Stoommachines in de fabrieken

Textielindustrie in Lancastershire en Manchester

Stoom ontwikkeld tot de centrale krachtbron

Vanaf het begin van de jaren tachtig bezochten wij regelmatig Engeland. Steeds vaker werden oude fabrieken en open luchtmusea van industrieel erfgoed onderdel van de vakantieplanning. In de eerste vakantie, toen we met de caravan in de Cottswolds waren, bezocht ik het museum of ‘Science and Industry’ in Birmingham, waar Boulton & Watt hun stempel hadden gedrukt op de ontwikkeling van de stoommachine. De ontwikkeling van de stoommachine tot bron van aandrijfkracht in fabrieken is het beste te zien in het ‘Museum of Science and Technology’ in Manchester.
In de textielindustrie in Lancastershire en Manchester werd de stoommachine ontwikkeld tot de centrale krachtbron. De ontwikkeling van de stoommachine tot krachtbron voor fabrieken is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de textielindustrie. In Noord-West Engeland was een belangrijke textielnijverheid, die in de 18de eeuw steeds meer werd gemechaniseerd. Centraal in de collectie in het museum in Manchester staat de overgang in de textielnijverheid van handwerk naar een machinaal proces dat door stoommachines en andere krachtbronnen werd aangedreven. Als krachtbron fungeerde aanvankelijk een rosmolen. Later werd waterkracht benut. Waterkracht werd soms aangevuld door stoompompen om de molenvijvers te vullen. Windkracht speelde geen rol in de mechanisering van het spinnen.

quarry bank mill quarry bank mill quarry bank mill

Quarry Bank Mill in Styal in Cheshire ten zuiden van Manchester. Een watermolen die in 1784 is gebouwd door Samuel Clegg. Het was een katoenspinnerij, die steeds groter werd. Uiteindelijk was er een van de grootste waterwielen ooit in bedrijf. De energie werd geleverd door de beek de Bollin. In de nabijheid is een fabrieksdorp. In 1939 werd deze fabriek aan de National Trust geschonken. Die heeft de fabriek gerestaureerd. Momenteel staat er het grootste nog werkende waterwiel van Europa in. Het kan 150 pk leveren. De hele katoenspinnerij kan er op draaien.
Midden: Eind vorige eeuw werd deze stoommachine uitgegraven. Het is een balansmachine die rond 1830 is geplaatst. Oorspronkelijk was het hulpvermogen als er onvoldoende water in de Bollin was. Of als deze was dichtgevroren. In de gerestaureerde machinekamer kan de stoommachine weer onder stoom worden gebracht.

De enorme expansie van de katoenindustrie in Lancastershire en Manchester tussen 1785 en 1830 werd mogelijk gemaakt door nieuwe spinmachines en de stoommachine van James Watt. Tot 1830 ontwikkelde de vermogens in de watermolens zich spectaculair maar vanaf 1830 werden de grootste vermogens in de industrie geleverd door stoommachines. De periode tussen 1830 en 1860 is die van consolidatie in de katoenindustrie. De spinnerijen worden steeds groter o.a. door de ontwikkeling van de self-acting mule, de ontwikkeling van de powerloom en de ontwikkeling van de Lancaster stoomketels.
Bij de stoommachines kwamen economisers en er werd oververhitte stoom toegepast. In de periode 1860-1890 ontdekte men nieuwe theoretische kennis over calorische werktuigen waardoor de stoommachine efficiënter werd. Er kwamen compound stoommachines en betere stoomkleppen. De eerste horizontale stoommachines verschenen. De ringspinmachine werd geïntroduceerd. Verbeteringen waren in toenemende mate gebaseerd op buitenlandse ontwikkelingen. Zowel de ringspinmachine als de Corliss stoomkleppen kwamen uit de USA.

calderdale

In het ‘Calderdale Industrial Museum’ in Halifax staat deze opstelling van een fabrieksstoommachine uit de 19de eeuw.

De piek van de Engelse katoenindustrie ligt tussen 1920 en 1930. Er werden nog talloze kleinere en grotere verbeteringen aangebracht aan de textiel machines en stoommachines. De stoommachines werden steeds groter. Er kwamen hele grote twin cross coumpound stoommachines. Een van de allergrootste Engelse fabrieksmachines werd gebouwd door Gebr. Carels in Gent, een stoommachine van 3000 pk, waarvoor de stoom werd geleverd door zeven Lancaster stoomketels. Het vliegwiel woog 130 ton. Deze stoommachine werd in 1908 geleverd aan de katoenspinnerij Hare Mill in Totmorden. Deze machine dreef de hele fabriek aan door kabels. Er waren op het vliegwiel 69 kabelgroeven.
Er waren nog meer innovaties in de krachtwerktuigen zoals de uniflow stoommachine en de stoomturbine, maar elektriciteit begon de katoenspinnerij te veroveren. In 1877 werd de eerste katoenspinnerij door elektrisch licht verlicht. In 1898 werd de eerste katoendrukkerij aangedreven door elektromotoren. Aan het einde van de eerste wereldoorlog waren er al duizenden elektromotoren in bedrijf in de katoenindustrie. De stoommachine ging nog jaren mee maar de dagen waren geteld.

In 1978 werd de 12.000 pk stoommachine van een walserij in Sheffield, de River Don engine, buiten gebruik gesteld. De Britse laatste spinnerij op stoomkracht was de Ellenroad Ring Mill in Milnow die in 1975 sloot. In de jaren negentig van de twintigste eeuw waren de meeste stoommachines buiten gebruik geteld. De laatste was waarschijnlijk een stoommachine bij de Cheshire salt Works in 2006. Mogelijk dat er nog ergens een kleine stoommachine af en toe dienst doet. Het tijdperk van de fabrieksstoommachine, dat begon met de atmosferische stoompompen van Thomas Newcomen in 1712 en dat een enorme impuls kreeg door de uitvindingen van James Watt, kwam hiermee ten einde.

ellenroad ellenroad
ellenroad ellenroad

De machinekamer van de Ellenroad ringspinmill ten Noorden van Manchester met het grote vliegwiel waarover de kabels naar de vele drijfwerken liepen. Ook deze stoommachine heeft steeds onderhoud nodig.
Dit is de grootste nog werkende fabrieksstoommachine in Europa.

Diversiteit in het gebruik en in constructie

Voor veel Britten is stoom nog steeds het symbool van de Industriële Revolutie. Hoewel historici hierover tegenwoordig genuanceerd denken, was stoom voor velen een krachtig symbool van de vooruitgang. Stoommachines dreven pompen aan bij waterleidingbedrijven, maar ook zagen of generatoren. Walserijen, papiermachines, spinnerijen, weverijen en hydraulische systemen maakten gebruik van stoomkracht. Er is vrijwel geen mechanische bewerking te verzinnen die niet is verstoomd. Het is niet alleen de diversiteit in het gebruik van de stoommachine die opvalt, maar ook de diversiteit in constructie van de stoommachines. Het is een machine die de creativiteit van vele machinebouwers prikkelde. Er waren zeer vele bouwers van stoommachines, die vaak kleine series voor lokaal gebruik bouwden. Standaardisatie speelde maar een beperkte rol. Lang is de bouw van stoommachines een ambachtelijke activiteit geweest.

De verdwijning van de stoommachine uit de nijverheid is niet onopgemerkt geweest. Velen hebben zich ingezet voor het behoud van stoommachines. Indien mogelijk probeerde men de machines in situ te behouden. Als dat niet lukte werden ze overgebracht naar nieuwe stoommusea. Stoommachines bleken een sterk beroep te doen op allerlei verborgen emoties bij mannen. Er waren ook particulieren die stoommachines verzamelden. Zo ongeveer zo als anderen schilderijen of middeleeuwse manuscripten verzamelen.

Markham Grange is zo’n voorbeeld van een privé initiatief. Deze schitterende collectie stoommachines is ondergebracht bij een tuincentrum in de buurt van Doncaster. De stoomketel van het complex wordt gestookt met verpulverd afval van MDF materiaal. Om dit materiaal naar een lokale milieustraat te brengen kost een aanzienlijk bedrag. Markham Grange rekent slechts £ 20 voor een lading van deze gesloopte keukens en slaapkamerinrichtingen. De stoomketel verwarmt ook de kassen van het tuincentrum.

Ook in dit centrum is een enorme variatie in stoommachines; fabrieksmachines, scheepsmachines, model stoommachines, stoommachines van verschillende fabrikanten: zoals een tandem compound stoommachine van Politt & Wigzell, een triple expansie stoommachine van Sisson en een kleine compound stoommachine van J. Samuel Wight. Wij bezochten Markham Grange tijdens de Newcomen society summer visit in 2008. Het was een van de vele musea, open lucht musea en privé verzamelingen die ik in de loop van de jaren in Engeland en Schotland heb bezocht

markham

In Markham Grange staat een heel merkwaardige stoommachine; een zijbalans, grasshopper stoommachine. Eigenlijk een typ dat rond 1860 was ontwikkeld. Maar deze is in 1907 gebouwd voor de raderstoomsleepboor Reliant. De andere machine van die sleepboot staat in het National maritime museum in Greenwich. Toen deze machine werd gebouwd was het eigenlijk al een verouderd model.

markham

Agnes, eigenlijk de Nachtwacht van Markham Grange. Een horizontale tandem compound stoommachine met condensor, die in 1909 is gebouwd door Pollit & Wigzel in Sowerby in Yorkshire voor een wolspinnerij in Holmfirth in Yorkshire. Het oorspronkelijke vermogen was 500 pk. Door verhoging van de stoomdruk werd dit 700 pk. In 1909 kostte deze machine £ 1637! Hij heeft gewerkt tot 1980.

Text: Jur Kingma - maart 2009
Beeldmateriaal: Archief Jur Kingma,
tenzij anders aangegeven
Valid HTML 4.01 Transitional