Zeildoek, Jute en Linoleum

schotland
Hergebruik van voormalige Jute fabrieken in Dundee. Voorjaar 2007.
schotland
Interieur Verla Jute museum. De machines zijn in werking te brengen.
schotland
De inpakafdeling van een linoleumfabriek in Kirckaldy tussen 1914 en 1918.

In 1820 kwamen de eerste balen jute in Dundee en in 1833 werd de eerste mechanische jutespinnerij in gebruik genomen. De jute industrie expandeerde enorm en aan het einde van de 19de eeuw werkte de meerderheid van de arbeidende bevolking in de jute industrie. Op elke man werkten drie vrouwen. Er werkten ook veel kinderen in de jute industrie. In 1883 werden een miljoen balen jute in Dundee geïmporteerd.

In 1900 werkten er 50.000 mannen, vrouwen en kinderen in de jute industrie. Het was een smerig en gevaarlijk werk met veel longziektes. Er waren meer dan 100 jutespinnerijen en weverijen. Jute had vele toepassingen in zakken, touw, zeildoek, schorten, slippers, dekkleden, zandzaken, paardendekens, drager van linoleum en bekleding van elektrische kabels. De ‘jute-barons’ bouwden grote stadspaleizen.

Na de eerste wereldoorlog ging deze bedrijfstak achteruit omdat het goedkoper was om jute zakken uit India te importeren. De ‘Jute barons’ van Dundee bouwden grote jutespinnerijen en weverijen in India. In 1900 was de jute industrie van Calcutta al groter als die van Dundee. Deze achteruitgang is de stad nooit te boven gekomen. In 1950 waren er nog 39 jutefabrieken in Dundee. In 1998 sloot de laatste fabriek.

Er was in India, het huidige Bangeladesh en Pakistan veel lokaal gebruik van jute. De families Tata en Mittal waren belangrijke jute handelaren. Na de Indiase onafhankelijkheid namen zij de fabrieken in India over van de Schotse ‘Jute barons’. Tata en Mittal zijn nu industriële conglomeraten. Tata is nu o.a. eigenaar van Corus Hoogovens.

De Verdant Works is een gerestaureerde jute spinnerij en weverij. Het bedrijf werd in 1833 gebouwd als vlasspinnerij. In 1864 dreven drie stoommachines 70 weefgetouwen aan. Er werkten 500 mensen in de fabriek. Het was in grootte de 16de jutefabriek in Dundee. In 1991 werden de ruïnes aangekocht voor restauratie. Het museum werd in 1996 geopend. Het werd in 1999 het Europese industriële museum van het jaar.

Kirkcaldy was een havenstad in Fife waar in de 16de en 17de eeuw graan en bier van het Europese vastenland werd geïmporteerd. Er werd ook linnen gebleekt. Aan het einde van de 18de eeuw waren er linnen- en katoenspinnerijen. Tussen 1843 en 1864 werd een nieuwe dokhaven aangelegd omdat het vervoer van vlas, hennep, zout, steenkool en linoleum sterk toename. In Kirkcaldy was een belangrijke ijzerindustrie ontstaan. Er werd ook steenkool en zout gewonnen.

De ruwere vlassoorten werden verwerkt tot zeildoek. Michael Nairn was de eerste die vloerzeil maakte in zijn Schotse vloerzeilfabriek. De Engelsman Frederick Walton experimenteerde vanaf 1855 met geoxideerde lijnolie en katoenvezels en later ook met zaagsel en kurk. In 1863 kreeg hij een patent op een procedé waarbij een zeil werd geïmpregneerd met geoxideerde lijnolie, kurkzaagsel en hars. Het product kon bedrukt worden met patronen. Na enige tijd werd dit product linoleum genoemd. Walton opende verschillende linoleumfabrieken.

In 1877 waren er in Kircaldy zes vloerzeilfabrieken die hun product ook linoleum gingen noemen. Nairn was de grootste. Walton verloor de rechtzak tegen Nairn over een inbreuk op zijn patentrechten, omdat de rechter vond dat linoleum een soortnaam was geworden. Kirkcaldy werd het belangrijkste centrum van de linoleumproductie. Dundee leverde de jute. De meeste industrie is nu verdwenen in Kikcaldy. Alleen de linoleumindustrie is er nog. Net als Linoleum Krommenie is die nu in handen van een Zwitserse holding. Adam Smith is geboren in Kirkcaldy.

Text: Jur Kingma - oktober 2009
Beeldmateriaal: Archief Jur Kingma
Valid HTML 4.01 Transitional