| |
In de waterrijke omgeving van de Zaanstreek is al vele eeuwen behoefte aan diverse soorten vaartuigen. Boeren hadden hun 'platten' nodig om het vee naar het land te varen. Vissers gebruikten hun speciale vaartuigen om hun netten en fuiken te spannen. En beurtschepen brachten de agrarische produkten naar de markten in de grotere steden die de Zaanstreek omringende. De lokale scheepsbouwnijverheid voorzag in de vraag naar bouw en reparatie van dit soort binnenvaartuigen. In het midden van de 17de eeuw werden zelfs schepen voor de grote vaart in de Zaanstreek gebouwd. Aan het einde van de 18e eeuw raakte de scheepsbouw in de Zaanstreek in verval en viel terug tot de kleine scheepsmakerij waaruit ze in het begin van de 17e eeuw was voortgekomen.
In de tweede helft van de 19de eeuw kwam, mede door de industriële ontwikkeling langs de oevers van de Zaan, de scheepsbouw weer langzaam op gang. Rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20ste werden de zeilschepen vervangen door schepen met een mechanische voortstuwing, eerst stoom, later de verbrandingsmotor. En hout werd vervangen door ijzer en staal. Aanvankelijk had de bedrijfstak een sterk regionaal karakter. Er werden sleepbootjes gebouwd om de boomstammen van de balkenhaven naar de houtzaagmolens te slepen en dekschuiten om de industriële produkten over de Zaan te vervoeren. De bouw van zeegaande schepen bleef beperkt te enkelen werven zoals Scheepswerf Conrad en later Scheepswerf Kraaier/De Beer en de Zaanlandsche Scheepsbouw Maatschappij aan de Voorzaan.
Nog steeds zijn er een aantal werven die zich richten op de bouw en reparatie van binnenvaart-, en kleine zeevaartschepen. Voorbeelden daarvan zijn o.a. de Scheepswerven Brouwer en Vooruit aan de Voorzaan en scheepswerf Molenaar aan de Poel bij het Kalf.
|
Tegeltableau, aangeboden door het personeel van de ZSM ter gelegenheid van het 50 jarig jubileum van de werf in 1949.
Collectie ZOV |
Een specialiteit van de Zaanse scheepsbouw is de bouw van jachten. De Zaanstreek heeft een lange traditie van de bouw van pleziervaartuigen zoals boeiers en tentjachten. In de eerste helft van de 20e eeuw bouwde men veel kano's en kleine zeilboten. De Zaanstreek kende ook een aantal bekende zeezeilers zoals Cees Bruynzeel, Simon de Wit en Jacob Kuyt, waardoor nautische kennis over grote jachten in de Zaanstreek beschikbaar kwam. Bekende Zaanse zeegaande jachten waren de Zeearend, de Stormvogel en de Thula. De kleine kano- en jachtwerven waren soms de basis van scheepswerven waarop de rondvaartboten voor de Amsterdamse grachten en later zeegaande jachten werden gebouwd. Een de belangrijkste Europese bouwers mega-jachten is Holland jachtbouw in de Achtersluispolder. Zaanlandse Scheepsbouw Maatschappij | |
Model van de 'Prinsengracht'.
| |
| |
| |
| |
In de collectie van het Gemeente Archief Zaanstad zijn 42 z.g. werfalbums van de Zaanlandsche Scheepsbouw Maatschappij opgenomen. Deze fotoalbums geven een mooi beeld van de bouw, tewaterlating, proefvaart en overdracht van de schepen die bij de ZSM gebouwd vanaf ongeveer 1935. Hierboven staan een aantal foto's uit het boek van de Prinsengracht. | |
Model van Braziliaanse patrouillevaartuig 'Iquatemi'.
| |
Enkele foto's uit het werfboek over de 'Iquatemi' uit het Gemeente Archief Zaanstad.
Van 1901 tot 1958 was de 'Czaar Peterwerf' de hoofdvestiging van de Zaanlandsche Scheepsbouw Maatschappij (ZSM). In 1901 kocht men een stuk grond van 3000 m2 aan het Kalf aan de oostelijke Zaanoever tegenover Koog a/d Zaan. De grote torenkraan werd in maart in 1942 geplaatst. Deze foto's dateren uit begin jaren vijftig van de vorige eeuw. In 1957 werd een nieuwe werf in de Achtersluispolder in gebruik genomen. Korte tijd later werd de 'Czaar Peterwerf' gesloten.
| |
Scheepswerf 'De Beer'
Scheepswerf De Beer met de Mary Nübel op stapel van Frans Mars uit 1958.
De onderwijzer Frans Mars heeft een zeer omvangrijk oeuvre nagelaten. In een impressionistische trant schilderde hij vooral Zaanlandse landschappen, molens en de karakteristieke Zaanse houtbouw, veelal in een natuurlijke omgeving. Er zijn ook enkele voorbeelden bekend van afwijkende onderwerpen zoals deze fel rood geschilderde scheepsromp op stapel bij Scheepswerf “De Beer” in de Voorzaan.
De links afgebeelde inkttekening 'Scheepswerf de Beer met helling en kranen aan de Voorzaan nabij het Noordzeekanaal.
Op de helling een in aanbouw zijnde zeeschip de Mary Nübel' zal ongetwijfeld een studie zijn voor het hierboven getoonde schilderij.
|
|
Scheepswerf 'De Beer' ontstond midden jaren vijftig van de vorige eeuw. Na een conflict over de noodzaak van zeer forse investeringen voor de scheepswerf tussen de beide zwagers J. Kraaier jr. en A. de Beer trok eerstgenoemde zich terug uit het bedrijf. De heer de Beer ging verder onder zijn eigen naam. Beide zwagers waren direct na de bevrijding in 1945 in de leiding van het bedrijf opgenomen. De oprichter van de werf, de heer Kraaier sr. trok zich toen geleidelijk terug uit de zaak. De werf was jarenlang zeer succesvol met orders voor o.a. de Indonesische regering. De door J. Kraaier ontworpen havenboot resulteerde in een order voor 24 boten voor Indonesië. Deze grote order voor de toen nog zeer bescheiden werf betekende een verhuizing van de Achtersluispolder naar een stuk buitendijks aangeplempd land waarop een grote bouwloods werd gebouwd. Na deze order volgde een nieuwe order voor 6 loodsboten van 17,5 meter lengte en daarna nog een order voor 12 snelle kustwachtboten. Dit proces werd een aantal malen herhaald. In totaal werden er zo'n 70 schepen aan Indonesië geleverd. Dat was ook gelijk het grote probleem voor de werf: “het was een schip op één anker”. Anders gezegd: men had maar één klant. Dat brak de werf op nadat Indonesië om politieke redenen de verbinding met Nederland verbrak. In hevige concurrentie met de werven in Groningen werden er toen een aantal kustvaarders gebouwd. Technisch hoogtepunt was de bouw in 1958 van de 7000 ton metende 'Mary Nübel' voor de Emder Dampfer Compagnie A.G.. De investeringen, die nodig waren om dergelijke schepen te kunnen bouwen, zijn het bedrijf uiteindelijk noodlottig geworden. In 1965 ging de werf De Beer failliet. |
Gezicht op de scheepswerf De Beer in de Voorzaan
|
Op 2 april 1959 monsterde matroos Heinrich Krämer in Zaandam aan bij kapitein Erich Schmidt op de zojuist aan de maatschappij overgedragen Mary Nübel en vertrok voor de maidentrip naar Duitsland. In 1968 werd het schip verkocht naar Pakistan en in 1973 aan een reder uit Bangladesch. Daar is het schip in 1983 uiteindelijk ook gesloopt. | |
Het blad 'Holland Shipbuilding' vol. 8 no. 4 uit juni 1959 besteedde uitgebreid aandacht aan dit schip. In dit document vindt u een copie van het artikel over de Mary Nübel. Onderdeel van dit artikel was ook een Profile and General Arrangement. | |
Holland Jachtbouw
Holland Jachtbouw in Zaandam richt zich volledig op de uitvoering van zeer grote nieuwbouw- en verbouwingsprojecten in de luxe jachtensector. De werf is sinds 1997 gevestigd op het werfcomplex van Haak Beheer aan de Vredeweg in Zaandam, naast Scheepswerf Brouwer. Daar werden eerder, tot Scheepswerf Haak failliet ging, onder andere forse Noordzeeviskotters gebouwd.
Bron: Albert Boes in 'Zaankanters en het water' |
|
Text: Cees Kingma
Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma |