Scheelenkuhlen herboren

Achtervolgt door pech, maar blakend van zelfvertrouwen

reis scheelenkuhlen

De complete vloot van de ‘Stichting tot Behoud van het Stoomschip’ verzameld aan het Zuideinde in Wormerveer, kort voor het vertrek van Scheelenkuhlen naar haar vast ligplaats aan de Havenstraat in Zaandam. Op de achtergrond de ‘De Elfin’, aan de binnenkant de stoomijsbreker ‘Jacob Langeberg’ en aan de buitenkant de stoomsleper ‘Scheelenkuhlen’.

Oude stoomschepen die, in weer en wind liggen afgemeerd aan openbare vaar- en verkeerswegen zijn extra gevoelig voor vandalisme, schade en averij. Zeker als de machines maar sporadisch kunnen worden opgestart, waardoor zaken vastroesten of de smering van draaiende delen wegloopt, wordt de kans op een storing alleen maar groter.

Aan de ijver en werklust van de bemanning ligt het niet. Menig vrij weekend of vakantiedag is besteed aan roestbikken, schuren, slijpen en schilderen. Eigenlijk zijn er altijd klussen die nodig gedaan moeten worden. Maar vaak zijn dat soort klussen te groot of te specialistisch voor het kleine team of te kostbaar om uit het beperkte budget te bekostigen. Regelmatig komt het stoomwezen de technische installatie keuren. En die reparatie werkzaamheden hebben altijd de hoogste prioriteit want één ding staat vast; “varen onder stoom is het enige wat de crew op de been houdt”. Eigenlijk zou het berghout rondom het schip vervangen moeten worden. Maar de restauratie van de schoorsteen gaat voor, eerst het kloppend hart en dan kijken wel wat er nog meer mogelijk is.

Het schip is weer in een wat rustiger vaarwater gekomen. In de loop van 2004 realiseerde Piet Visser, de vorige eigenaar van de Scheelenkuhlen, dat het voor hem niet langer mogelijk was om de sleepboot als ‘zeewaardig’ varend monument in de vaart te houden. Ondanks de steun van zijn vaste team van medewerkers zag hij geen kans meer het benodigde onderhoud uit te voeren en het schip vaarklaar te maken voor de manifestaties waarbij het schip zich de laatste jaren presenteerde. In goed overleg werd de Scheelenkuhlen in 2005 overgedragen aan de ‘Stichting tot Behoud van het Stoomschip’. Op 11 september 2005 maakte Piet zijn laatste vaartocht met de Scheelenkuhlen, op 11 augustus 2006 overleed hij.

Het wegvallen van schipper Piet Visser had ook gevolgen voor de samenstelling van de bemanning die het schip in de vaart hield. Een enkeling sloot zich aan bij de bestaande bemanning die de twee andere schepen van de Stichting onderhield. Andere bemanningsleden vielen, door verhuizingen tot ver buiten de regio, af of konden alleen in uiterste nood nog worden opgeroepen voor een dienst op het schip. Diverse bemanningsleden van de overige schepen zijn nu voldoende opgeleid om, samen met de overgebleven teamleden, het schip weer in de vaart te houden. Dat deden ze op de retourreis van Wormerveer naar Zaandam op zondag 14 juni 2009.

De Scheelenkuhlen lag in Wormerveer omdat ze zich zou presenteren tijdens het evenement ‘Shop & Swing langs de Zaan’ op zondag 24 mei 2009. Door een klein mankement moest het schip echter aan de wal blijven en kon het niet terugvaren naar haar vast ligplaats in Zaandam.

  reis scheelenkuhlen reis scheelenkuhlen  
  Tijdens het opwarmen van de machines ontsnapt er veel stoom. Binnen korte tijd werd de machinekamer gevuld met stoom en hing er die karakteristieke lucht van hete stoom vermengd met smeerolie.  
  reis scheelenkuhlen reis scheelenkuhlen  
  Om 14:30 uur gaf schipper Boudewijn Tjeertes het sein voor vertrek. Enkele minuten later had de Scheelenkuhlen de steven gekeerd en werd het gemeentelijk monument ‘Pakhuis Wormerveer’ aan de Veerdijk in Wormer gepasseerd, op weg naar het Zaandijker Wijd.  

De Scheelenkuhlen is gebouwd in 1927 door de werf Johann Oelkers in Neuhof, Hamburg in Duitsland, in opdracht van het ‘Wasser- und Schiffahrtamt’. De machine en ketel zijn gebouwd in 1927 door Chistiansen und Meyer in Harburg/Elbe, Hamburg Duitsland. De Scheelenkuhlen heeft tot 1975 voor het ‘Wasser- und Schiffahrtamt’ op het riviervak Brunsbüttel - Cuxhaven, inclusief Elbemonding en Duitsebocht, gevaren.
Werkzaamheden waren, vuurschepen met drinkwater bevoorraden, ijsbreken, bergingsvaartuig, slepen van baggerbaken en assisteren bij verkeersregelingen voor zeeschepen. Na 47 jaar trouwe dienst werd de Scheelenkuhlen in 1974 opgelegd tot het voorjaar van 1976, waarna de Scheelenkuhlen werd verkocht aan Handelsonderneming A.C. Slooten te Wormer. Piet Visser kocht de Scheelenkuhlen in november 1976 van ‘Toerel’ Slooten.
Bron: Website van de Stichting tot Behoud van het Stoomschip

  reis scheelenkuhlen reis scheelenkuhlen  
  Terwijl stoker Karel Vethaak beneden het vuur nog eens extra opstookt overziet op het achterdek de jongste opstapper Mart het Wolfsrak en bedenkt: “eigenlijk best vet cool dat varen, misschien is het wel wat voor mij”. Althans zo lijkt het ...
Stoker Karel houdt gedurende de reis de werkdruk in de ketel op 5 atm.
 
  reis scheelenkuhlen reis scheelenkuhlen  
  Schipper Boudewijn Tjeertes houdt roerganger/opstapper Ot goed in de gaten als hij de Scheelenkuhlen door de Coenbrug manoeuvreert.  
  reis scheelenkuhlen reis scheelenkuhlen  
  Nadat de trein van 14:54 uur uit Zaandam naar Purmerend en de trein van 14:35 uur uit Purmerend naar Zaandam de spoorbrug waren gepasseerd draaide de spoorbrug om 15:10 uur voor de Scheelenkuhlen.  

Het kloppend hart van de Scheelenkuhlen wordt gevormd door een compound stoommachine met een hoge druk cylinder van 28 cm. en een lage druk cylinder van 53 cm. Bij maximaal 280 omwentelingen per minuut kan deze machine een vermogen ontwikkelen van 220 ipk. De werkdruk van de ketel was oorspronkelijk 12 atm. Bij de eerste keuring in Nederland door het stoomwezen werd deze druk verlaagd tot 10 atm. De Schotse ketel met twee vuurgangen heeft een inhoud van 6000 liter en het verwarmde oppervlak is 60 m2.
Bron: Website van de Stichting tot Behoud van het Stoomschip

  reis scheelenkuhlen reis scheelenkuhlen  
  Iedere vreemd geluid wordt door machinist Theo van Galen opgemerkt en beoordeeld. Regelmatig trekt hij zijn handschoen uit om met blote hand de bewegende delen te controleren om zo warmlopers voor te zijn. Opstapper en olieman Frank Boom kijkt goedkeurend toe.  
  reis scheelenkuhlen reis scheelenkuhlen  
  De passage van een stoomschip door de Zaan levert altijd fraaie plaatjes zoals hier bij de doorvaart van de Willem Alexander Brug met op de achtergrond de fabriek van Gerkens Cacao aan de Oostzijde in Zaandam.
Het schutten in de Wilhelminasluis levert, naast een aantal bewonderen blikken, ook een aantal zure opmerkingen op over stank en rookoverlast. Je verwacht toch dat mensen die een terrasje kiezen in een grote scheepvaartsluis belangstelling hebben voor alles dat varend langs komt. Dat is dus niet altijd zo.
 

De bemanning voor deze reis bestond uit machinist Theo van Galen, in het dagelijks leven accountant bij een accountantskantoor en stoker Karel Vethaak. Karel heeft ervaring opgedaan aan boord van de tankervloot van Koole en heeft enige tijd op de Elfin gewerkt. Beide behoren bij de vaste staf van de Scheelenkuhlen.
Schipper Boudewijn Tjeertes heeft enige jaren gevaren als stuurman/machinist op de grote vaart. Boudewijn is stuurman op de Elfin en valt regelmatig in als stuurman op de Scheelenkuhlen. Opstappers Frank Boom en Martin de Jongh varen normaal op de Elfin, Frank als machinist en Martin als kok.

reis scheelenkuhlen

Omstreeks 16:30 uur manoeuvreert de schipper de Scheelenkuhlen weer langszij bij de stoomsleepboot ‘Hugo’ en de motorsleepboot ‘Albert’ aan de lommerrijke Havenstraat in Zaandam. Een waar meesterwerk wordt daarbij uitgevoerd door de schipper. Door de wind op het open water en de vele afgemeerde schepen rondom de aanlegplaats moet de schipper, op de moeilijk bestuurbare sleepboot, zijn uiterste best doen om het schip voor de wal te krijgen. De Scheelenkuhlen is, met haar ‘dikke buik’, gebouwd als schip voor ruim en open water, niet voor het manoeuvreren op de vierkante centimeter. Het lukt de schipper echter om de Scheelenkuhlen centimeter voor centimeter naar de Albert toe te laten kruipen. Uiteindelijk wordt de Scheelenkuhlen afgemeerd aan een van de meer dan honderd jaar oude houten meerpalen langs de Havenstraat.

Je moet als opa van o.a. twee kleinzoons altijd concurreren met de spannende uitstapjes naar de ‘Efteling’ of ‘Six Flags’ (nu geloof ik ‘Walibi Flevo’). Aan de hand van de verhalen bij thuiskomst mag ik echter vaststellen dat beide opstappers Ot en Mart (beide donateur van de ‘Stichting tot Behoud van het Stoomschip’) deze middag ‘gaaf’ vonden. Echte techniek die ergens naar rook en die geluiden maakten, en waar je erg vieze handen van kreeg. En dat met een zeer gemoedelijke bemanning, die in alle rust met elkaar overlegt. Die bovendien het plezier uitstraalt dat het varen met een historisch schip met zich meebrengt.

Door: Cees Kingma - Juni 2009
Beeldmateriaal: Patrick en Cees Kingma, tenzij anders aangegeven

Valid HTML 4.01 Transitional