Tegen het einde van de 19e eeuw kwam in Nederland de monumentenzorg van de grond. Traditioneel richtten de monumentenbeschermers zich op het behoud van gebouwen uit de periode van vóór de grootscheepse industrialisatie, dat wil zeggen vóór 1850. Vanaf ongeveer 1970 drong het besef door dat gebouwen van na 1850 ook van monumentale waarde konden zijn. Een groot probleem was dat er landelijk geen overzicht bestond van belangwekkende gebouwen uit de tweede helft van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw. Hierdoor was het moeilijk monumenten uit deze periode aan te wijzen. Om dit overzicht te krijgen ging in 1988 het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) van start. In nauwe samenwerking tussen de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de provincies en de gemeenten werd van ieder dorp en elke stad bekeken welke gebouwen uit de periode 1850-1940 voor bescherming in aanmerking zouden kunnen komen.
Deze inventarisatie vond ook plaats binnen de drie huidige Zaangemeenten: Zaanstad. Oostzaan en Wormerland. Naar aanleiding daarvan is dit boek geschreven, dat onderdeel uitmaakt van de serie over de jongere bouwkunst in de provincies en grote steden. In dit boek worden de drie gemeenten als één geheel behandeld omdat zij historisch en landschappelijk gezien een eenheid vormen. Door deze opzet komt niet alleen het industriële hart langs de Zaan ter sprake maar ook het uitgebreide landelijke gebied dat de Zaanstreek, ondanks de industrie, tot een groen gebied maakt. Duidelijk wordt dat de Zaanstreek een schat herbergt aan historische fabriekspanden van (inter)nationale waarde. Ook de statige villa's naast de eenvoudige arbeiderswijken, de indrukwekkende boerderijen in het veenlandschap en de tot in de 20e eeuw in gebruik gebleven houtbouw, geven het gebied een geheel eigen karakter.
In dit boek wordt eerst een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de streek door de eeuwen heen. In het tweede deel wordt een groot aantal kenmerkende panden uit periode 1850-1940 behandeld. Een enkele maal wordt ook een ouder pand besproken.
Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat de afgebeelde gebouwen slechts een selectie zijn. Het boek geeft geen overzicht van alle belangrijke panden uit 1850-1940 in de Zaanstreek. Daarvoor zijn het er teveel. Wel krijgt de lezer een indruk van de architectonische rijkdom van de gebouwen uit dit tijdvak. Ze zijn zeker net zo belangrijk als de 17e en 18e eeuwse molens en houten huizen waar de Zaanstreek zo bekend om staat. Gelukkig nemen de Zaangemeenten steeds meer hun verantwoordelijkheid voor de bescherming van waardevolle panden uit de MlP-periode. Een deel van de gebouwen is inmiddels wettelijk beschermd. Bescherming moet echter niet alleen voortkomen uit de overheid. Ook het publiek moet de historische en monumentale waarde van de panden inzien om behoud mogelijk te maken. Zo kan de overheid samen met de burgers ervoor zorgen dat de panden die nog niet wettelijk beschermd zijn voor de toekomst behouden blijven. Hopelijk draagt dit boek hier aan bij.
Uitvoering/Formaat: | Softcover, 19 x 24,5 cm |
Aantal pagina's: | 112 |
Auteur: | P. Kleij |
Vormgeving: | Roelof Koebrugge |
ISBN: | 90-400-8747-4 |
Uitgave: | Waanders Uitgevers, Zwolle |