalige ebdeuren van het binnensluishoofd bevinden. Tussen de niveaus is de sluiswand aan de bovenzijde als trap uitgevoerd.
|
De droogmaking van de Schermer (voltooid in 1635) impliceerde een dermate drastische
verkleining van de capaciteit van de Schermerboezem, dat handhaving van een veilig boezempeil alleen door de aanleg van een nieuwe zuidelijke afwatering gegarandeerd kon worden. Het resultaat was de Nauernasche vaart (voltooid in 1632), die werd gegraven op de plaats van het doodlopende stroompje het Twiske in de polder Westzaan. De vaart verbond het Alkmaardermeer met het IJ.
|
|
|
De oorspronkelijke Schermersluis werd ontworpen door sluizenbouwer Willem Jansz. Benningh. Het ontwerp voorzag in een overkluisde sluis waardoor alleen kleine schepen konden passeren. Deze voorwaarde was gesteld door een aantal steden, waaronder Amsterdam, die vreesden dat de stad Alkmaar een gemakkelijke verbinding zou krijgen met het IJ hetgeen de handel van deze steden nadelig zou beïnvloeden.
|
|
|
In de beide sluiswanden zijn een aantal originele rechthoekige hardstenen haalkommen met smeedijzeren twee-punt grijpankers ingemetseld. (foto links)
In de deurkassen van de binnensluis zijn nog de restanten van de ophanging van de ebdeuren te zien. De sluis wordt afgesloten door puntdeuren die om een verticale as draaien. In geopende stand bevinden de deuren zich in deurkassen, in gesloten stand steunen de deuren onder een bepaalde hoek tegen elkaar. Enkele zeesluizen hebben zowel eb- als vloeddeuren. De vloeddeuren zijn met de punt naar het buitenwater gericht en keren de vloed. De ebdeuren zijn naar binnen gericht en bij eb keren deze het binnenwater. Nadat de getijwerking op het IJ door de aanleg van het Noordzeekanaal en de Oranjesluizen verdween was er echter geen behoefte meer aan deze ebdeuren. (foto rechts)
|
|
Draaideuren kunnen gemakkelijk door het water zelf worden geopend en gesloten. Wanneer draaideuren door het uitstromende water geheel geopend zouden worden, zodat deze evenwijdig aan de sluisas komen te staan, is de kans groot dat zij bij opkomend water open blijven. Om dit te voorkomen werden deze deuren voorzien van een waker of tijwachter. Deze wakers werden geplaatst tussen de deur en de deurkas waardoor de deur niet helemaal in de deurkas kwam zodat de deur gemakkelijk door het binnenstromende water kon worden meegenomen. De Schermersluis heeft aan beide zijde van de sluiskolk nog een waker.
|
Gedenkstenen in de sluizen
U kunt de foto's vergroten door deze aan te wijzen.
|
|
Aan het binnensluishoofd van de Overtoomsluis is ter hoogte van de loopbrug aan de oostzijde een smalle band van hardstenen blokken in het metselwerk opgenomen. In de voorstijl van de oostelijke binnensluisdeur bevindt zich een gedenksteen waarvan de tekst luidt:
“P.C. ZEE-MAN/ MR TIMMER-MAN/ VAN DESE SLUYS/ 1719”
|
|
|
Foto links:
In de Hanepadsluis zijn twee gedenkstenen. In de zuidelijke wand bevindt zich een rechthoekige steen met de tekst: “GEBOUWD IN HET JAAR 1713/ DROOGGEMAAKT EN BELANGRIJK/ HERSTELD IN HET JAAR 1852/ ONDER HET BESTUUR DER BANNE/ OOSTZAAN EN OOSTZAANDAM/ (namen van de leden/”.
Foto rechts:
In de noordelijke wand van de Hanepadsluis bevindt zich de tweede steen, waarvan de tekst luidt: “BRUG VERNIEUWD IN HET JAAR 1936/ ONDER HET BESTUUR VAN DEN/ POLDER OOSTZAAN/ (namen van de leden)”.
|
|
|
Foto links:
In de oostelijke kolkwand van de Schermersluis zijn twee rechthoekige, hardstenen gedenkstenen aangebracht. De linker steen vermeldt: “BOUWMEESTEREN/ DEEZER HERNIEUWDE SLUIS/ ARIS BLAUW EN PIETER KUYPER/ METSELBAAZEN/ MUUS KUYT EN PIETER HAANRAAD/ STEENHOUWERSBAAS/ CASPER BOTTEMAN/ 1800/ (in kleinere letters: VERNIEUWD 1940”.
Foto rechts:
De rechter steen in de Schermersluis vermeldt: “DEEZE SLUIS/ DOOR OUDERDOM BOUWVALLIG GEWORDEN/ IS VOOR HET GROOTST GEDEELTE HERNIEUWD DOOR HET/ DYKSBESTUUR VAN DE SCHERMEER/ DYKRIGHTER/ MR LUKAS DYL/ HEEMRADEN/ JOH VAN DER HORST/ JAN KLEEFF/ WEGENS ALKMAAR/ MR J C VAN DE BLOCQUERY WEGENS HOORN/ CHR STUURMAN BUCERUS/ CORN DE BOER/ ARIEN DE GEUS/ HUYBERT JANZ DE JONG/ SECRETARIS/ WILLEM BOLTEN/ MDCCC/ VERNIEUWD 1940”.
U kunt de vier bovenstaande foto's vergroten door ze aan te klikken.
|
Peilschalen in de zeesluizen
|
|
In het buitensluishoofd van de Overtoomsluis is een natuurstenen peilschaal aangebracht. (foto links). En
in de noordelijke deurkas van het buitensluishoofd van de Hanepadsluis is een hardstenen peilschaal ingemetseld. (foto rechts)
Beide peilschalen dateren vermoedelijk uit de achttiende eeuw.
|
Bediening van de zeesluizen
|
|
|
De houten puntdeuren in de Hanepadsluis en de Overtoomsluis worden bediend met behulp van houten kaapstanders en houten duwpersen. De kaapstanders bezitten een horizontale windas met een vertikaal windrad. De schuif van het buitensluishoofd wordt op beide sluizen bediend met behulp van een ijzeren windwerk dat een ketting opwindt. Bij de Hanepadsluis is het windwerk op de bovenzijde van de sluisdeur gemonteerd en kan vanaf de vaste brug worden bediend. Bij de Overtoomsluis is dit windwerk op de sluiswand aangebracht.
Ten behoeve van de schuif van het binnensluishoofd is, bij beide sluizen, een houten kaapstander met ketting opgesteld.
|
|
|
Bij sluizen van (groot) economische belang heeft de cultuurhistorische waarde het moeten afleggen tegenover de economische belangen. Ook de nieuwe Arbo-wet en het Bouwbesluit zijn van toepassing. De veiligheidsvoorschriften als gevolg van de Arbo-wet zijn verscherpt. Zwaar werk dat ook door machinekracht verricht kan worden, mag over het algemeen niet meer door mankracht worden uitgevoerd. Op de monumentale Schermersluis zijn deze aanpassingen duidelijk te zien.
De deuren van het buitensluishoofd worden elektrisch, met behulp van een tandheugel bediend. De deuren van het
binnensluishoofd zijn nog voorzien van houten duwpersen en kettingen, verbonden aan houten kaapstanders. De spierkracht in de kaapstanders is echter vervangen door een elektromechanische krachtbron. De elektromotor is gemonteerd in de spil van de kaapstander. Er is hier dus gekozen voor een
authentieke uitstraling voor moderne techniek. (foto links)
Ook de rinketten in zowel de binnen als de buitendeuren worden bediend door een elektromotor en een draadstang. Hier is echter niets wat nog herinnert aan het
authentieke mechanisme. (foto rechts)
|
Bronnen
- Tekst:
- Bescherming waterstaatkundige monumenten in Noord-Holland, Resultaten van een onderzoek naar kenmerkende elementen uit de geschiedenis van de waterbeheersing in Noord-Holland, waaronder met name sluizen, gemalen en relicten van het seinstelsel. Uitgegeven door het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland in augustus 1989.
- Sluizen en stuwen. Bouwtechniek in Nederland 5. De ontwikkeling van de sluis- en stuwbouw in Nederland tot 1940. Door G.J. Arends. ISBN 90 6275 700 6
- Historische sluizen en stuwen. Waardering en instandhouding. Door G.J. Arends. ISBN 90 5345 246 x
- Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma (tenzij anders aangegeven)
|
|