De wereld van hout

scandinavie
De bouw van een replica van een Vikingschip of vergelijkbare houten scheepje in de bouwloods van het Vikingschepenmuseum in Roskilde.

Ik begon deze reis in Roskilde, Denemarken. In 1968 werden in de Roskildefjord 5 wrakken van Vikingschepen gevonden. Die waren daar rond het jaar 1000 tot zinken gebracht om de fjord af te sluiten voor aanvallers. Het zou ook het einde betekenen van de economische voorspoed van Roskilde. Het werd overvleugeld door Kopenhagen. De wrakken zijn nu geborgen en ondergebracht in het Vikingschepen Museum. Er is ook een werfje bij waar men replica's bouwt. Van alle wrakken zijn een of meerdere replica's gebouwd. Met de replica van het grootste longschip is men naar Dublin en terug gevaren. De Viking longschepen zijn overnaads gebouwd. Voor de dwarsscheeps versteviging werden er spanten in het schip geplaatst. De bomen werden niet gezaagd maar in huidgangen gespleten. Zo bleef de vezel intact. De romp was daardoor elastischer.

In Bergslagen, in Midden-Zweden bezocht ik veel erfgoed dat afkomstig was van de ijzerindustrie. Alle hoogovens hadden een houten bekleding en ook de bijgebouwen waren van hout. Mijnpompen werden aangedreven door grote houten watermolens. De beweging werd via een stelsel van houten stangen (stangenkunst) overgebracht op mijnpompen. De meeste gebouwen zijn rood: Falun-rood. Deze verf werd gemaakt van koperverbindingen uit de kopermijn in Falun. Veel houten Zweedse huizen en boerderijen zijn nog steeds Falun rood. Maar er zijn ook vaak gele woningen en een enkele groene. Vele Zweden bezitten nog een houten buiten huis. Op de Stockholmse scheren staan vele bijzonder fraaie houten buitenhuizen.

Seurensaari, het Finse nationale openluchtmuseum, ligt vlakbij het centrum van Helsinki. De verzameling is in 1909, tijdens het Russische regime gestart. Het is bijna uitsluitend houtbouw. De bouwwijze is in feite de blokhutbouw die wij kennen van de verhalen over het Amerikaanse Wilde Westen. Het is een stapeling van dikken balken op elkaar zonder gebint. De buitenkant werd soms gepleisterd of voorzien van dunnen schaaldelen.
Alle werktuigen, gereedschappen en meubels waren van hout. Alleen bijlen, spijkers, scharnieren, sloten, sikkels en pannen waren van gietijzer of smeedijzer. Een echte wereld in hout.

In het museum was een wipmolen voor het malen van graan en een bovenkruier. Er waren twee watermolens, waarvan een ‘Norse mill’ of horizontale watermolen was en de ander een zaagmolen met een ‘Hollands’ zaagraam. In de kerk was een kerkscheepje.

Alle Finse boerderijen hadden sauna's. Men begon vaak met de bouw van de sauna, voordat de boerderij werd gebouwd. Dit waren gebouwtjes waar men op zaterdag stenen heet maakte, deze overgoot met water en dan ging men in de stoom zitten. Omdat deze ruimten zo schoon waren, werd hier ook het bier gebrouwen en werden de kinderen er geboren. Ook in Finland zijn veel houten buitenhuizen. De stad Porvoo, waar het middeleeuwse centrum nog grotendeels uit houten huizen bestaat, heeft langs de rivier houten pakhuizen.

  scandinavie scandinavie  
  Het grote waterwiel dat via ‘stangenkunst’ de mijnpompen aandreef. Te zien in Ludvika Gruvmuseum in Bergslagen. Alles is van hout. Het houten hoofdgebouw in het Ludvika Gruvmuseum. Hierin werd erts bewerkt: gestamp en gedroogd.  
  scandinavie scandinavie  
  Ook de rosmolen die bij de mijnschacht stond in het Ludvika Gruvmuseum, was van hout. Een Finse boerderij in het openluchtmuseum Seurensaari in Helsinki.  
  scandinavie scandinavie scandinavie  
  De houten gevels van de gebouwen van Zweedse hoogovens van Klynshyttan bij Grängesberg in Bergslagen. In Scandinavië ging men later over tot het gebruik van planken zoals deze houten woningen in het Zweeds Porvoo laten zien. De meeste werktuigen waren de loop van de eeuwen van hout. Zoals dit weefgetouw in het Finse openluchtmuseum Seurensaari.  
  scannavie scandinavie scandinavie  
  De stapelmethode van huizenbouw. Huisraad zoals borden en schalen waren van hout. (Finse openluchtmuseum Seurensaari). Het grootste deel van het meubilair was lange tijd van hout. (Finse openluchtmuseum Seurensaari).  

Het grote verschil tussen de traditionele houtbouw in Scandinavië en de Zaanstreek ligt in de stapelmethode in het noorden en de skeletbouw in de Zaanstreek. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de mechanische zagerij. Sinds de komst van de zaagmolen van Cornelis Corneliszoon van Uitgeest naar de Zaanstreek konden stammen relatief snel tot planken en ribben worden verzaagd. Het hout kon zo veel economischer worden gebruikt.

In Zweden kwam de mechanische houtzaagmolen rond 1720 in gebruik. In Finland, dat tot 1808 een deel van Zweden was, werd in 1750 op het grote zeefort Sveaborg een windmolen gebouwd die water uit het droogdok pompte, hout zaagde op de Hollandse manier en meel maalde. In 1870 waren er in het gebied van het huidige Kotka, in het oosten van het huidige Finland al 9 stoomzagerijen in bedrijf.

Kotka werd rond 1880 gesticht op een eiland in de monding van de Kymi rivier. Via deze rivier werden de boomstammen afgevoerd naar de zee. Kotka was een 19de eeuwse ‘boom-town’ in het Wilde Oosten van Finland. Veel houtzagerijen gingen ook houtpulp maken als grondstof voor de papierindustrie. Dit kon mechanisch gebeuren in houtlijpmachines of chemisch via sulfaat of sulfiet. Het kon daarna eventueel worden gebleekt met chloor of loog. Sulfaat-cellulose was een product dat ook in de papierfabriek Van Gelder Zonen in Wormer werd verwerkt.

  scandinavie scandinavie  
  Kraanzagen zoals het voor de komst van de zaagmolen gebruikelijk was. Diorama in het Wasa museum Stockholm. In 1750 werd bij de aanleg van het Zweedse zeefort Sveaborg deze molen gebouwd die kon zagen op de ‘Hollandse’ manier, maar die ook meel kon malen en die het dok droog kon pompen.  
Text: Jur Kingma - november 2009
Beeldmateriaal: Archief Jur Kingma
Valid HTML 4.01 Transitional