Monumentaal aan de Zaan | → | Naslagwerk | → | |
"U moet weten dat de vaartuigen van Jispers, die ter walvisvangst uitvoeren, afmeerden op het Zwet en in het Oosteinde", zo vertelde mij de bejaarde Jisper Kees Schaak.
Vaak kwam deze bij mij op het raadhuis om eens iets te vertellen over de geschiedenis van het dorp en zijn verhalen, in het Jisper dialect verteld, boeiden mij steeds weer.
Ik woonde nog niet zo lang in het mooie en rustige dorp en kende de omgeving als een polder met een brede Noorder- en Zuidergangsloot en talrijke smalle en ondiepe sloten.
Deze mededeling bracht mij na enig nadenken aan het twijfelen en toen ik in de toren van de Hervormde kerk stond en mijn blik over het wijde polderlandschap liet gaan, kwam bij mij de gedachte op dat deze bejaarde Jisper het wel eens aan het verkeerde eind kon hebben en dat een schip met afmetingen als van een walvisvaarder Jisp beslist niet kon bereiken. De gedachte liet mij niet los en werd voor mij een uitdaging om een onderzoek naar de juiste feiten in te stellen.
Gretig heb ik de uitdaging aanvaard met het gevolg dat ik steeds nieuwsgieriger werd naar de geschiedenis van dit oud en in de dagen van weleer roemrijk dorp. Al met al heeft het vijftien jaar geduurd om de gegevens te verzamelen die hebben geleid tot dit boekwerk.
Naast mijn naspeuringen in boeken, protocollen en notariële archieven ben ik veel te weten gekomen van hen, die zich - ieder op zijn manier - in de geschiedenis van het dorp, waarin zij woonden, hebben verdiept en mij met raad en daad hebben terzijde gestaan. Van hen noem ik L(eendert) Muts, E(vert) Zoutman en P(aul) Brandt, aan wien ik dank verschuldigd ben.
Een bijzonder woord van dank zij gericht aan Dr. A. J. Kölker, provinciaal inspecteur der archieven in Noord-Holland, voor zijn vele waardevolle aanwijzingen bij het beoordelen van het manuscript; het Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk-fonds en het Anjerfonds Noord-Holland voor de financiële steun, waardoor het mogelijk was deze uitgave te verwezenlijken. Voorts breng ik dank aan het Rijksarchief te Haarlem en de Universiteits-bibliotheek te Amsterdam die mij al die jaren hun spontane medewerking hebben verleend.
En nu - geachte lezer - bied ik u, om de woorden van de auteur Jacobus Koning maar eens te gebruiken, "de vrucht mijner onderzoekingen aan".
Moge dit boekwerk iets bijdragen tot het kennen van de geschiedenis van het dorp Jisp, dat de laatste jaren zoveel van zijn schoonheid heeft verloren.
De auteur,
H.P. MOELKER
Hubrecht Pieter Moelker (Brouwershaven 19 oktober 1921 - Ruinen 24 december 2001), amateur-historicus, auteur van een groot aantal artikelen en boeken. Voor de Zaanstreek zijn vooral zijn geschriften over Jisp van betekenis. Moelker studeerde, na de MULO in Zierikzee, staats- en administratief recht. In 1941 begon hij een ambtelijke carrière als volontair op de gemeente-secretarie van Kruiningen; nadien werkte hij in Brouwershaven, Zonnemaire, Noordgouwe, Maasdam, Jisp, Landsmeer, Ilpendam en Muiden.
Moelker was voorzitter van de Oudheidkundige Commissie Ilpendam, bestuurslid van de Stichting Belmermeermolen, secretaris van de afdeling Gooi-Noord van de Nederlandse Bond van Gepensioneerden en bestuurslid van de Stichting Historische Kring Stad Muiden.
Oktober 1977 ging hij met pensioen. Moelker schreef tientallen artikelen over de geschiedenis van Zaanstreek-Waterland. Daarnaast schreef hij 25 boeken, waarvan Het dorp aan de rivier de Ghyspe (Purmerend 1976) het belangrijkst is. Voorts publiceerde hij onder meer De Zaanse molen (Purmerend 1976) en Zaans Schoon 1946-1981.
Bron: ZaanWiki
Uitgave: | Nooy's drukkerij-uitgeverij, Purmerend |
Tekst: | H.P. Moelker |
Omvang: | 252 pagina's |
Formaat: | 16 x 24,5 cm |