Thema: Varend erfgoed
Een aantal schepen ontkwam aan de snijbranders van Adriaan Slooten. Naast zakenman was Slooten op zijn manier ook liefhebber van stoomschepen. Zelf heeft hij jarenlang in een tot plezierjacht omgebouwd Duits stoom directiebootje (Dampertje) rondgevaren. Diverse stoomsleepboten uit Duitse havens varen nu als onderdeel van de Nederlandse stoomvloot en zijn aanwezig op bijna alle stoommanifestaties in Nederland. Dat daarbij waarschijnlijk niet altijd volgens de geldende saneringsregels zal zijn gehandeld, kunnen we alleen maar toejuichen. Inmiddels hebben de Scheelenkuhlen, Noordzee, Jacob Langeberg en Johannes een Nederlandse i.p.v. een Duitse thuishaven.
Ex-zandschipper Cor Phaff en Henk Kleijn, beide in dienst bij Slooten, waren beide aan boord van de Duitse stoomsleper Nordsee toen het schip in 1975 vanuit Hamburg over de Waddenzee naar Den Helder voer. Aan boord waren slechts wat oude zeekaarten. Na bij Terschelling weer nieuw ketelwater te hebben ingenomen, en met het laatste restje steenkool, werd het schip via het Noordhollands Kanaal naar Wormer gevaren.
De huidige eigenaar, C.P. Jongert uit Medemblik, kocht het schip in 1976 van Slooten. Na een volledige restauratie heeft hij het trotse schip weer in de vaart gebracht.
ss Noordzee
|
ss JACOB LANGEBERG
Opdrachtgever
|
Keizerlijke Kanalamt te Kiel
|
Gebouwd
|
1902
|
Werf
|
F. Schichau uit Elbing West Pruisen
|
Bouwnummer
|
2026
|
Afmetingen
|
26,75 x 6,63 x 3,20 meter
|
Machine
|
Triple Expansie stoommachine
|
Vermogen
|
700 IPK
|
Ketel
|
1 x 2 vuurs Schotse ketel
|
Werkdruk
|
15 Atm
|
VO
|
136,25 m2
|
De vroegere stoomijsbreker v Botticher is nu de sterkste stoomsleepboot van
Nederland.
Het zeer luxe en kostbare schip werd vernoemd naar een voormalige president van
Schleswijk-Holstein (1879-1880).
In 1904 is het schip overgegaan naar het Wasserstrassenmaschineamt Rendsburg.
Ze voer voornamelijk op het Keizer Wilhelm Kanaal en de Saatsee en was een
bekende verschijning in Brunsbuettel. Er zijn totaal 6 zusterschepen gebouwd,
maar de v Botticher was de meest luxe uitvoering. Voorzien van een teakhouten salon
en teakhouten dek.
In de dertiger jaren werd het schip uitgerust met een nieuwe ijsbrekersteven, en
enkele jaren later werd het stuurhuis op de koelkast en salon geplaatst, dit allemaal
voor een beter uitzicht.
In 1970 kocht Handelsonderneming A.C. Slooten te Wormer het schip. Die verkocht het
door aan Langeberg en werd het schip omgedoopt tot Jacob Langeberg.
De stalen brug om het stuurhuis is toen geplaatst, iets wat helaas niet past in dit
klassieke ontwerp.
De kolengestookte Schotse ketel werd enkele jaren later afgekeurd. Een nieuwe ketel
werd aangeschaft, afkomstig uit de Nederlandse marine sleepboot Y 8262. Deze ketel
is echter nooit door de vorige eigenaar ingebouwd, maar heeft vele jaren op het
bedrijfsterrein van Tanker Cleaning Amsterdam gestaan. In 1995 zijn het schip en de
ketel in handen gekomen van de 'Stichting tot Behoud van het Stoomschip' die ook
deze krachtpatser restaureert als varend erfgoed.
|
HMS ELFIN
Opdrachtgever
|
Royal Navy
|
Gebouwd
|
1933
|
Werf
|
J.Samuel White & Compagny of East Cowes,
Isle of Wight.
|
Bouwnummer
|
1754
|
Afmetingen
|
33 x 7,60 x 2,30 meter
|
Machines
|
2 x Compound stoommachines
|
Vermogen
|
2 x 125 IPK bij max. 190 omw/min.
|
Ketel
|
1 x 2 vuurs Schotse ketel, olie gestookt,
gebouwd door de Arnhemsche Scheepsbouw Mij.
in 1947.
|
Werkdruk
|
10 Atm.
|
VO
|
80 m2
|
De ELFIN is gebouwd als Torpedo Bergings Vaartuig (Torpedo Recovery Vessel
TRV) voor de Engelse Marine. Ze diende als TRV en tender resp. het 3e, 5e en
7e onderzeeboot flottielje, in Portland en later in Blyth. De Tweede Wereldoorlog
leverde haar een plaatsje op in het boek Jane's Fighting Ship of WWII.
In 1941 werd haar naam gewijzigd in Nettle. Zij begeleidde toen onderzeeboten
die de onderzeebootbasis in Schotland in- en uitvoeren. Die werden tijdens hun
bovenwatervaart beschermd tegen vijandelijke vliegtuigen tot ze in voldoende diep
water konden duiken. Het schip bleef tot 1957 in dienst van de Royal Navy.
Het hoofddek bood plaats aan 14 stuks 12 inch torpedo's die gebruikt werden voor
de oefeningen van de Torpedo school. Het schip kon ook worden ingezet voor andere
doeleinden, zoals het vervoer van manschappen van en naar de depotschepen die
voor anker lagen in de haven.
In 1957 zijn er nog filmopnames gemaakt op het schip, voor de film 'The Key' met
in de hoofdrollen Sophia Loren, Trevor Howard en William Holden, naar het boek
'Stella' van Jan de Hartog.
In 1957 werd het schip verkocht aan de Amsterdamse Droogdok Maatschappij die
haar heeft omgebouwd tot vacuumboot/cleaningsvaartuig Droogdok 18. Het schip
heeft onder deze naam en later als HOM7 en TCA1 in de Amsterdamse haven
gevaren tot 1985. In 1989 werd het schip uit de vaart genomen en werd het ketelboek
ingeleverd. Vanaf 1995 is het schip in eigendom van de 'Stichting tot Behoud van
het Stoomschip' die haar in originele staat wil terug brengen als 'Varend Erfgoed'.
|
Titel: Gezicht op de oude haven te Zaandam
Datering Voorstelling: 1991
Vervaardiger: Snijders, Geert
Techniek: Aquarel, Afmeting: 45 x 65 cm
Collectienaam: Gemeente Archief Zaanstad
|
De stoomsleepboten Scheelenkuhlen (1927) en Hugo (1929) hebben in de zomer van 2006 in hun thuishaven Zaandam ligplaats gekozen aan de houten meerpalen in de Voorzaan.
Foto: Cees Kingma
|
Aan de binnenkant ligt de:
ss SCHEELENKUHLEN
Bouwjaar | 1927 |
Opdrachtgever | Wasser-und Schiffahrtsamt te Cuxhaven |
Werf | Johann Oelkers, Neuhof/Hamburg Duitsland |
Afmetingen | 21,40 x 5,61 x 1,80 meter |
Machine | Compound stoommachine |
Vermogen | 220 IPK bij max. 200 omw/min. |
Ketel | 1 x 2 vuurs kolen gestookte Schotse ketel |
Werkdruk | 10 atm. |
VO | 60 m2 |
De Scheelenkuhlen heeft tot 1975 bij de eerste eigenaar dienst gedaan op het riviervak Brunsbuttel-Cuxhaven van de Elbe inclusief de Elbe monding / Duitse bocht.
Haar werkzaamheden waren, het bevoorraden van lichtschepen, het ijsbreken, het bergen van wrakken, het verslepen van baggerbakken, en hulp bij verkeersregelingen voor de zeeschepen.
Na 47 jaar trouwe dienst werd ze in 1974 opgelegd en in het voorjaar van 1976 verkocht aan Handelsonderneming A.C. Slooten te Wormer. In november 1976 kocht P. Visser uit Zaandam de boot die haar na een zeer grondige restauratie tot in de tachtiger jaren weer in de vaart bracht als Scheelenkuhlen.
Vanaf 2004 is dit schip ook in eigendom van de 'Stichting tot Behoud van het Stoomschip'.
|
Aan de buitenkant ligt de:
ss HUGO
Bouwjaar | 1929 |
Opdrachtgever | Jurgen Hinrich Steffen te Hamburg |
Werf | Scheepswerf en Machinefabriek v/h Botje & Ensing & Co in Groningen |
Afmetingen | 18,50 x 5,20 x 2,35 meter |
Machine | Compound stoommachine |
Vermogen | 150 IPK bij max. 195 omw/min |
Ketel | 1 vuurs kolen gestookte Schotse ketel |
De in Groningen gebouwde Hugo voer tot 1977 in de haven van Hamburg als Hugo Hedrich. Een handelaar haalde het schip weer terug naar Nederland. Samen met haar Duitse zusterschip (de Tiger) lag het schip te wachten op de sloophamer.
Aad de Leeuw kocht het schip in 1985 van de handelaar en redde het schip van de sloop. Het schip was compleet maar niet vaar klaar. Na een jarenlange restauratie bracht de Leeuw het schip weer in de vaart.
Inmiddels is het schip in beheer van 'Stichting Stoomsleepboot de Hugo'.
|