Zaandam, Oostzijde, Kalf en Haldersbroek

Zaandam, Oostzijde, Kalf en Haldersbroek

Tussen Hoornselijn en Kalverringdijk 1930 - 1980

Dick Kerssens

Inleiding

De ondertitel 'Tussen Hoornselijn en Kalverringdijk' is gekozen omdat het gebied waarover dit boek handelt namelijk ligt tussen een gedeelte Oostzijde van Zaandam en de buurtschappen 't Kalf en Haaldersbroek.

Grensgeschillen zijn van alle dag. Echter, in vroeger jaren konden grensgeschillen tot grote problemen leiden.
Pastoor Rosant van de rooms-katholieke statie (voor 1853 sprak men niet van parochies maar van staties) aan 't Kalf richtte zich in 1655 tot de geestelijke overheid met het verzoek om de grenzen tussen zijn gemeente en die van Westzaandam precies aan te geven. Dit om misverstanden en irritatie te voorkomen. Het Haarlems Kapittel vaardigde drie van haar leden af om in de vorm van een commissie ter plaatse zelf de verdeling van de staties te bepalen. De Westzaandammer pastoor, Willem Schoen, die het vaak slecht met zijn eigen gemeente kon vinden, liet ook toen zijn lastig karakter blijken. Hij stelde zulke hoge eisen, dat pastoor Rosant daar moeilijk op in kon gaan. Voor de commissie uit Haarlem verschenen pastoor Rosant met twee kerkmeesters, Cornelis Hendricksz. en Cornelis Dircksz., als afgevaardigden van de statie 't Kalf in Oostzaandam. Pastoor Schoen verscheen met drie van zijn kerkmeesters, namelijk Klaas Boon, Pieter Kaar en Pieter Schrift voor Westzaandam. Omdat beide partijen het niet met elkaar eens konden worden werd gezocht naar een middenweg. De grensomschrijving werd later aldus beschreven: de statie van Westzaandam zou aan de Oostzijde tot uitgangspunt hebben de Zuider Valdeur en die van 't Kalf de Noorder Valdeur. De katholieken die tussen het Grote Glop en de omgeving van de korenmolen woonden mochten kiezen tot welke statie zij wilden behoren. Beide pastoors legden zich bij deze oplossing neer. Tot begin achttiende eeuw ging alles goed totdat pastoor Sluijter van de statie H. Maria Magdalena te Westzaandam aan het Papenpad allengs overging tot het jansenisme (oud-katholicisme). Zijn parochianen verlieten voor het merendeel hun gemeente en gingen ter kerke op 't Kalf bij pastoor Franciscus van Groenhoudt. De statie aan 't Kalf beleefde toen, ondanks het feit dat men geen officiële erkenning van de overheid had, een grote bloei. Niet alleen de katholieke Zaandammers gingen naar 't Kalf maar ook die van Koog aan de Zaan, Zaandijk en een gedeelte van de Wijde Wormer.
In 1784 kwam er een verandering in de situatie. Zaandam had intussen een eigen statie mogen oprichten met als patroonheilige Sint Bonifacius. Dit hield in dat de Zaandammers in 't Kalf weer afvielen en de grens werd opnieuw de Noorder Valdeur. (Later gaf men er de voorkeur aan de grens het viaduct van de Hoornselijn te noemen.) Deze situatie bleef tot begin jaren zestig toen men de parochie St. Jozef in het Kogerveld oprichtte.
Het oude grensgeschil is voor mij dus de reden geweest waarom ik dit boek deze ondertitel heb gegeven.

De buurtschappen 't Kalf en Haaldersbroek zijn al zeer oud. 't Kalf is eigenlijk de bebouwing op de Schinkeldijk. Deze dijk werd eind dertiende eeuw aangelegd en hierop werden de huizen van de Oostzijde en 't Kalf gebouwd. Het gedeelte tot 't Kalf noemde men de Noord en later pas Oostzijde.
In 1440 was er sprake van een kleine gemeenschap die woonde bij de Braak en Meerdam. De geschiedkundige Hendrik Soeteboom heeft het over: 'zij van 't Calff'. De bewoners van het bewuste gebied deden een beroep op pastoor Simon Laan van Oostzaan om een eigen kapel te mogen stichten, omdat zij te ver van de kerk in Oostzaan woonden. De pastoor van Oostzaan moest hiervoor toestemming vragen aan de bisschop van Utrecht. Of er ooit toestemming verleend is, is niet bekend ofschoon Hendrik Soeteboom vermeldt dat er wel een klein kapelletje op 't Kalf heeft gestaan. De buurtschap Haaldersbroek is al vrij oud maar de naam 't Kalf werd meer gebruikt dan de naam Haaldersbroek. Hoewel de oude schuilkerk in Haaldersbroek stond sprak men toch over de statie 't Kalf. Uit gevonden scherven van aardewerk uit de veertiende eeuw kan men concluderen dat Haaldersbroek een oude buurtschap is. In 1721 stonden er al ongeveer vijftig huizen.
Was 't Kalf een voortzetting van Oostzijde, Haaldersbroek lag op een onbedijkt stuk oud land ten noorden van 't Kalf geheel onbeschermd tegen het hoge water. Toen de Enge Wormer in 1637 werd bedijkt en leeggemalen kregen de bewoners van Haaldersbroek wateroverlast. Men besloot toen om het oude land te bedijken. Omdat Haaldersbroek en 't Kalf zo afgelegen lagen waren de meeste mensen daar katholiek gebleven. Toen de oude schuilkerk was gesloopt had men aan 't Kalf reeds in 1886 een grote parochiekerk gebouwd in neogotische stijl, die in 1887 in gebruik werd genomen.
Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw waren de twee buurtschappen voor velen uit Zaandam zelf onbetreden gebied. Mensen die op zondagmiddag een wandelingetje maakten keerden bij de Noorderbrug meestal weer terug. Op 't Kalf en Haaldersbroek had men niets zoeken, het was een vergeten hoek en dichtgeplakt met ouwe kranten. Bij de grote overstromingen van 1825 en 1916 hebben vooral de Oostzijde en 't Kalf zelf zeer te lijden gehad. Het Oostzijderveld was één grote zee en het verwoestend water had veel schade aangebracht aan dijken en huizen. Veel vee was verdronken. De kerk, die hoger ligt, was vanaf de dijk alleen met een loopbrug te bereiken. De weduwe Sombroek van de Braakdijk was gedurende de ramp overleden. De familie en de kist met de overledene werden op een praam naar het kerkhof gevaren. Haaldersbroek heeft van beide overstromingen geen hinder gehad omdat de Kalverringdijk standhield.

Veel Kalvers en Haalderbroekers werkten vroeger op de talrijke industriemolens. Voor 1900 waren de meeste gezinnen, op enkele uitzonderingen na, arm. Later verdienden de meeste arbeiders hun dagelijks brood op de fabrieken die weer uit de molens waren voortgekomen.
Voor veel gezinnen was het inkomen geen vetpot en vooral de crisisjaren waren erg zwaar.
Het isolement van de beide buurtschappen verdween na de grote woninguitbreidingen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Twee grote wijken werden gerealiseerd nadat in 1957 op 't Kalf de Kievitweg was gebouwd. In de jaren zestig verrezen de huizen in de nieuwe wijk Kogerveld als paddenstoelen uit de grond. Daarna, in de jaren zeventig, werd de wijk Plan Kalf gerealiseerd. Nieuwe wegen werden aangelegd, waarvan de Dr. Scholtenweg onder andere als busweg de beide wijken verbond. In Kogerveld verscheen zelfs een N.S.-station. Door dit alles werden de oude buurtschappen uit hun isolement verlost.
Haaldersbroek heeft door haar unieke ligging de status van beschermd dorpsgezicht gekregen. Enkele huizen die nog stammen uit de zeventiende eeuw vormen samen met de nieuwe, in oude stijl gebouwde, huizen een soort reservaat dat met de Zaanse Schans kan wedijveren. Men vindt hier nog de rust van een dorp. 't Oude Kalf is heel erg veranderd, soms in positieve, soms in negatieve zin. Veel huizen - waaronder unieke panden - werden gesloopt.
Fabrieken verdwenen of staan leeg. In enkele gevallen werden fabrieken gesloopt en weer vervangen door hypermoderne nieuwe fabrieksgebouwen met hoge schoorstenen. Vooral in de cacao-industrie deed men een grote stap voorwaarts en gingen de bedrijven in buitenlandse handen over.

Dit fotoboek zal zeker een stukje bijna vergeten verleden weer in de herinnering brengen en zal u terugvoeren naar de oude sferen van de Oostzijde, 't Kalf en Haaldersbroek van weleer.

UITVOERING BOEK:

Uitvoering/Formaat:Hardcover, 22,5 x 22,5 cm
Aantal pagina's:96
Tekst:Dick Kerssens
ISBN:90-5994-173-x
Uitgeverij:Aprilis, Zaltbommel