Dit is deel 3 van:

De Zaanstreek

uit haar verleden en heden

Door P.G. Kuijk, uitgegeven in 1923
Bewerkt voor deze website door Cees Kingma

Terug naar deel 1 Terug naar deel 2 Deel 2 Naar deel 4

De introductie van 'stoom' was na 1860 niet meer te stoppen. P.G. Kuyk beschrijft nu een groot aantal (familie) bedrijven die overgaan tot het vervangen van windenergie door stoommachines. In 1861 bouwden Wessanen & Laan de meelfabriek 'De Vlijt' en in 1872 'De Unie'.

In het begin van de 70er jaren begon ook in de houtzagerij de introductie van stoom. In de laatste 25 jaar van de 19e eeuw ontstonden verschillende stoomhoutzagerijen. Dit betekende het doodvonnis voor de houtzaagmolens. In 1923 constateerde Kuyk dan ook:

De houtzagerij is naast den houthandel een omvangrijk bedrijf aan de Zaanstreek gebleven. Namen als Van Wessem & Co., Stadlander en Middelhoven, Simonsz & Zn., E. v.d. Stadt & Zn., Dekker's Houthandel, Doesburgh & Co. zijn algemeen bekende bekende Zaansche houtzagers en houthandelaren, waarnaast nog vele andere te noemen zijn.
Als grootste firma op het gebied van den houthandel kennen wij de N.V. William Pont, wier vestiging te Zaandam de houtaanvoer in onze haven in de laatste tientallen jaren enorm heeft doen toenemen.


Houthabel Simonsz
Advertentie van N.V. Houthandel voorheen H. Simonsz & Zoon in Zaandam
Uit 'De Zaanstreek - uit haar verleden en heden' (1923)

Steeds meer bedrijven en industrieën gingen over op stoom. In Zaandam werden de grote stoomrijstpellerijen van de firma's C. Kamphijs en Klaas Blans opgericht. Het aantal cacao- en chocoladefabrieken nam toe. Voorbeelden zijn de firma's Erve H. de Jong, Pette's Cacaofabriek en W. J. Boon & Co. Het aantal stoomolieslagerijen werd steeds groter.
Er ontstonden andere industrieën. Wormerveer kreeg een grote zeepfabriek (Jan Dekker), Krommenie z'n linoleumfabriek en de blikfabrieken en in Zaandam werd de essencefabriek van Polak & Schwartz gevestigd.
Een oud bedrijf werd weer in ere hersteld; met de fabrieken van Verkade & Co. en G. Hille & Zn. werd in de beschuitbakkerij massaproductie weer mogelijk.

Pette Cacao
Advertentie van Cacao- en Chocoladefabrieken Pette in Wormerveer
Uit 'De Zaanstreek - uit haar verleden en heden' (1923)

De uitbreiding van het stoomwezen resulteerde in machinefabrieken zoals de firma P.M Duijvis & Co. te Koog aan de Zaan.
Tarwestijfselfabrieken werden voor stoom productie ingericht terwijl de aloude tarwestijfel concurrentie kreeg van maïsstijfsel. Firma M. K. Honig in Koog aan de Zaan kwam met dit product op de markt.

Kuyk zag echter ook dissidenten.

Er was één bedrijf van beteekenis dat tot het einde der 19e eeuw met angstvallig conservatisme aan het windsysteem vasthield. Dat was de gortpellerij. Dertig jaar geleden bestonden er in dit vak aan de Zaanstreek nog zeer veel windpellers.
Zij hielden het oude vak met den windmolen nog in eere!
Tot in 1893 de Gebr. Laan te Wormerveer ook op dit gebied de revolutionneerende stoommachine invoerden. Hiermee was het einde van het windmolentijdperk gekomen.

Het was de laatste episode van een glorierijk bestaan. De windmolen had afgedaan en bleef als aanhangsel van een of ander stoombedrijf nog enige tijd bestaan. Als factor in het economische leven van de Zaanstreek hebben ze hun tijd gehad schreef P.G.Kuyk in 1923.
De slopershamer en het hemelvuur hebben een complete slachting in hun gelederen gehouden.

Mercurius
Kon. Pellerij "Mercurius" voorheen Gebrs. Laan te Wormerveer
Uit 'De Zaanstreek - uit haar verleden en heden' (1923)

Verder maakt Kuyk nog melding van de opleving in de Zaanse scheepsbouw. Er zijn dan twee belangrijke scheepswerven in de Zaanstreek; de werf 'Conrad' aan de Voorzaan en de 'Czaar Peter' aan de Achterzaan. Kuyk besluit dit hoofdstuk met:

Hopen wij, dat ook deze bedrijven hun vleugels verder mogen uitslaan en dat de scheepsbouw wederom van even groote importantie voor de Zaanstreek moge worden, zooals in den tijd van Czaar Peter.


Opnieuw een periode van grote economische bloei dus in de Zaanstreek. Deze opleving duurde voort tot 1914. De handel op het buitenland nam met sprongen toe. De import aan hout granen, zaden, cacaobonen etc. bereikte zijn toppunt.
Voor het eerst werd er in de Zaanstreek ook elektriciteit als drijfkracht toegepast. Zaandam sloot met Amsterdam een overeenkomst voor de levering van elektriciteit voor licht- en krachtdoeleinden. In Wormerveer werd in 1915 de N.V. Electrische Stroomverkoop Maatschappij 'Zaanland' opgericht die de overige Zaanse gemeente van elektriciteit zou voorzien.

Aantal aansluitingen op het elektriciteitsnet op 31 dec. 1922
Plaats Aantal
aansluitingen
Wormerveer 1510
Krommenie 452
Wormer 532
Zaandijk 704
Koog aan de Zaan 636
Westzaan 292

Deze maatschappij sloot een overeenkomst met de N.V. Kennemer Electriciteits Mij. te Bloemendaal voor de levering van energie aan de gemeenten Wormerveer, Krommenie, Wormer, Zaandijk en Koog aan de Zaan. In 1919 sluit de gemeente Westzaan zich ook aan.
Op 31 december 1922 is het aantal aangesloten motoren 234 en het aantal straatlantaarns is 553.
Kuyk betreurt het echter dat een grote industriële streek als de Zaanstreek geen kans heeft gezien om haar eigen elektrische centrale te krijgen.

Tenslotte geeft Kuyk een overzicht van de ontwikkeling m.b.t. de haven van Zaandam. Voordat er gesproken kon worden van de Zaandamse zeehaven werden de schepen met graan, lijnzaad, hout enz. gelost in de 'Kooger Polder'. De geringe diepgang van Zaan beperkte daarbij de afmetingen van de schepen.

Westzaan had in de jaren rond 1880 reeds een grote aanvoer van hout per zeeschip. In de 1880 - 1884 liepen er jaarlijks tussen de 30 en 50 zeeschepen geladen met hout de Westzaanse haven binnen.

In 1883 werd de Zaandamse zeehaven geopend en in dat jaar liepen er 4 zeeschepen de nieuwe haven binnen. In 1884 waren het er reeds 51 en in 1885 al 73.
Slechts 25 jaar voldeed deze haven. De houthandel groeide snel, er was een grote behoefte aan een nieuwe balkenberging. En de grote zeeschepen met rijst voor de Zaanse pellerijen vroegen ook om een ruimere haven.
In 1911 kon de nieuwe zeehaven worden geopend. Tevens werd de grote Wilhelminasluis tussen de Voor- en Achterzaan gebouwd.
Het overzicht hieronder geeft een goed beeld van de ontwikkelingen in de Zaandamse zeehaven.

Statistiek van de invoer in de zeehaven van Zaandam
Jaar Aantal
schepen
br.r.t Aantal Stand.
gez. hout
Aant. tult
balken
1910 168 348.097 59.958 58.185
1911 179 392.075 59.893 71.762
1912 167 346.611 65.889 51.012
1913 179 386.221 74.456 59.487
1914 75 163.690 34.580 13.316
1915 46 62.940 28.982 0
1916 53 39.790 17.734 306
1917 28 15.056 11.784 0
1918 18 15.056 7.064 0
1919 81 77.667 28.400 2.950
1920 173 144.269 53.550 6.060
1921 140 150.817 53.239 6.908
1922 181 200.784 68.643 16.933

Het ingevoerde hout was hoofdzakelijk bestemd voor de houtindustrie in Zaandam zelf.
Uit dit overzicht blijkt duidelijk welke invloed de wereldoorlog van 1914 - 1918 heeft gehad op de invoer in de Zaandamse haven.

Rijst invoer in de
zeehaven van Zaandam
Jaar Balen rijst
1907 1.190.232
1908 1.266.979
1909 1.210.039
1910 926.648
1911 1.181.949
1912 1.053.036
1913 1.044.497

Na de hout invoer was rijst het meest belangrijke import product. Voor de wereldoorlog '14-'18 waren er twee rijstpellerijen in Zaandam; de firma C. Kamphuijs en de firma Klaas Blans. In Wormerveer zijn in 1923 de volgende rijstpellerijen; N.V. Wessanen's Kon. Fabrieken (vroeger Wessanen & Laan), Bloemendaal & Laan en Albert Vis.

In dit overzicht is alleen de rijst genoemd die via Zaandam werd geïmporteerd. De Zaanse pellers charterden echter ook nog zeeschepen die hun lading loste in de zeehavens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen.
Kuyk omschreef de drukke rijst aanvoer als volgt: De aanvoeren van rijst waren op sommige tijden zoo geweldig, dat dagen achtereen lange sleepen tjalken, aken en andere vaartuigen door den Dam geschut werden, terwijl geheele vloot van zulke vaartuigen in Voor- en Achterzaan op hun beurt lagen te wachten om gelost te worden.

In 1923 constateert G.P. Kuyk dat de rijstindustrie zich niet heeft kunnen herstellen van de algemene economische ontreddering tijdens en na de wereldoorlog van '14-'18. Invoer van gepelde rijst uit Amerika en India vormen een steeds grotere concurrentie van deze Zaanse industrie tak.

Kamphuijs
Kamphuijs' Fabrieken (Afd Rijstpellerij) te Zaandam
Uit 'De Zaanstreek - uit haar verleden en heden' (1923)

De rijstpellerij was in 1923 nog steeds niet hersteld van de economische schade door de wereldoorlog. Andere takken van industrie begonnen echter weer aan uitbreiding te denken. Kuyk is dan ook niet pessimistisch over de toekomst van de Zaanstreek als hij besluit met:

Doch stil zitten doen de Zaansche industriëlen niet. Energische pogingen werden sinds het sluiten van den vrede gedaan om de verlamde industrie nieuw leven in te blazen.
En al kon tot op heden de rijstpellerij niet weer tot haar oude glorie worden opgevoerd, toch zullen rijstpellers wel op hun 'qui vive' blijven om zoodra de gelegenheid zich voordoet, het verloren terrein zooveel mogelijk trachten te herwinnen.

Groote nieuwe fabrieken zag de Zaan in de laatste tijden verrijzen, zooals de meelfabriek "De vrede" van de firma C. Kamphuijs te Zaandam, de cacaofabrieken en de plantenboterfabriek van Wessanen te Wormerveer.

En in Krommenie verrijst juist dezer dagen een nieuwe groote Linoleumfabriek.

De Zaankanters leveren het bewijs dat de ondernemingsgeest nog niet is uitgedoofd.

In deel vier zijn een groot aantal advertenties te zien die in dit boekje zijn opgenomen.

Terug naar deel 1 Terug naar deel 2 Deel 2 Naar deel 4