Het zuidenwesten van het Iberisch schiereiland staat ook bekend onder de naam ?Iberian Pyrite Belt (IPB)? en is een van die gebieden van West Europa die heel rijk is aan mineralen. Geologisch gezien is het een zeer complex gebied waardoor er diverse soorten mineralen dicht aan het aardoppervlak te vinden zijn. Portugal heeft, ondanks de rijke voorraad aan mineralen, een beperkte exploitatie van zijn delfstoffen. Wel is het land al lang de grootste producent van gewonnen koper in de Europese Gemeenschap. De Minas de Neves Corvo van Sociedade Mineira de Neves-Corvo S.A. (Somincor), ongeveer 10 km zuidelijk van Castro Verde, is de grootste mijn in West Europa waar geen steenkool wordt gewonnen.
De mijnindustrie draagt ongeveer 1% bij aan het bruto nationaal product van Portugal. Het aantal werknemers in deze tak van industrie bedraagt eenzelfde percentage van het totale aantal werknemers in de gehele Portugese economie. | ||||||||||||||||||
De ?Iberian Pyrite Belt (IPB)? strekt zich uit over een afstand van ongeveer 250 km van de kust van de Atlantische Oceaan, net onder Setubal, dwars door de provincie Alentejo tot aan Sevilla in de Spaanse provincie Andalusië.
De meest westelijke mijnen zijn de in 1986 stilgelegde, ijzermijnen van Lousal in de buurt van het dorpje Azinheira de Barros, 10 km zuidoostelijk van Grândola. Een aantal van de gebouwen op dit mijncomplex zijn voor hergebruik opnieuw ingericht.
| ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
De smalle strook die rijk aan mineralen is, loopt dwars door de Portugese provincie Alentejo. Op diverse plaatsen is aan winning van delfstoffen gedaan of worden nog mijnen geëxploiteerd. Soms in dagbouw, vaak ook via mijnschachten waarvan de lifttorens boven het landschap van kurkeiken en olijfbomen uitsteken. Veel van deze complexen zijn verlaten zonder dat iemand zich schijnt te bekommeren over de vele gebouwen en de overige infrastructuur die op een mijncomplex is geïnstalleerd.
Op veel plaatsen zijn sporen gevonden waaruit bleek dat de Romeinen al gebruik maakten van de aanwezige mineralen. In diverse stadjes en dorpjes zijn archeologische musea waar, aan de hand van vondsten wordt aangetoond dat de eerste exploitanten, met hun nog beperkte gereedschappen, al in staat waren om koper, tin en soms goud te winnen in schachten van vele tientallen meters diep. Ook de smeltovens van de Romeinen zijn op een aantal plaatsen bewaard gebleven.
De gemeenteraden van de vier Portugese steden Grândola, Aljustrel, Castro Verde en Mértola in de provincie Alentejo hebben in 2006, in een gezamenlijk project, de in hun gemeente aanwezige mijncomplexen voorgedragen om te worden opgenomen in Wereld Erfgoed lijst van de UNESCO. De mijnen van Lousal (Grândola) en São Domingos (Mértola) zijn gesloten, de mijn in Aljustrel is weer in de opstartfase en de Neves Corvo mijn (Castro Verde) is nog volop in productie.
| ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Voordat men echter zal kunnen overgaan tot het inrichten van toeristische attracties op de voormalige mijncomplexen zal eerst een oplossing gevonden moeten worden voor de geweldige verontreiniging van de bodem en het grondwater. Het licht glooiende land in Alentejo wordt bedekt door een relatief dunne laag vruchtbare grond. Bijna nergens komen de rotsformaties aan de oppervlakte. Alleen op de mijncomplexen, met zijn diepe afgravingen voor de dagbouw mijnbouw en de enorme bergen afval uit de ondergrondse mijnbouw, is het kleurenspel van de diverse soorten gesteente te bewonderen. Maar juist daar is de verontreiniging, door o.a. de inwerking van de zuurstof uit de lucht, het grootst.
Aljustrel
De exploitatie in Aljustrel, 25 km noordelijk van Castro Verde, bestaat uit diverse winning locaties (St. João, Moinho, Algares, Estação, and Feitais) en een uitgebreide infrastructuur voor het verwerken en transporteren van de diverse soorten erts die hier gewonnen werden. De winning geschiedde hier zowel in dagbouw als via een schachtenstelsel ondergronds. De mijn was om diverse redenen een aantal jaren stilgelegd. Recent heeft EuroZinc Minning Corporation uit Vancouver, British Columbia in Canada, na een uitgebreid haalbaarheids onderzoek, de mijn weer gedeeltelijk in gebruik genomen. De winning geschiedt nu nog uitsluitend ondergronds.
Museu Municipal da Arqueologia in Aljustrel geeft, d.m.v. een aantal historische voorwerpen en archeologische vondsten een goed beeld van de mijnindustrie in Aljustrel vanaf de Romeinse tijd tot aan de moderne exploitaties. Bovendien presenteert het kleine museum in een aparte expositie een beeld van het leven in een klein mijnwerkersdorp zoals Aljustrel. | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
EuroZinc Minning Corp. heeft in 2004 ook de Minas de Neves Corvo van Somincor overgenomen van Empresa de Desevolvimento Mineiro, S.A. en de Río Tinto Group. EuroZinc Minning Corporation fuseerde in augustus 2006 met de Lundin Minning Corporation. De nieuw gevormde organisatie heeft nu ruim 1.500 medewerkers en exploiteert mijnen in Portugal, Zweden (Zinkgruvan and Storliden) en in Ierland (Galmoy).
Mina de São Domingos
Het verlaten pyriet mijncomplex in São Domingos ligt 15 km noordwest van Mértola op de linker oever van de grensrivier Rio Guadiana. Bij de sluiting in 1966 was hier meer dan eeuw erts werd gewonnen.
De Sociedad Minera la Sabina uit het Spaanse Huelva kreeg in 1855 de concessie voor de koperwinning van de Portugese regering. In 1859 besloot de Portugese regering dat op basis van de superieure techniek, de concessie voor 50 jaar verhuurd moest worden aan Mason & Barry, Ltd. uit Engeland. Deze firma exploiteerde een aantal kolenmijnen in Engeland. In 1874 werd de Portugese tak van de Spaanse firma opgericht en kreeg de naam La Sabina | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Er ontstond, rondom de kapel van Sint Domink, een compleet mijnwerkersdorp met filmtheater, voetbalveld, een school en een klein ziekenhuis. Voor het management werd er een tennisveld aangelegd. Het dorp werd geheel volgens de authentieke regels voor dergelijke mijnwerkersgemeenschappen ingericht. Het dorp was geheel zelfvoorzienend met eigen boerderijen, markten en een eigen politiekorps.
Ruim 20 miljoen ton koper is er gewonnen in de mijn. De eerste elektriciteitscentrale in Alentejo werd er gebouwd en de eerste spoorlijn werd er aangelegd. De spoorlijn verbond het mijncomplex met de havenplaats Pomarao aan de Rio Guandiana. Hier vandaan werd het erts over zee verscheept naar de afnemers. Pomarao ligt bijna 50 km stroomopwaarts in de zeer moeilijk te bevaren grensrivier met Spanje.
In 1972 kocht La Sabina de rechten weer terug en veranderde de firma in La Sabina ? Sociedade Mineira e Truristica SA. Dit bedrijf is begonnen met de ontwikkeling van de toeristische activiteiten rondom dit voormalige mijncomplex. Er is een luxe vijf sterren hotel gebouwd in het voormalige hoofdkantoor van de mijn en er is een camping geopend. Men hoopt mee te liften met de ontwikkeling van het vroegere militaire vliegveld van Beja in een burgerluchtvaart vliegveld zodat toeristen dit gebied gemakkelijker kunnen bereiken.
In de voormalige ertsoverslaghaven van Pomarao wordt een jachthaven ontwikkeld. | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Uitgebreid milieu onderzoek is inmiddels verricht om te onderzoeken of het mogelijk is het voormalige mijncomplex op de een of andere manier is inrichten als een museum complex.
Bronnen:
Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma (tenzij anders aangegeven)
Opmerkingen:Het mineraal pyriet is een ijzersulfide en heeft de samenstelling FeS2. Het mineraal is een belangrijk ijzer- en zwavelerts. Het vormt vaak goed gevormde kristallen in de vorm van een kubus met karakteristieke striaties en met een goudachtige glans. Het wordt wel 'gekkengoud' ('fool's gold') genoemd omdat het soms voor goud aangezien werd. Omdat het in ruime mate voorkomt kan dit de illusie van grote rijkdom wekken. Het wordt gevonden samen met andere sulfidische mineralen, maar ook met oxiden, in kwartsaders, in afzettingsgesteenten in koolbedden en als vervangingsmineraal in fossielen. Pyriet is een toeslagproduct in de staalproductie. Bron: Wikipedia |