Edwin Hamelijnck: “Ik geniet nog alle dagen van onze toren”. |
Een rondleiding door de watertoren resulteert in een positiever beeld van situatie rondom dit monument.
Eind juni 2005, tijdens het hoogtepunt van de verbouwingswerkzaamheden, brengen we een bezoek aan de watertoren. We worden rondgeleid door een van de nieuwe eigenaars van de watertoren, de razend enthousiaste Edwin Hamelijnck. Hamelijnck geeft, samen met z'n compagnon Huub Geldorp leiding aan een conglomeraat van bedrijven in de metaal- en installatiesector.
Tijdens de gesprekken gaat Hamelijnck uitvoerig in op zijn ervaringen rondom de watertoren.
In augustus 1992 besluiten beide partners tot aankoop van de watertoren. De gemeente Zaanstad had een bouwvergunning afgeven voor de plannen die goed aansloten bij hun wensen; wonen in twee nieuwbouwwoningen op het terrein en een kantoor voor de holding in de toren. Beide compagnons hadden geen binding met industrieel erfgoed of een bepaald type monument; zij waren beide echter wel gefascineerd door het imposante gebouw. Groot was echter de teleurstelling toen ze geconfronteerd werden met bezwaarschriften tegen de plannen voor het bouwen van de twee woningen op het terrein. Temeer omdat een eerder goedgekeurd plan uitging van vijf woningen, terwijl er nu slechts twee gebouwd zouden worden en de watertoren in orginele staat gerestaureerd zou worden.
Om hun "betrokkenheid" met het project te ondersteunen adviseerde de gemeente Zaanstad om 2 noodwoningen op het terrein te plaatsen en zich daarin voorlopig te vestigen. Niemand kon toen nog vermoeden dat deze "noodoplossing" ruim 12 jaar zou duren.
Het verval van de niet meer gebruikte toren ging echter door. De gemeente Zaanstad, met op de achtergrond de provincie Noord-Holland kwam in een moeilijk parket. Hamelijnck heeft het gevoel dat het ambtelijk apparaat alles heeft gedaan om de twee investeerders bij de toren betrokken te houden. Alle mogelijke vormen van ondersteuning werden geboden bij het opnieuw indienen van bouwplannen.
De rondgaande boogfries |
Ook de gemeentelijke bestemmingsplannen voor het gebied liepen gevaar. Uiteindelijk werd na weer een negatieve uitspraak van de rechter besloten het idee van de twee woningen te laten varen en alle activiteiten (wonen en werken) te concentreren in de toren. Gezien de eerdere problemen met de diverse bouwvergunningen waren de gemeente en de provincie bereid ver te gaan in het vinden van een aanvaardbare oplossing voor beide partijen: recht doen aan het monument en de eigenaars een acceptabele woon-werkomgeving bieden.
Het publiek kan straks, op beperkte schaal, kennismaken met het interieur van de verbouwde watertoren. Op de begane grond komt een soort "watertorenmuseum". Er zijn afspraken gemaakt met de PWN om hun collectie op de een of andere manier toegankelijk te maken in de gerestaureerde watertoren. Hamelijnck is nog op zoek naar de originele pompen die onder in de toren hebben gestaan. Deze zijn door de PWN bij de overdracht verwijderd.
Bovendien komt in de bovenste verdieping, boven de woningen en direct onder het dak, een presentatie- en vergaderruimte van de Hageweld Holding waarin de diverse werkmaatschappijen hun klanten kunnen ontvangen. Deze ruimte geeft tevens toegang tot de "dakgoot" rondom het dak van de toren: een wandelpromenade op 38 meter hoogte.
Hamelijnck wijst tijdens de rondleiding op diverse kleine details. Zo zijn de ronde ramen in de rondgaande boogfries dichtgemaakt met fijnmazig gaas om de kauwen er geen toegang toe te geven. In twee ramen zit echter geen gaas maar is zelfs aan de binnenkant een extra groot raam geplaatst om de broedende kauwen dagelijks te kunnen volgen. Inmiddels zijn er weer twee nesten uitgevlogen.
Dit is een artikel uit een serie artikelen over de Watertoren in Assendelft. Deze serie begint met het artikel: Wat hebben Pont du Gard en de watertoren van Assendelft gemeen? | |
Text: Cees Kingma en Simon Zuurbier - augustus 2005
Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma Tenzij anders aangegeven. |