Stoommachines in de mijnen

mijnbok

Een mijnbok met rosmolen.
Industrie museum Nottingham.

Van handlier, via tredmolen naar stoomlift

In een van die open luchtmusea, Beamish in Noord-oost Engeland, zag ik in 1989 de eerste steam winding engine. Een stoommachine om liftkooien op te hijsen in mijnschachten. In de mijnbouw ging men van het graven van gangen in bergen en heuvels over in het graven van diepe kuilen en schachten. Vooral in Engeland, waar de winning van steenkool steeds belangrijker werd. In Centraal Europa en Scandinavië was de mijnbouw sterk gericht op het winnen van ertsen: zilver, goud, koper, ijzer, lood etc. In Engeland ontstond door ontbossing een tekort aan brandstof. Want 90% van het gekapte hout werd gebruikt als brandhout.
In Engeland was steenkool rijkelijk voorradig. In Holland was turf het alternatief. Het graven van diepe schachten leidde tot problemen met de ontwatering. De atmosferische stoommachine van was speciaal hiervoor ontworpen. Hoe dieper de kuilen of schachten werden, des te grote was de behoefte aan hijsmachines. In de ingenieursboeken die vanaf de late middeleeuwen verschenen, waren al hijsmachines beschreven en getoond. Vooral in de ‘Re Metallica’ van Agricola.
Eerst werd er gehesen met een handlier of tredmolen en later met een rosmolen.

Men probeerde ook de Newcomen machine te gebruiken om een lier aan te drijven. Maar de werking was te ongelijkmatig. De hoge drukmachines van Trevithick en anderen, maar vooral de dubbelwerkende stoommachines van James Watt waren beter geschikt om lieren aan te drijven. De combinatie van stoompomp en stoomhijsmachine maakte ‘deep-mining’ mogelijk.

kremnitz

IN HOC EODEM LOCO ORBIS ROMANI LUMEN SUMNUS CB MONARCHIA VISUS ERAT VIII IUNI

Zo luid de tekst op dit bijzondere object dat ik in Wenen zag. Het betekent: “Een geschenk van de inwoners van de stad Kremnitz aan Kroonprins, later Keizer FRANZ II van Oostenrijk tijdens zijn bezoek op 8 juni 1751”.
Gemaakt van de vele soorten erts die werden gedolven in de buurt van Kremnitz; Goud, Zilver, Kaarts, Dolomiet etc. Kremnica ligt nu in Slowakije. Op de handstein staan een atmosferische stoompomp en een rosmolen met hijsbok. Er is ook een watermolen om het erts te stampen.
Handstein mit bergwerk. Inv. No 4146 van de Kunstkammer van het Kunsthistoriches Museum in Wenen.

kremnitz bamich

Foto rechts: Op de handstein in het museum in Wenen staat dit model in zilver van een atmosferische stoompomp ontworpen door de hofarchitect Joseph Emanuel Fischer von Erlach (Wenen 13-09-1693 - Wenen 29-06-1742). In 1721 bouwde hij de eerste stoompomp voor een fontein van een Oostenrijkse prins. Tussen 1732 en 1735 ontwierp hij 5 stoompompen voor het mijngebied van Schemnitz, nu Banska Stavnica in Slowakije. Deze stoompompen vervingen het werk van 500 paarden. Stoompompen vonden al snel hun weg naar allerlei mijngebieden in Europa.

Foto links: De schachtaanwijzers, in de gereconstrueerde steenkolenmijn in het Beamish openluchtmuseum, waar de machinist van de hijsmachine naar keek bij het ophalen en laten zakken van de liftkooi.

bamich
Gereconstrueerde steenkolenmijn in het Beamish openluchtmuseum in Noord-Oost Engeland.
nachtigall nachtigall

Zeche Nachtigall is een museum in Witten in het Ruhrgebied dat is gewijd aan de vroege mijnbouw. Daar staat deze grote hijsmachine uit 1877. Deze is afkomstig van de mijn Prosper Haniel in Bottrop.

Text: Jur Kingma - maart 2009
Beeldmateriaal: Archief Jur Kingma,
tenzij anders aangegeven
Valid HTML 4.01 Transitional