Het Rijksmonument “De Vrede”

Bron: Gemeente Zaanstad, Sector Ruimte, Wonen & Milieu
Afdeling Wonen, Monumenten & Bestemmingsplannen

Meelfabriek De Vrede In april 1992 werd, in het kader van het landelijke Monumenten Inventarisatie Project (MIP) een beschrijving gemaakt van fabriekcomplex “Vrede” aan de Sluispolderweg 53 in Zaandam. Het MIP had als doel alle panden uit de periode 1850-1940 in kaart te brengen. Vervolgens is tijdens het Monumenten Selectie Project (MSP) het complex aangewezen als rijksmonument.

Het complex wordt beschreven als een voormalige meelfabriek met silogebouw en een bijbehorend ketelhuis op enige afstand ten westen van de fabriek. Volgens de zogenaamde redengevende omschrijving van het rijksmonument is de architectonische vormgeving, met name die van de rijk uitgevoerde voorgevel, verwant aan de Art Déco.

In het hoofdstuk “Waardering” werd het volgende opgemerkt:

“ Het fabriekscomplex “Vrede”, bestaande uit een voormalige meelfabriek en een ketelhuis, is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als merendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van fabrieksarchitectuur uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Het complex heeft situationele meerwaarde door zijn prominente situering op de hoek van het Noordzeekanaal en het daarin uitmondende Zijkanaal H en vanwege de ligging binnen de Stelling van Amsterdam, de voormalige kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en die werd aangelegd tussen 1880 en 1920 door het Departement van Oorlog. ”

Het door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) geïnitieerde en gecoördineerde Monumenten Inventarisatie Project (MIP) in het voorjaar van 1992 werd voor de gemeente Zaanstad uitgevoerd door de afdeling Cultuur en Educatie van de Dienst Welzijn, Economie en Bestuur van de provincie Noord-Holland. In augustus 1993 werd het MIP-rapport Noord-Holland Zaanstad gepresenteerd. De selectie van de monumenten werd door de provincie gemaakt. Op 28 april 1997 is die selectie middels een Concept Indicatieve Lijst (CIL) naar het college van B&W van Zaanstad verstuurd. De gemeente heeft in augustus 1997 nog een aantal panden aan die lijst toegevoegd. De provincie ging op 22 september 1997 akkoord met die aanvullingen waarna op 28 april 1998 het college ook heeft ingestemd met de CIL. Deze lijst bevatte in totaal 29 panden.

Voor de raadsvergadering van 15 juli 1999 stuurde het college van B&W van Zaanstad een voorstel naar de raad met de “aanwijzingsadviezen in het kader van het Monumenten Selectie Project voor de inschrijving van jonge monumenten (1850-1940) in het register van wettelijk beschermde rijksmonumenten”. Aan dit voorstel was een procedure voorafgegaan waarin o.a.:

Uit het voorstel blijkt de belanghebbende van de voormalige stoommeelfabriek “Vrede” middels zienswijzen bezwaar heeft gemaakt tegen plaatsing op de lijst van beschermde panden. De eigenaar heeft duidelijk aangegeven dat “hij geen cent meer in het onderhoud van zijn gebouw wil en kan steken, aangezien dit voor hem niet langer op te brengen is. Ook al zal overheidssubsidie voor zijn pand beschikbaar worden gesteld, dan nog kan hij de aanvullende benodigde eigen bijdrage niet leveren. De belanghebbende vreest dat de bedrijfsvoering van de firma in gevaar komt.

Verslag Hoorzitting Monumenten Selectie Project Zaanstad

Datum: 26 januari 1999

Belanghebbende: Onroerend Goed Maatschappij “De Vrede”, directeur K.A. Gort

De heer Gort maakt bezwaar tegen de plaatsing van de vm. meelfabriek op de rijksmonumentenlijst. Hij vindt het gegeven dat zijn pand een plaats verdient op de rijksmonumentenlijst op zich een blijk van waardering voor de cultuur- en architectuurhistorische waarde van zijn gebouw. Echter het feit dat subsidie voor dit soort gebouwen zeer gering is doet hem huiveren bij het idee dat zijn pand op een monumentlijst komt.
De bouwkundig zeer slechte staat, waarin het gebouw momenteel verkeert, maakt het noodzakelijk dat regelmatig onderdelen van het gebouw vervangen moeten worden. Gezien de bedragen die hiermee gemoeid zijn en het karakter van het aanwezige bedrijf zal hierbij gekozen worden voor de financieel meest voordelige oplossing, die in principe niet zal voldoen aan de eisen van monumentenzorg.

Het pand is in 1946 gekocht door de vader van de huidige directeur. In 1957 werd het complex onteigend door de gemeente Amsterdam in verband met de voorgenomen aanleg van het boogkanaal om Amsterdam-Noord; door verplaatsing van de havenactiviteiten naar het westelijk havengebied werd realisatie van dit kanaal tenslotte overbodig en werd later op dit tracé de rondweg A10 gerealiseerd. Tot de mogelijke afbraak van het complex werd de bedrijfsvoering zo veel mogelijk voortgezet door middel van eenjarige huurcontracten. Toen “De Vrede” in 1975 kon worden teruggekocht van de gemeente Amsterdam, was - door het nalaten van onderhoud - het complex in een sterk verwaarloosde toestand geraakt.

In het verleden zijn er twee branden geweest. De eerste vond circa dertig jaar geleden plaats, waarbij de kap tussen de twee torens van het hoofdgebouw verloren is gegaan. Eind jaren tachtig is het dak van het silogebouw afgebrand. Hier is een nieuwe kapconstructie verrezen. De heer gort bekritiseert de lompheid van het ontwerp; de gemeente keurde eerdere veel fraaiere oplossingen af.
De tussen het hoofdgebouw en het ketelhuis gelegen machinekamer is vervangen door een moderne loods, die zich in een U-vorm rond het silogebouw voortzet.

Aan de zuidgevel (langs Zijkanaal H en het Noordzeekanaal is in 1996-1997 een sobere transparante kraanbaanconstructie geplaatst voor het oprichten van een containerterminal. Dit is toen in overleg gegaan met de welstandscommissie.

Het complex verkeert in een zeer slechte bouwkundige staat. De houten geprofileerde gootklossen zijn rondom volledig rot; de bakgoten staan vol water en zijn begroeid met gras. Binnen zeer korte tijd zullen alle goten vervangen moeten worden. Gezien de huidige - originele doch kostbare - constructie zal een eenvoudige nieuwe goot worden geplaatst. De gietijzeren kozijnen zijn gecorrodeerd, waardoor het glas is gebroken. Met transparante kunststof golfplaten zijn de raamopeningen voorlopig gedicht. Het (gevel)metselwerk is aangetast door vorstschade en ernstig gedeformeerd door het corrosieproces van de buitenramen. Het aan de buitenzijde aanwezige betonwerk heeft veel schade van corroderende wapening.
Het pand blijkt goed gefundeerd, aangezien het niet verzakt, ondanks de zeer slappe ondergrond.
In het interieur zijn nagenoeg nog alle authentieke elementen aanwezig, zoals de liftinstallatie, het betonnen waterreservoir in de toren en de houten schuifdeuren.

De eigenaar geeft duidelijk aan dat hij geen cent meer in het onderhoud van zijn gebouw wil en kan steken, aangezien dit voor hem niet langer meer is op te brengen.
Los van het probleem rond de ontbrekende subsidiemogelijkheden, komt ook de bedrijfsvoering van de firma van de heer Gort in gevaar, als straks bij elke wijziging van het pand, dat immers nog steeds in gebruik is als bedrijf, een monumentenvergunning verplicht wordt gesteld.

Bron: Archief Familie Gort

Meelfabriek De Vrede

De gemetselde schoorsteen op betonnen voet van het voormalige ketelhuis is destijds, in verband met verbreding van het Noordzeekanaal, reeds omvergehaald.
Bron: Verslag hoorzitting Monumenten Selectie Project Zaanstad.
Foto: Archief Familie Gort

Meelfabriek De Vrede

Op de watertoren heeft de heer Gort eigenhandig het tentdak vernieuwd. Als dakbedekking is gekozen voor rode, geprofileerde staalplaat met een dakpanmotief, zodat van een afstand niet zichtbaar is dat het hier geen authentieke dakbedekking betreft.
Bron: Verslag hoorzitting Monumenten Selectie Project Zaanstad.
Foto: Archief Familie Gort

Om een goede indruk te krijgen m.b.t. de huidige bouwkundige toestand werd er een “een vrij intensieve rondgang” gemaakt over het bedrijfsterrein en door alle gebouwen. Aanwezig waren o.a. twee leden van de Dienst Stadsontwikkeling, Milieu en Beheer, afdeling Wonen en Monumenten, een bouwkundige namens de eigenaar en een taxateur/expert namens de eigenaar.

De conclusies van het rapport dat is opgesteld n.a.v. deze rondgang komen overeen met de zienswijze zoals die door directeur Gort is verwoord tijdens de Hoorzitting Monumenten Selectie Project Zaanstad. Uit het, door de taxateur/expert opgestelde rapport blijkt o.a. dat:
“de vertegenwoordigers van de gemeente Zaanstad de betreffende diensten/organisaties adviseren het bedrijfspand “De Vrede” niet te plaatsen op de Rijksmonumentenlijst en/of Gemeentelijke monumentlijst”.

Bron: Archief Familie Gort

B&W nemen later dit voorstel over.

Het voorstel van B&W stelde verder dat toekomstige herbestemming van het pand (appartementen of een hotel) door de huidige bedrijfsactiviteiten, de afgelegen locatie en de belemmeringen van het vigerend bestemmingsplan - binnen de geluidszone van het Amsterdam/Noordzeekanaal gebied - bij voorbaat vrijwel uitgesloten is. B&W stelden voor om als expliciete voorwaarden te eisen dat overheidssubsidie van 100% van de subsidiabele restauratiekosten wordt gegeven, als toch een monumentenstatus voor dit complex wordt overwogen.

De raad van de gemeente Zaanstad behandelde dit voorstel in de openbare vergadering van 15 juli 1999 en besloot, naar aanleiding van het bezwaar van de belanghebbende, negatief te adviseren over de voordracht van het pand Sluispolderweg 53, de voormalige stoommeelfabriek “Vrede” met ketelhuis.

In de gemeenteraad van Zaanstad werd al eerder gepleit voor de afbraak van “De Vrede:”:

“De heer W. Beets (pvda) die aandacht besteedde aan de verminderde werkgelegenheid in de gemeente bepleitte afbraak van gebouw De Vrede, “dat bouwval” in de Achtersluispolder te Zaandam. Wethouder W. Jonker (pvda) van economische zaken verwacht dat het slopen van dit zware gebouw erg duur zal zijn. Als die kosten dan verrekend moeten worden in de prijs van de vrij komende grond zal die grond bijna onbetaalbaar zijn. ”

Bron: krant nog onbekend, datum nog onbekend

Op 4 juli 2001 ontving de raad van de gemeente Zaanstad een brief van de directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. In deze brief deelde de directeur, namens Staatssecretaris dr. F. van der Ploeg, mee dat complexnummer 518027, Sluispolderweg 53 te Zaandam, als beschermd monument werd aangewezen.

Op 17 augustus 2001 werd het fabriekscomplex “Vrede” ingeschreven in het register ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988 onder monumentnummer 518027. Het fabriekscomplex wordt omschreven als de voormalige meelfabriek met silogebouw, en een bijbehorend ketelhuis op enige afstand ten westen hiervan.

Voor het ketelhuis is ook een aparte monument omschrijving gemaakt.

Het ketelhuis, onderdeel van het fabriekscomplex “Vrede”

In de omschrijving van het monument wordt over de ketelhuis o.a. het volgende opgemerkt.

“Het voormalige ketelhuis is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als historisch-functioneel onderdeel van het vroeg 20ste-eeuwse fabriekscomplex Vrede.
Het voormalige ketelhuis heeft situationele waarde vanwege de ligging binnen de Stelling van Amsterdam.”

Op 17 augustus 2001 werd het ketelhuis ingeschreven in het register ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988 onder monumentnummer 518029.

In april 1992 werd, in het kader van het Monumenten Inventarisatie en Selectie Project reeds vastgesteld dat het fabriekscomplex “Vrede” een bijzondere bescherming diende te krijgen. Op 28 april 1997 is die selectie middels een Concept Indicatieve Lijst (CIL), inclusief het fabriekscomplex “Vrede” met het voormalige ketelhuis, naar het college van B&W van Zaanstad verstuurd.

  Meelfabriek De Vrede  
  Zuidgevel van het ketelhuis  

In juli 1999 diende de eigenaar, Onroerend Goed Maatschappij De Vrede BV een aanvraag voor een sloopvergunning in voor de “opslagruimte Pranger” (het voormalige ketelhuis) op het perceel Sluispolderweg 53 in Zaandam. In oktober 1999 verleende de gemeente Zaanstad de sloopvergunning met onder meer de overweging dat: “geen vergunning is vereist ingevolge de Monumentenwet 1988 of een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening”.
De raad van de gemeente Zaanstad behandelde in de openbare vergadering van 15 juli 1999 de “aanwijzingsadviezen in het kader van het Monumenten Selectie Project” en besluit, naar aanleiding van het bezwaar van de belanghebbende, negatief te adviseren over de voordracht van het pand Sluispolderweg 53, de voormalige stoommeelfabriek “Vrede” met ketelhuis.

In augustus 2001 diende Onroerend Goed Maatschappij De Vrede BV een bezwaarschrift in tegen de plaatsing van het ketelhuis op de monumentenlijst. Als onderbouwing van dit bezwaarschrift noemde de eigenaar o.a.:

Meelfabriek De Vrede
Sloop machinekamer in juni 1992
Foto: Archief Familie Gort
Verder wijst de eigenaar ook op een economisch belang. Gezien de groei van CTV is OGM genoodzaakt meer opslag ruimte te genereren. Door de verplaatsingen van activiteiten en het invoeren van een nieuw verkeersroulatieplan kan tenminste 2000 m2 werkbare ruimte worden gegenereerd. In een berekening wordt duidelijk gemaakt welke economische belangen hierbij een rol spelen.
Verder werd er verwezen naar de besprekingen met de gemeente Zaanstad die reeds resulteerde in een algemeen negatief advies van de gemeente tegen plaatsing van “De Vrede” op de rijksmonumentenlijst in de openbare vergadering van 15 juli 1999.

Op 15 januari 2002 besloot de gemeente Zaanstad opnieuw een vergunning te verlenen voor het slopen van het voormalige ketelhuis naast de voormalige stoommeelfabriek “Vrede” gelegen aan de Sluispolderweg 53 te Zaandam. Deze sloopvergunning werd verleend onder voorwaarde dat het bezwaar, ingediend bij het ministerie van OCenW tegen het plaatsen van het hoofdgebouw op de rijksmonumentenlijst, wordt ingetrokken.
De volgende overwegingen hebben bij dit besluit een rol gespeeld:

Het voormalige ketelhuis is inmiddels gesloopt.
Dit is een artikel uit een serie artikelen over de Stoommeelfabriek ‘De Vrede’ in de Achtersluispolder in Zaandam. Deze serie begint met het artikel: Het meest sinistere en mysterieuze industriële gebouw in Zaandam.
Text: Cees Kingma - oktober 2005
Beeldmateriaal: Archief Cees Kingma
Tenzij anders aangegeven.
Valid HTML 4.01 Transitional