In het dictatoriaal geregeerde Spanje werden na de Tweede Wereldoorlog diverse staatsbedrijven opgericht. Dictator Franco gaf in 1950 opdracht tot het bouwen van de Empresa Nacional Siderúrgica, S. A., Ensidesa. De eerste hoogoven, die bekend staat als ‘Carmen’ ter ere van Franco's vrouw, werd door hem geopend op 24 september 1957. In 1969 had de fabriek vier hoogovens in productie. Het complex werd gebouwd aan de monding van de Ría d’Avilés. In het begin draaide het complex op erts en kolen uit Asturias. Later werd erts vanuit de gehele wereld aangevoerd. Avilés groeide uit van een dorp in 1950 met nog geen 22.000 inwoners, naar een kleine stad in 1958 met meer dan 42.000 inwoners. In de jaren zestig fuseerde de drie particuliere ondernemingen Duro Felguera, Fábrica de Mieres y la Sociedad Industrial en Santa Bárbara tot Unión de Siderúrgicas Privadas, S. A., Uninsa. De hoofdvestiging van dit bedrijf werd in Veriña, vlak bij de haven van Gijón, gevestigd. Dit conglomeraat werd in 1973 overgenomen door Ensidesa. Met 28.000 werknemers werd dit de grootste staalproducent van Spanje. Begin jaren negentig werd Ensidesa samen met Altos Hornos de Vizcaya (AHV) uit de omgeving van Bilbao ondergebracht in Corporación de la Siderurgia Integral (CSI). In 1992 annonceerde de Spaanse overheid een grote reorganisatie van de staatsbedrijven. Ten gevolge van het voorgelegde herstructureringsplan zouden AHV en Ensidesa hun bedrijf staken en zouden hun activiteiten worden overgenomen door een nieuwe onderneming, waaraan hun activa en bepaalde passiva zouden worden overgedragen. Het plan omvatte een aantal industriële, commerciële, sociale en financiële herstructureringsmaatregelen die tegen einde 1998 zouden zijn voltooid. Een nieuwe onderneming met een meerderheidsdeelneming van de particuliere sector voerde een complete herstructurering door van de Spaanse staalindustrie. Hoogovens werden gesloten en walserijen gereorganiseerd. Gekozen werd voor een centralisering van de bedrijven in ondermeer de kust van Asturias, vlak bij het kolenbekken van o.a ‘Cuenca de Nalón’ (Vallei van de Nalón) met als belangrijkste plaats Langreo. Om voor steun voor de capaciteitsverminderingen in aanmerking te komen eiste de EEG dat alle sluitingen reëel en onomkeerbaar waren, zodat de betrokken capaciteiten niet langer op de communautaire staalmarkt zouden drukken. Bijgevolg moesten de gesloten installaties worden verschroot of worden verkocht voor gebruik buiten Europa. AHV is nu een woonwijk in een voorstad van Bilbao en Ensidesa is gedeeltelijk omgevormd tot bedrijvenpark; ‘Parque Empresarial Principado de Asturias - P.E.P.A.’ Nadat CSI volledig was geprivatiseerd, en de naam was veranderd in Aceralia, fuseerde het bedrijf in 2002 met Arbed (Luxemburg) en met Usinor (Frankrijk). De nieuwe naam werd was Arcelor. Nadat Mittal-Steel deze conglomeratie van bedrijven overnam werd de nieuwe naam in 2006 ArcelorMittal. De hoogovens en de staalbedrijven in Veriña, vlak bij de haven van Gijón zijn rechtstreeks verbonden door eigen spoorlijnen met de overgebleven fabrieken in Avilés. Het complex in Veriña is door middel van transportbanden rechtstreeks verbonden met de haven faciliteiten in Gijón (El Musel). De eigen spoorlijnen lopen door naar de haven van Avilés. Oostelijk van het complex in Avilés, aan de directe spoorverbinding naar Veriña, zijn de fabrieken waar het plaatmateriaal bewerkt wordt. Galvaniseren, vertinnen en coaten zijn de voornaamste activiteiten in die fabrieken. | ||||||||||
Central Térmica de ENSIDESA
| ||||||||||
Baterías de cokIn oktober 2007 sloot ArcelorMittal een nieuwe huurovereenkomst met de vastgoed ontwikkelingsmaatschappij Infoinvest, de eigenaar van het voormalige Ensidesa complex, waarin de exploitatie van de cokes fabriek tot ver in de eenentwintigste eeuw gegarandeerd zou zijn. Deze overeenkomst betekende het behoud van de 500 banen die rechtstreeks en indirect betrokken zijn bij de toeleverancier van de staalindustrie. De helft van de produktie is bestemd voor de hoogovens van ArcelorMittal in Veriña, de rest wordt geëxporteerd naar o.a. Duitsland en Brazilie. (De productie van cokes in Avilés was in 2007 1.453.900 ton in 2007, waarvan 681.952 zijn verbruikt in Hornos Altos de Veriña, de rest, 741.000 ton, werd uitgevoerd via de haven van Avilés.) | ||||||||||
![]() | ||||||||||
![]() |
![]() | |||||||||
| ||||||||||
Parque de bomberos de ENSIDESAOok de kazerne van de bedrijfsbrandweer van Ensidesa had een bijzondere architectuur. Het gebouw staat direct bij de hoofdingang van het voormalige industriële complex. Nu is het de belangrijkste toegang tot het nieuwe business park. De overspanning van het rechthoekige gebouw is 22 meter. Het gebouw werd opgeleverd in 1957/1958. | ||||||||||
![]() |
![]() | |||||||||
![]() | ||||||||||
![]() | ||||||||||
Hornos de fosa de ENSIDESADe ‘put-ovens’ waarin de blokken worden voorverwarmd voordat ze naar de walserij gaan heeft een zeer karakteristieke architectuur. Het rechthoekige gebouw met lengte van 170 meter en een breedte van 30 meter staat haaks op de daar achterliggende walserijen. De gebouwen werd opgeleverd tussen 1952 en 1959.
| ||||||||||
![]() |
![]() | |||||||||
De architectuur van deze imposante hal doet sterk denken aan een aantal bekende industriële monumenten in Europa. Links de Wiebengahal in het Wiebengacomplex in Maastricht. De fabriek werd gebouwd voor Societé Céramique, een aardewerkfabriek die later fuseerde met Koninklijke Sphinx en was een van de oudste en bekendste industrieën in Maastricht. Deze hal werd in 1912 gebouwd. Rechts de AEG Turbinenhalle in Berlijn. Dit gebouw werd in 1908 opgeleverd. | ||||||||||
![]() |
![]() | |||||||||
![]() |
![]() | |||||||||
Er wordt nog steeds geslooptHet lijkt erop dat de sloopwerkzaamheden rondom dit gebouw zijn stilgelegd. Ik heb helaas nog niet kunnen vaststellen welke fabriek er als laatste in dit gedeelte van het grote complex was gevestigd.
| ||||||||||
![]() |
![]() | |||||||||
![]() |
![]() | |||||||||
![]() |
![]() |